Khadija Arib (Hedami, Marokko, 1960) is oud-Kamervoorzitter en politica. Theo Maassen interviewt Khadija Arib over haar favoriete televisieavond.

de fragmenten van Khadija Arib

  • Hello Goodbye (2017)
  • The years of lead in Morocco: the women speak out (2005)
  • Belevenissen (1989)
  • Annie en Ischa (1992)
  • Wadjda (2012)
  • The Father (2020)
  • Villa Felderhof (1999)
  • Dogville (2003)
  • Fairuz, we hielden zoveel van mekaar (2003)
  • Bijna nooit - Judith Herzberg (2007)
  • Les Indes galantes (2019)

over Khadija Arib

Khadija Arib werd in 1960 geboren in het Marokkaanse dorp Hedami, in de omgeving van Casablanca. Haar vader trok als gastarbeider naar Nederland. Op haar vijftiende verhuisde zij hem met haar moeder achterna, naar Rotterdam-Noord. Nederland bleek niet het land vol rode, gele en paarse tulpen op elke straathoek, zoals op de ansichtkaarten die haar vader stuurde toen ze nog in Marokko waren. Haar vader overleed toen ze negentien was, waardoor ze er met haar moeder alleen voor stond.

Arib bleek een talent te hebben voor regelen en leiding nemen. Binnen een paar jaar na aankomst in Rotterdam was ze al een soort informele vraagbaak voor migranten die de weg in Nederland nog niet goed kenden. Haar studies maatschappelijk werk en later sociologie waren logische vervolgstappen, net als haar rol in de oprichting van de Marokkaanse Vrouwenbeweging in Nederland, toen ze 22 was.

In de jaren tachtig en negentig maakte Arib carrière in de welzijnswereld en werd uiteindelijk senior beleidsmedewerker bij de Maatschappelijke Opvang en Gezondheidszorg, onderdeel van de gemeente Amsterdam. 

'Als ik haar bezig zag als Kamervoorzitter dacht ik altijd: volgens mij zou ze een goeie stand-upcomedian zijn. Ze is ontzettend gevat, charmant, voor niemand bang, heeft charisma en heeft een specifieke achtergrond waardoor ze op een hele eigen manier naar Nederland kijkt. Ik wil weten wie zij is en hoe het met haar gaat na alles wat er is gebeurd.'

Theo Maassen over Khadija Arib

Politica wilde ze naar eigen zeggen nooit worden. Ze had zich uit ergernis over de koers van de partij begin jaren negentig gemeld als lid van de Partij van de Arbeid, toen nog een onbetwiste volkspartij en de natuurlijke thuishaven van veel migranten. Toen ze gescout werd voor de Tweede Kamer, bleek ze op haar plek, en viel Arib op als onafhankelijke en heldere stem in het debat. 

In 2016 werd Arib gekozen tot Kamervoorzitter. Als gezicht van de Kamer werd ze snel populair, ze gold als gevat en charmant en stond boven de partijen. Ze trad streng op tegen niet-parlementaire omgangsvormen. Achter de schermen van de vergaderzaal ging Arib ook een strijd aan: die met de topambtenaren in de Kamer.

Toen ze in 2021 Kamervoorzitter af was en zich ging richten op het voorzitterschap van de parlementaire enquêtecommissie naar het coronabeleid, kwamen er twee anonieme brieven met klachten over een onveilige werksfeer onder Arib in de tijd dat zij Kamervoorzitter was. Er werd een onderzoek naar de feitelijkheid van de klachten over haar gedrag aangekondigd.

Arib toonde zich geschokt en maakte kort na het nieuws via Twitter bekend de Kamer te verlaten. Zonder afscheidsspeech of afscheidsbrief. Daarmee kwam een abrupt einde aan een carrière in het hart van de Nederlandse politiek die een kwart eeuw had geduurd.

'In Zomergasten wil ik praten over de strijd die een buitenstaander moet voeren om als volwaardig lid van de samenleving gezien en behandeld te worden, over de rol van de outsider en wat er voor nodig is om te aarden op vreemde bodem. Over de “gevestigde orde” in Nederland en hoe het is om daarmee te maken te krijgen. Ook wil ik het hebben over vertrouwen en wantrouwen tussen burgers en de staat: hoe zijn we veranderd als samenleving? Maar vooral stel ik de vraag: hoe ben ik zelf veranderd?'

Khadija Arib over Zomergasten