De Robocup
Ze zijn niet veel groter dan een stofzuiger, zien er allesbehalve sportief uit, maar toch kunnen ze het: voetballen. Komende week nemen de mechanische voetballers van de Technische Universiteit Eindhoven het op tegen teams uit de hele wereld. Het is hun debuut op het wereldkampioenschap voetbal voor robots, de Robocup 2006. De aftrap is komende dinsdag in Bremen. "Het is natuurlijk iets Japans", begint Jac Goorden, wiskundige en projectleider van het robotteam van de Eindhovense universiteit Tech United. "In 1995 zijn de robotkampioenschappen opgezet en het doel is in 2050 een team van mensachtige robots te laten spelen tegen de wereldkampioen voetbal. Een ambitieus voornemen." De 'stofzuigers' van de Eindhovenaren zijn voorlopig alles behalve mensachtig. Maar wel van het type dat volgens Goorden in 'de championsleague van het robotvoetbal' speelt. Aan het kampioenschap in Bremen doen namelijk heel veel verschillende voetballende robots mee. De organisatie van de cup noemt de competitie waarin Tech United is ingedeeld de 'middle sized robot league'. De voetballers uit Eindhoven zijn gloednieuw. In het voorjaar van 2005 besloot een groepje TU'ers mee te doen aan de cup. "Een paar mensen had een keer een toernooi gezien en besloot: dat willen wij ook. Het leek een mooie manier om met verschillende disciplines aan een project te werken en bovendien een leuk evenement in het kader van het lustrum van de TUE, die dit jaar vijftig jaar bestaat." Al snel werd een dertig man tellend ontwerp- en bouwteam gevormd en heftig gediscussieerd over wat voor robot dan te bouwen. Goorden: "Rond september, oktober was het eerste prototype klaar. Dat was gebaseerd op modellen die al bestonden. Een regel binnen het robotvoetbal is namelijk dat iedereen kennis moet delen, zodat de robots snel steeds beter kunnen worden. Anders wordt dat ambitieuze doel immers niet gehaald. We zijn met onze speler naar een toernooi geweest om 'm te testen en te kijken naar de prestaties van andere machines. Daar bleek dat we nog een lange weg te gaan hadden. Het enige wat de onze kon was een beetje rond rijden." En de TU ging - en gaat - natuurlijk voor winst. Maar voordat ze daar enigszins op mochten hopen, moest hun pupil toch op zijn minst een bal kunnen onderscheiden van andere bewegende objecten (zoals tegenstanders), behoorlijk kunnen trappen en tempo kunnen maken. Daarnaast is het wel handig als de robots kunnen zien waar ze zich in de ruimte bevinden en hun route kunnen plannen, oftewel in staat zijn de kortste weg naar de bal af te leggen. Elektrotechnici, werktuigbouwkundigen en informatici braken zich het hoofd over hoe dat voor elkaar te krijgen. Rond de kerst kwamen ze met een tweede model . Deze vonden ze zo goed, dat ze er vier bij maakten. Een vijfkoppige ploeg van de TUE was compleet. Maar echt klaar voor de start zijn de spelers nog niet. In april van dit jaar deed Tech United voor het eerst mee met een toernooi en dat ging volgens Jac Goorden niet best. "Vorige week nog speelden ze een oefenpotje tegen het meer ervaren team van Philips en die wedstrijd blonk uit in technische mankementen, aan beide zijden." Philips trad al vaker met een ploeg aan op het robo-wk en greep zelfs een keer de titel. Desalniettemin heeft Goorden goede hoop. "Ze trappen goed, de snelheid is goed - ze zijn binnen drie seconden aan de overkant van het twaalf meter lange veld - dus we maken een kans. Teams waarvoor we moeten vrezen zijn natuurlijk die uit Japan, de Portugese ploeg, Philips en de Duitsers. Maar die moet je nooit onderschatten." Morgen vertrekken de vedetten, met twintig man menselijke entourage, richting Bremen. Dinsdag wordt de poule-indeling bekend gemaakt en moeten alle spelers een proeve van bekwaamheid doorstaan. Ze mogen een paar keer slalommen en worden streng gecontroleerd op eventuele scherpe uitsteeksels, die de tegenstanders kunnen verwonden. Woensdag begint dan het echte werk. Zondag de 18e is de finale. Helaas spelen de Nederlandse robots niet in het oranje. "De bal is dat namelijk al. En de kleur is hetgeen waaraan ze die herkennen. Alle spelers zijn in het zwart, met uitzondering van de gekleurde rugnummers. De shirts van ons, de supporters, hebben wel een oranje randje", aldus een trotse projectleider. Remy van den Brand