Argos
De zaak Lancee
In Argos een gedetailleerde reconstructie van de rol van het Openbaar Ministerie in de zaak Lancee. Argos citeert uit vertrouwelijke interne rapporten van de Groningse politie en van het Openbaar Ministerie. Wie was werkelijk verantwoordelijk voor de blunders in de zaak Lancee?
In Argos een reconstructie van de zaak Lancee en de rol van het Openbaar Ministerie in deze zaak. Politiechef René Lancee van Schiermonnikoog werd in april 1996 door zijn dochter beschuldigd van incest, waarna hij door het Openbaar Ministerie met veel machtsvertoon werd gearresteerd. Later trok zijn dochter de aanklacht in. Toen in 1998 het rapport-Bakkenist verscheen over de crisis bij politie en justitie in Groningen (die leidde tot het aftreden van onder meer burgemeester Ouwerkerk en korpschef Veenstra) bleef het Openbaar Ministerie buiten schot. De reden hiervoor was dat het OM fouten had gemaakt in de zaak Lancee en deze wilde wegmoffelen. Het programma bevat een reconstructie van de zaak Lancee aan de hand van vertrouwelijke interne rapporten die journaliste Margot de Jong van het 'Groninger Dagblad' boven water wist te krijgen. Uit de reconstructie blijkt dat de Groningse hoofdofficier van Justitie Daverschot, plaatsvervangend hoofdofficier Van Capelle, en procureur-generaal Steenhuis ten onrechte buiten schot zijn gebleven en dat korpschef Veenstra ten onrechte is ontslagen.
Het programma bevat vraaggesprekken hierover met:
- persofficier van Justitie De Valk (telefonisch);
- voorzitter Van Duyn van de Nederlandse Politiebond;
- journaliste Margot de Jong van het 'Groninger Dagblad'.
Bevat Historische geluidsfragmenten en fragmenten uit Tv-programma’s.
Journaliste De Jong leest fragmenten voor uit het door rechercheur Koster afgenomen verhoor van de dochter van Lancee.
-------------
Inleidende teksten:
Tekst 1
Kort na de rellen in de Groningse Oosterparkwijk lekte een week geleden het rapport Bakkenist uit. Een rapport dat een weinig rooskleurig beeld schetst van de onderlinge verhoudingen tussen politie en justitie in Groningen. Dat bracht een kettingreactie op gang. Achtereenvolgens kwamen de Groningse burgemeester Ouwerkerk maar vooral ook de bazen van het Openbaar Ministerie onder vuur te liggen: hoofdofficier van justitie Daverschot in Groningen, procureur-generaal Steenhuis in Leeuwarden en zelfs minister Sorgdrager in Den Haag. Maar het begon allemaal met het terugtreden, vorige week donderdag, van de Groningse korpschef Veenstra.
Tekst 1-B
Volgens Veenstra was het rapport heel eenzijdig en bleef het Openbaar Ministerie veel te veel buiten schot. En dat was niet toevallig, zo legde hij uit in het radio 1-Journaal.
Tekst 1-C
Veenstra kent de voorgeschiedenis van het rapport. De aanleiding voor het onderzoek door het bureau Bakkenist was namelijk de zaak-Lancee. Lancee, de ex-politiechef van Schiermonnikoog, die samen met zijn gezin in april 1996 met veel machtsvertoon door een arrestatieteam van het Waddeneiland werd geplukt, op beschuldiging van incest door zijn 17-jarige dochter Bianca. Na een paar maanden trok Bianca al haar beschuldigingen in en bleef er van de zaak tegen Lancee helemaal niets over. En ook al gaat het rapport-Bakkenist op de zaak zelf nauwelijks in, toch ligt de sleutel tot de huidige crisis in Groningen vooral in die zaak-Lancee. En dan met name in de pogingen van de top van het Openbaar Ministerie om de eigen kwalijke hoofdrol bij de blunders en miskleunen in deze zaak af te dekken en weg te poetsen.
In Argos daarom vandaag een reconstructie van de rol van het OM in de zaak-Lancee. We doen dat vooral aan de hand van vertrouwelijke interne rapporten die journaliste Margot de Jong van het Groninger Dagblad/Drentse Courant boven tafel heeft weten te krijgen.
Tekst 2
Maar eerst gaan we terug naar april 1997. Op dat moment waren al de nodige justitiële blunders naar buiten gekomen. Die hadden geleid tot Kamervragen over de zaak-Lancee. Maar minister Sorgdrager wilde maar nauwelijks erkennen dat er in deze zaak grove fouten waren gemaakt. Ze deed dat in navolging van het Groningse OM dat in de persoon van persofficier van justitie De Valk elke kritiek wegwoof. Dat deed hij ook tegenover Argos-redacteur Gerard Legebeke toen die hem aansprak op het krakkemikkige eerste verhoor van dochter Bianca, waarbij ook een officier van justitie aanwezig was geweest.
Tekst 3
Nu, al bijna weer een jaar later en bijna twee jaar na de arrestatie van Lancee, is er inmiddels wel wat meer duidelijk over de rol van het OM. Maar dat ligt niet aan dat OM zelf. Justitie Groningen weigert nog steeds opening van zaken te geven. Het is vooral te danken aan de naspeuringen van journalisten zoals Margot de Jong van het Groninger Dagblad/Drentse Courant. Zij is vanaf het begin in de zaak gedoken. En om de alles bepalende rol van het Openbaar Ministerie te begrijpen, moet je ook terug naar die allereerste beginfase, legt zij. Naar de eerste contacten tussen justitie en Lancee's dochter Bianca in april 1996.
Tekst 4
Achteraf is wel duidelijk geworden welke pet Dorhout op had, want door het 'proces-verbaal van bevindingen' dat hij van het gesprek op vrijdag 19 april maakt, krijgt het een officiële status. De Groningse officier van justitie Dorhout is op dat moment gedetacheerd in Leeuwarden, als waarnemend advocaat-generaal bij het parket van procureur-generaal Steenhuis. Op grond van van Dorhouts rapportage wordt besloten dochter Bianca uitgebreid te laten verhoren. Dat verhoor, op 22 april 1996, is op de band opgenomen en daar is weer een transcript van gemaakt. Journaliste Margot de Jong heeft dat in handen weten te krijgen en pakt het erbij om enkele voorbeelden te geven van de knullige manier waarop rijksrechercheur Koster Bianca urenlang verhoorde in aanwezigheid van de mentor van de school en - opnieuw - officier van Justitie Dorhout.
Tekst 5
Aan het eind van het verhoor speelt officier van justitie Dorhout nog een heel speciale rol, zo blijkt uit het letterlijke transcript van de bandopname.
Tekst 6
Het OM verdedigt zich achteraf door steeds weer te zeggen dat het in zedenzaken nu eenmaal erg moeilijk is om achter de waarheid te komen. Maar volgens Margot de Jong gaat dat in dit geval niet op.
Tekst 7
Het Openbaar Ministerie in Groningen is verantwoordelijk. Maar tot nu toe is onderbelicht gebleven dat die verantwoordelijkheid niet alleen bij het OM in Groningen ligt. Die verantwoordelijkheid ligt namelijk vanaf het allereerste begin - zelfs nog voordat het eerste echte verhoor plaatsvindt - ook bij een nog veel hoger echelon in de hiërarchie van het Openbaar Ministerie, namelijk rechtstreeks bij het parket van de deze week in opspraak geraakte procureur-generaal Steenhuis in Leeuwarden.
Tekst 8
Officier van justitie Dorhout heeft dus in de zaak-Lancee vanaf het prilste begin overlegd met de toenmalige plaatsvervanger van procureur-generaal Steenhuis, de heer Roelse. En van de plaatsvervangend procureur-generaal ook goedkeuring gekregen voor zijn activiteiten.
Tekst 9
Twee dagen na het uitgebreide verhoor van Bianca, op 24 april 1996, wordt er dus een speciaal onderzoeksteam gevormd in de zaak-Lancee. En krijgt de Groningse hoofdofficier Daverschot vanuit het OM de leiding over het onderzoek.
De twee rechercheurs van de Groningse politie in team krijgen overigens meteen op de eerste bijeenkomst ingepeperd dat het onderzoek in handen ligt van de rijksrecherche. Dat wil zeggen, dat het OM in alle opzichten aan de touwtjes trekt. De Groningse politie mag in het onderzoeksteam alleen maar meehelpen.
Tekst 10
Bianca Lancee woont door de week in Groningen, op een eigen studentenflat. Aan het eind van die april-week, op vrijdagmiddag, wil Bianca ineens gewoon naar huis, naar Schiermonnikoog. Journaliste Margot de Jong:
Tekst 11
Eerder die woensdag was het ook de twee rechercheurs van de Groningse politie tijdens de eerste bijeenkomst van het speciale onderzoeksteam al duidelijk geworden, dat er op dat moment - dus twee dagen voor vrijdag - al een beslissing was gevallen over de manier waarop de arrestatie van Lancee zou gaan gebeuren.
Tekst 12
Dus niet op vrijdag, noodgedwongen door het telefoontje van Bianca, maar al op woensdag was de plaatsvervangend Groningse hoofdofficier Van Capelle van plan Lancee met een AT, een arrestatieteam, te arresteren.
Van Capelle is overigens een oude bekende uit de IRT-affaire. Als Amsterdamse IRT-officier van justitie ontpopte hij zich in 1993 als warm voorstander van de zogenaamde IRT-methode. Hij vond die wel aanvaardbaar, in tegenstelling tot de leiding van het Amsterdamse politiekorps en van het Amsterdamse OM. Van Capelle gaf toestemming voor het doorlaten van grote hoeveelheden soft drugs. En zelfs het bewust doorlaten van harddrugs kon in zijn ogen noodzakelijk zijn. Van Capelle was daarmee een van de hoofdpersonen uit de IRT-affaire. Op 2 oktober 1995 werd hij door de parlementaire enquêtecommissie verhoord.
Tekst 13
Van Capelle had als IRT-officier ook niet de moeite genomen om zijn superieur, de Amsterdamse hoofdofficier Vrakking, op de hoogte te stellen van de toepassing van de op zijn minst buitenissige IRT-methode. Vanwege zijn rol in de IRT-affaire was in hij september 1994 weggepromoveerd naar Groningen en was daar - opmerkelijk genoeg - zelfs plaatsvervangend hoofdofficier van justitie geworden. En nam hij in de zaak-Lancee opnieuw zijn toevlucht tot op zijn minst buitenissige methoden. Maar in dit geval waren zijn superieuren, Daverschot en Steenhuis, wel op de hoogte, vertelt journaliste Margot de Jong. Zelfs in een vroegtijdig stadium.
Tekst 14
Naarmate er meer wordt onthuld in de pers over de blunders in de zaak-Lancee, wil ook de Tweede Kamer meer informatie over wat er precies is gebeurd. In oktober 1996 vraagt minister Sorgdrager uiteindelijk om een rapport aan de hoogste baas van het OM, voorzitter Docters van Leeuwen van het college van procureurs-generaal. Die laat zich informeren door Steenhuis en Daverschot. In de uiteindelijke rapportage van Docters aan de minister blijft het OM weigeren om de vele gemaakte fouten werkelijk te erkennen. Ook Sorgdrager neemt aanvankelijk die houding aan, maar de Kamer eist van haar dat zij op zijn minst toegeeft dat de inzet van het arrestatieteam een wel erg grof middel is geweest. Als de minister dat schoorvoetend doet, lijkt de Kamer weer tevreden en laat zich verder afschepen met de belofte van Sorgdrager dat bureau-Bakkenist een onderzoek gaat doen. Maar op dit moment weet de Kamer nog steeds niet precies wie binnen het OM waarvoor verantwoordelijk is geweest. Ook uit het rapport-Bakkenist blijkt dat niet.
Uit de vertrouwelijke brieven, gericht aan Steenhuis en aan Docters van Leeuwen, valt op te maken dat er het nodige is verdoezeld en afgedekt, zegt Margot de Jong. Bijvoorbeeld dat bij het eerste, zo belangrijke verhoor, waarop de hele zaak is gebaseerd, zo ongeveer alle richtlijnen zijn overtreden die er voor zedenzaken bestaan. Uit het ambtsbericht van hoofdofficier Daverschot haalt De Jong een ander voorbeeld.
Tekst 15
Dat is niet zo verwonderlijk want de evaluatie van de Groningse politie staat vol kritiek op de rol die het OM in de zaak-Lancee heeft gespeeld.