Shakespeare's vogels
Dat gold niet alleen voor de rijkdommen van het land, maar ook voor het landschap zelf. Konijnen in Australië zijn misschien het bekendste voorbeeld van deze 19e eeuwse trend om dieren en planten uit het thuisland over te brengen naar de kolonies. In 1871 werd door Eugene Schieffelin een Acclimatisation Society in New York opgericht. Schieffelin, zoon van een rijke farmaceut, was niet alleen hevig geïnteresseerd in kunst en literatuur, maar ook een verwoed amateur ornitholoog. Het verhaal wil dat hij gebruik maakte van een wel heel bijzonder criterium. Alleen vogels, die minstens eenmaal in het werk van William Shakespeare worden genoemd, mochten van hem ingevoerd worden. Dat zijn er overigens heel wat, van nachtegalen en roodborstjes tot mussen en spreeuwen. De spreeuw is inmiddels wijd verspreid in Amerika, overigens niet tot ieders tevredenheid, want de meeste Amerikaanse vogelliefhebbers kijken veel liever naar de inheemse soorten dan naar deze ordinaire Europese vogel. Schrijver en bioloog Tijs Goldschmidt raakte geïnspireerd door het verhaal over Schieffelin. Hij vroeg zich af in hoe verre Shakespeare daadwerkelijk het aanzien van de nieuwe wereld heeft veranderd. Noorderlicht ging met hem mee naar New York op zoek naar bronnen voor dit verhaal. Samenstelling en regie: Marian Tjaden Produktie: Karin Spiegel/Madeleine Somer Eindredaktie: Hansje van Etten