W.G. Sebald
Het was woensdag 14 december precies tien jaar geleden dat de Duitse schrijver W.G. Sebald op 57-jarige leeftijd overleed. De auto die hij bestuurde botste frontaal op een vrachtwagen, vlakbij zijn huis in Norfolk Engeland. Sebalds eerste literaire boek kwam laat: op z’n 47ste. Hij had toen al een lange wetenschappelijk carrière achter zich. Hij promoveerde in 1973 met een studie over Alfred Döblin, werd hoogleraar Duitse letterkunde aan de universiteit van East Anglia en publiceerde veel over het werk van uiteenlopende schrijvers als Arthur Schnitzler, Franz Kafka, Peter Altenberg en Joseph Roth. Tot hij merkte dat het schrijven pas echt interessant voor hem werd als hij niet gehinderd werd door de strikte regels die de wetenschap hem oplegde. In twintig jaar tijd ontstond een imposant oeuvre, met boeken als 'Austerlitz', 'De ringen van Saturnus', 'De emigrés' en 'Campo Santo', dat postuum verscheen. Wim Noordhoek en Jeroen van Kan spraken met schrijver Daniël Rovers, liefhebber van het werk van Sebald, en met Ria van Hengel, die veel van zijn werk in het Nederlands vertaalde.