Ongehoord
In de schaduw van de piramides
In 1865 staat de Amerikaanse schrijver Mark Twain als een van de eerste moderne toeristen aan de voet van de piramide van Cheops. Als hij vol ontzag omhoog kijkt ziet hij zijn reisgenoten al halverwege de klim naar boven. Ook hij laat zich door bedoeïenen naar de top slepen. Eenmaal boven ergert hij zich aan het gezeur om geld maar beseft dan dat deze Mohammedanen met hun foute geloof toch naar de hel gaan -- een verkwikkende gedachte. Weer beneden laat Twain zijn cynisme varen voor de glimlach van de Sfinx. De betovering wordt verbroken als hij een landgenoot met hamer en beitel tegen het beeld ziet opklauteren. Het is de souvenirjager die op de Grand Tour door Europa en de Oriënt al zakken vol scherven van kerken en tempels heeft afgetikt. Inmiddels meer dan 130 jaar later staat er een hek om de piramides en is het verboden om nog naar boven te klimmen. Teveel toeristen zijn al naar beneden gekukeld. Maar gids Farrag Hawaash, bijgenaamd de Koning van Gizeh, verzorgt voor grof geld nachtelijke klimpartijen. De bewakers koopt hij om. Farrag's klanten zijn spirituallisten die menen dat de piramides vol zitten met elektromagnetische energiepunten. Bovenop het plateautje van Cheops branden ze kaarsen en sprenkelen parfum om de piramide-energie los te maken. 'Dan gaat je huid open en voel je de chakra van je nagels tot in de puntjes van je haar.' Ondertussen vertelt Farrag over de zielsverwantschap met de farao's, dat we niet zomaar sterven, dat we in andere personen terugkeren.
Gast na Ongehoord: Arno Egberts, Egyptoloog