Afrika uit
Toen Eugène Dubois in 1925 de fossielen van ‘zijn’ Javamens dan eindelijk uit zijn Amsterdamse woning tevoorschijn haalde om er afgietsels van te laten maken, beleefden de botten een fraaie comeback. Zeker toen er in dezelfde periode een fors aantal vergelijkbare mensachtige resten in de buurt van de Chinese hoofdstad Peking werden gevonden, rees het vermoeden dat de Javamens toch wel eens iets bijzonders kon zijn. Een paar jaar na Dubois’ dood in 1940 werd zijn vondst tot echt mens herdoopt, en kregen de fossielen officieel de naam ‘Homo erectus’, ‘rechtopstaande mens’. Inmiddels zijn er van zo’n 150 individuen van Homo erectus fossielen gevonden, in ouderdom variërend van 1,8 miljoen jaar tot pakweg een half miljoen jaar. En omdat ze over de halve wereld verspreid zijn geweest – behalve in Azië ook in Afrika en, waarschijnlijk, Europa en Australië – zijn ze lang beschouwd als de directe voorouders van de moderne mens. Toch een beetje de ontbrekende schakel waar Dubois zo op gehoopt had. Met een schedelinhoud vanaf 900 kubieke centimeter begon hij de gemiddeld 1350 kubieke centimeter van moderne mensen te naderen. Bovendien maakte Homo erectus gereedschappen. Naar alle waarschijnlijkheid was hij ook de eerste mensachtige die met vuur kon omgaan. Homo erectus, zo lijkt het, kon moeilijk stilzitten. Er zijn aanwijzingen dat individuen van de soort tot drie keer toe Afrika hebben verlaten om de rest van de wereld te verkennen. Teruggevonden schedeldaken nabij Dmanisi in Georgië, een gebied tussen de Zwarte en Kaspische Zee waar iedereen die Afrika uitloopt op afkoerst, suggereren dat dat kort na zijn ontstaan voor de eerste keer gebeurde – 1,75 miljoen jaar geleden. Het idee is dat honger de drijfveer voor de reis geweest is. Zijn toenemende hersenomvang en lichaamslengte zou een grotere consumptie van dierlijke eiwitten noodzakelijk maken, groter dan Homo erectus in zijn oorspronkelijke leefgebied aantrof. Toch heeft ook Homo erectus het uiteindelijk niet gered. Hij stierf overal waar hij zich had gevestigd uit. Hoewel – sommigen menen dat hij de voorouder was van de Neandertalers, een idee dat heftig wordt betwist omdat er onenigheid bestaat over het tijdstip waarop de laatsten ter wereld kwamen. Traditioneel heet het dat de Neandertalers een kwart miljoen jaar geleden werden geboren, maar recenter zijn de ideeën dat dat al 0,7 miljoen jaar geleden gebeurde. Volgens deze theorie kreeg Homo erectus in zijn nadagen een groeispurt, die zijn hersens en lichaam nog groter maakte. Daarmee zou hij naadloos zijn overgegaan in de Neandertaler. Feit is dat de Neandertalers een beetje de reuzen zijn geweest van alle mensachtigen. Hun fossielen laten soms diepe groeven in armen en benen zien, plaatsen waar dikke pezen van grote spieren aan vast gehecht zaten. Ook met hun hersengrootte versloegen ze de andere mensachtigen – zo is er een Neandertaler gevonden wiens schedelinhoud 1625 kubieke centimeter bedroeg. Liep het spoor daar dood? De jongste Neandertaler die ooit is teruggevonden, stierf zo’n 28.000 jaar geleden, in het huidige Kroatië. Op dat moment waren de moderne mensen al in opkomst – het oudst bekende exemplaar van Homo sapiens sapiens, de soort waar iedereen van vandaag de dag toe gerekend wordt, telt 40.000 jaar. Er is dan ook erg veel gespeculeerd over de vraag waarom de fysiek sterke Neandertalers het uiteindelijk aflegden tegen de kleinere en tenger gebouwde nieuwe mens. Was die slimmer? Ook is geopperd dat Neandertalers geen taal hebben gehad, omdat hun strottenhoofd niet in staat was om genoeg verschillende klanken uit te brengen. Maar dat is onzin – taal zit niet in je stembanden, maar in de hersens, en over het brein van de Neandertalers zijn geen bijzonderheden bekend. Zijn de Neandertalers echter wel uitgestorven? In 1999 ontketende de Amerikaanse hoogleraar antropologie Erik Trinkaus een ongemeen felle rel toen hij zei het bewijs te hebben gevonden dat er Neandertaalbloed in de aderen van moderne mensen heeft gevloeid.