Extra informatie over het fragment van Roobjee uit zijn Archief Ter Bevordering van De Spraakverwarring Der Eenentwintigste Eeuw

Henny Vrienten toonde twee fragmenten van de Vlaamse televisie. Eerst uit 'Tienerklanken':  een donkere autosnelweg waaronder we het geluid van voetstappen horen en een quote van Roobjee.  In het fragment uit 'Ziggurat' zien we een intro van Roobjee die voorleest uit De Kleinzoon van de Letterzetter, een provocerende ontwikkelingsroman. Vervolgens een interview met Roobjee in zijn universum.

Pjeroo Roobjee

'Pjeroo Roobjee is een artistieke veelvraat: schilder, tekenaar, theatermaker, acteur, zanger en auteur.' Zo beschrijft de Krant van West-Vlaanderen (12 december 2008) de kunstenaar, die in 1945 in Gent werd geboren als Dirk de Vilder.

Zijn artiestennaam ontleende hij aan de meisjesnaam van zijn moeder: Robier. Zijn werk is uniek en laat zich niet in een hokje plaatsen: 'De schrijver en schilder Pjeroo Roobjee (Gent, 1945) timmert al decennia aan zijn eenzame weg, wars van modes en stromingen. Barok, geestig en melancholiek in zijn romans voor de fijnproevers, concreet, kleurrijk en maatschappijkritisch in zijn eveneens vaak grappige (maar ook wrange) beeldende werk.


Het Archief Ter Bevordering Van de Spraakverwarring Der Eenentwintigste Eeuw

Over zijn bewaarzucht:

"Ik leef niet in deze tijd, ik leef er tegen", verzucht Roobjee.[...] Alleen te midden van boeken en archiefstukken, pennen en schrijfpapier, "omringd door mijn goedjongstige demonen", kan hij goed ademen. 'Op het vergeelde behang heeft zijn vrouw Leentje ooit met twee toetsen verf aangegeven hoe ze de eetkamer binnenkort wil gaan stofferen. Roobjee greep in: het vooroorlogse behang, dat al enigszins afbladdert, maakt net als zijn vreemde woordenschat, deel uit van zijn schrijverswereld. Het mag niet weg, zoals ook de duizenden paperassen uit zijn grote Archief Ter Bevordering Van De Spraakverwarring Der Eenentwintigste Eeuw. Al jaren bewaart Roobjee alles, van souvenirs tot oud papier. Toen hij een tijd geleden verhuisde, deed hij een en ander weg, maar "veel van wat ik overdag buiten aan de deur zette, haalde ik 's nachts weer naar binnen".' 'Hij is een "bewaarder van woorden", een conservator van een tijd die voorbij is. "Het is altijd zo geweest, ik probeer datgene te redden wat dreigt te verdwijnen. Waarom zit ik hier in dit decor? Dat is mijn gebied, het is mijn materiaal".'

(de Volkskrant, 7 november 2008 )

Zal Pjeroo ooit de eeuwige roem bereiken vanuit Ellezelles?
Roobjee woont in het Belgische Ellezelles, in de landelijk gelegen voormalige directeurswoning van een oude fabriek. In het naastgelegen fabrieksgebouw heeft hij zijn schildersatelier en 'eenzame, wakke schrijversiglo' (aldus Roobjee in de Volkskrant op 7 november 2008). Zijn afgelegen woonplaats zou volgens Guido Lauwaert weleens de reden kunnen zijn dat Roobjee relatief onbekend is gebleven:

Waarom, waarom is Pjeroo nooit doorgebroken? Waarom haalt een roman hooguit een tweede druk, verkoopt zijn beeldend werk mondjesmaat en wordt zijn toneelwerk slechts opgevoerd door bevriende tot sympathiserende gezelschappen? De enige verklaring, lijkt me, is dat Pjeroo gekozen heeft voor de eenzaamheid van de Vlaamse Ardennen. Om er te leven, te schrijven en te schilderen. Ten bate van de kassa is het niet de geschikte plaats. Jammer, maar zo is het nu eenmaal. In ons taalgebied is er maar een literaire stad, Amsterdam. [...] Zal Pjeroo ooit de eeuwige roem bereiken? Dat weet ik niet, maar ik gun het hem, uit de grond van mijn nieuw hart. Want ik schat hem als beeldend kunstenaar hoger in dan Karel Appel en als schrijver net onder James Joyce.

(Guido Lauwaert, Tijd Nieuwslijn, 12 september 2001).

Helemaal miskend als artiest is Roobjee niet: zo heeft een van zijn schilderijen een plekje verworven in het Vlaams Parlement en zijn er boeken uitgegeven over hem en zijn werk.

Van woordkunstenaar tot prentschilderaar

Roobjee debuteerde in 1966 als auteur met zijn roman 'De Nachtschrijver' (kijk voor alle titels die hij als auteur uitbracht bij de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren), en produceerde een grote hoeveelheid schilderijen. Daarover zegt hij: 'De mensen begonnen mijn prentjes mooi te vinden, en dat was wel het laatste van mijn bedoelingen. De aantrekkelijkheid van de afbeeldingen stond duidelijk in de weg van de ideeën die er achter lagen. (...) Daarom besloot ik er komaf mee te maken, voortaan alleen een soort niets te schilderen, leegte, stront...' (Roobjee in gesprek met Max Borka in De Morgen, 8 juni 1985). Tot Roobjee's recente wapenfeiten horen de film 'De veer van César' en de roman 'Een mismaakt gouvernement' (beide uit 2011).

Meer weten? Een mooie bundeling van Roobjee's kunstwerken is te vinden in 'Roobjee, een abc' van Johan Pas (Lannoo 2006). Een overzicht van alle publicaties door en over Roobjee tot 1990 is te vinden in de Bio-bibliografie van Pjeroo Roobjee van Brigitte de Mulder (1991).

Luister op het VPRO Radioarchief naar interviews met Pjeroo Roobjee over zijn werk, zijn vriendschap met Hugo Claus en zijn wereldbeeld.