Bervoets schreef zeven romans met een vaak maatschappelijk betrokken ondertoon. Recensenten omschrijven haar werk soms als laboratoriumliteratuur: romans van Bervoets hebben op het oog groteske uitgangspunten maar kennen altijd een nauwkeurige, realistische uitwerking. In Alles wat er was (2013) raakt een groep mensen opgesloten in een verlaten schoolgebouw, waarop ze de wetten van het samenleven opnieuw moeten definiëren. Efter (2014) speelt in een nabije toekomst waarin ons denken over ziek en gezond zo is veranderd dat we verliefdheid als psychische aandoening beschouwen. Ivanov (2016) draait om het kruisen van mensen en apen, en de grenzen van wetenschapsethiek. Fuzzie (2017) is een meer meanderende vertelling over een pratend pluizig bolletje; een onderzoek naar de mechanismen achter gemis, genegenheid en de vraag in hoeverre affectie zich laat afdwingen.
Hoewel haar boeken niet in één hokje passen, stelt Bervoets steeds weer de vraag wie of wat ons denken bepaalt, en wat er gebeurt wanneer vanzelfsprekendheden wegvallen. Soms met een science fiction-achtige vertelling, dan weer in precies realistisch proza. De jury van de Frans Kellendonkprijs schreef over Ivanov: ‘Steeds is een schrijfster aan het woord die trefzeker formuleert, lenig construeert, boordevol verbeelding zit en nooit roeperig of te expliciet wordt.’