Ongehoord
Centraal-Azië: achterland van gods wraak
In het centrum van de Oezbeekse hoofdstad Tasjkent staat het hotel Oezbekistan. Een lelijk gebouw dat geheel volgens voormalige Sovjet-modellen is gebouwd; 26 verdiepingen. Het hotel is angstig leeg en telt - als ik er ben - meer personeelsleden dan gasten. Tegenover dit hotel ligt een park, dat gedomineerd wordt door een protserig standbeeld van de nieuwe volksheld Timoer Lenk, ook wel Timoer de kreupele
of Tamerlan de Aardschudder genoemd. Timoer was een enorme schoft. Daarover kan geen twijfel bestaan. Hij had Mongoolse ouders, werd geboren in de buurt van Samarkand, leefde in de 14de eeuw en was na bijvoorbeeld Alexander de Grote en Djengis Khan de laatste van de grote wereldveroveraars. Volgens overlevering overtroffen zijn slachtingen de wandaden van al zijn voorgangers. Alleen al in India zouden zijn troepen meer dan vijf miljoen doden achtergelaten hebben. De activiteiten van Timoer Lenk waren overigens een voortzetting van tweeduizend jaar strijd en barbarij in Centraal-Azië. Activiteiten die dit deel van de wereld de bijnaam hebben gegeven: Het Achterland van Gods Wraak.
Als je van Tasjkent in Oezbekistan naar de naastgelegen republiek Kirgizstan wil, kun je over land op twee manieren. Een tocht van zo'n
vijftien uur door de bergen en de Ferghana-vallei, of een tocht die deels voert door Tadzjikistan. Op beide routes word je het slachtoffer van
corrupte politiemensen, die je voortdurend naar papieren vragen en vrijwel altijd iets ontdekken. Je moet dan steevast een boete betalen van 7.000 som. Dat is omgerekend 140 gulden en ongeveer anderhalf maal het gemiddeld maandinkomen.
Oezbekistan is een mooi land met een lange culturele traditie, die je vooral terugvindt in de steden Samarkand, Boechara en Khiva. Maar het is ook een vervelende politiestaat, waar de voormalige communisten nog altijd een monopoliepositie bekleden. Kirgizistan is vriendelijker, democratischer. Er is bijvoorbeeld persvrijheid. Grensplaats Osh, een armoedige, weinig uitnodigende stad van zo'n 250.000
inwoners, bestaat eerdaags 3000 jaar en dat gaan ze in het jaar 2000 groots vieren. 'Osh is ouder dan Rome', staat er op borden in en rond de stad. Maar van die ouderdom is niets terug te vinden. Oude karakteristieke gebouwen zijn er niet of nauwelijks. En dat Osh ooit een knooppunt was op de Zijderoute wordt alleen maar duidelijk in het plaatselijke museum, waar de route op een kaartje is ingekleurd. Opium en heroïne worden vanuit Afghanistan, via het Pamir-gebergte in Tadzjikistan naar Osh vervoerd. Vandaar gaat het de wereld over.
In 1990 waren er in Osh en omgeving verschrikkelijke rellen tussen Oezbeken en Kirgiezen. Volgens officiële cijfers vielen er driehonderd doden en meer dan duizend gewonden. In Osh beweert men dat die aantallen veel hoger waren. De pers werd geweerd, maar er zijn amateuropnamen gemaakt die de verschrikkelijkste beelden te zien geven. Bijvoorbeeld van vermoorde baby's die aan vleeshaken zijn opgehangen. Als je vraagt of dit soort rellen zich kunnen herhalen stuit je bij zowel de Kirgiezen als Oezbeken op een muur van achterdocht en stilzwijgen. Maar volgens de Russen die er nog wonen is de situatie in feite nog uiterst gespannen. Zij verlaten het land dan ook en masse. ook al omdat ze bij het vinden van werk gediscrimineerd worden.