Sergeant-majoor Wilfred Hawker was een van de zestien militairen die op 25 februari 1980 de staatsgreep pleegden in Suriname. Hij keerde zich later tegen zijn voormalige kameraden en besloot tot het plegen van een tegencoup op 15 maart 1981. De couppoging mislukt, en Hawker wordt door Bouterse gevangengezet.

Op 11 maart 1982 overvalt Surendre Rambocus de Memre Boekoe kazerne tijdens een tweede tegencoup en wordt Hawker bevrijd. Rambocus en Hawker verschijnen op de 11de maart op de Surinaamse televisie. De volgende mededelingen worden gedaan: ‘Het land is vanaf nu in handen van een Nationale Bevrijdingsraad en verlost van Desi Bouterse en zijn ‘linkse revolutie’. Verder worden er op korte termijn verkiezingen in het vooruitzicht gesteld.

In de verdere uitvoering van de coup loopt het mis. De bemanning van een van de pantserwagens die het hoofdkwartier van Bouterse zou aanvallen, loopt over. Vervolgens opent Bouterse de jacht op Rambocus en zijn aanhangers. Hawker raakt gewond in een vuurgevecht met loyalisten en komt in het ziekenhuis terecht. Volgens de verplegers is hij daar hardhandig uitgesleurd door het militair gezag. Zonder enige vorm van proces wordt hij op zijn brancard gefusilleerd. Surendre Rambocus is één van de 15 mensen die later tijdens de decembermoorden 1982 wordt geëxecuteerd.