Poetry International (#1)
Live vanuit Rotterdam: Tien bundels kent het oeuvre van dichter B. Zwaal intussen. De eerste verscheen in 1984. Behalve als dichter was Zwaal ook jarenlang als regisseur verbonden aan bewegingstheater BEWTH. Zijn er overeenkomsten tussen het ensceneren van mensen en van woorden? Catherine van Campen en Jeroen van Kan vragen het hem. Daarna: In 2006 pleegde Jeroen Mettes zelfmoord. Hij was toen nog maar 28 jaar oud, maar had intussen in kleine kring grote bekendheid opgebouwd met een blog dat hij bijhield over poëzie. Een ruime keuze daaruit is uitgegeven onder de titel ‘Weerstandsbeleid’, en een ander deel bevat Mettes’ epische gedicht ‘N30+’ waarmee hij genomineerd werd voor de C. Buddingh'-prijs. Dichter Samuel Vriezen haalt herinneringen op aan Mettes, met wie hij was bevriend.
Om half tien: Ron Silliman maakt deel uit van een groep experimentele Amerikaanse dichters die bekendheid heeft gekregen onder de naam Language Poets. De poëzie die deze dichters voortbrengen is doorgaans lang van stof, doet zich meestal voor als proza, is niet zelden politiek van aard en er moet veel tussen de regels gelezen worden. Dat het een soort poëzie is waar sommige Nederlandse lezers aan zullen moeten wennen, heeft te maken met onze eigen poëtische traditie. Hoe rijk die ook is, gedichten zoals die van Silliman en de zijnen bestaan hier nauwelijks. Pas de laatste jaren heeft een aantal jonge Nederlandse dichters belangstelling gekregen voor de experimenterende Amerikanen. Jeroen Mettes, Arnoud van Adrichem en Samuel Vriezen. Jeroen van Kan en Catherine van Kampen in gesprek met Ron Silliman en Samuel Vriezen.