Argos
De Turkse vrachtwagenchauffeurs.
Argos over de lotgevallen van Turkse vrachtwagenchauffeurs die voor Nederlandse transportondernemingen naar verre bestemmingen in Zuid- en Oost-Europa rijden.
Volgens de chauffeurs werken zij onder slechte arbeidsomstandigheden; zij worden niet volgens de voor die beroepsgroep geldende CAO betaald en maken veel te lange werktijden. De betrokken ondernemers ontkennen dat.
Gerard Legebeke onderzoekt of deze ondernemers, door het gebruik van buitenlandse vrachtwagenchauffeurs, de Nederlandse wetgeving met betrekking tot de arbeidsomstandigheden ontduiken?
Inleidende teksten:
tekst 1.a.
Afgelopen woensdag, een overbevolkte houtenbarak, een rondborstige Brabantse transportondernemer in gesprek met één van zijn 30 chauffeurs. Een Turkse man die het allemaal een beetje timide over zich heen laat komen. Zomaar één van die naar schatting vierhonderd Turkse chauffeurs die met een minimum aan rechten een maximale prestatie leveren bij één van de Nederlandse Transportbedrijven. Wie dacht dat er na de geruchtmakende affaire Stolk, halverwege de jaren 80, een einde was gekomen aan de mistoestanden in deze sector heeft het mis.
"We worden behandeld als beesten, zitten onverantwoordelijk veel uren achter het stuur voor een loon dat soms maar de helft van dat van een Nederlandse chauffeur bedraagt" zo lezen we in een onthullend artikel , gepubliceerd in het FNV-magazine van 16 januari. Het artikel veroorzaakte woedende reacties in kringen van de transportwerkgevers. Cao-ontduiking, uitbuiting? Komt U zelf maar kijken. ARgos verslaggever Gerard Legebeke maakte in gezelschap van Jose Onderdenwijngaard, de auteur van het gewraakte artikel een rondgang door de wereld op wielen.
tekst 1.b.
Een buitenlander die in Nederland legaal werk zoekt, heeft een verblijfsvergunning nodig. In het Internationaal transport geldt deze regel niet. De overheid vindt het onzin om een vergunning te eisen voor werkzaamheden die zich grotendeels buiten de Nederlandse landsgrenzen afspelen. De Turkse chauffeurs vallen wel onder de Nederlandse cao, maar toch zijn ze vooral bij werkgevers geliefd omdat ze zo goedkoop zijn, zegt de vervoersbond FNV. "Wie geen Nederlands leest of verstaat is niet moeilijk voor de gek te houden. Wie geen verblijfsvergunning heeft en weet dat hij het land uit moet als hij zijn werk kwijt is, houdt zijn mond wel." Dat is de stelling van FNV-bestuurder Jo van der Steen.
tekst 2.
Wat onzeker klimmen de verslaggevers omhoog in het trappenhuis van een torenflat in Krimpen aan de IJssel. Ze zijn op zoek naar een transportfirma, het transportbedrijf van de heer Bob Koenders. Na lang zoeken zitten ze nu goed. Maar tot hun grote verbazing blijkt het bij de Kamer van Koophandel geregistreerde adres op de vijfde verdieping van een wooncomplex te liggen. Bokoro BV, onder die naam opereerde transportondernemer Koenders vorig jaar nog, daarna was het even Rukoro BV en zijn nieuwste firma heet Exoptra BV. Allemaal gevestigd op dit adres.
tekst 3.
Na vijf minuten mogen de verslaggevers toch binnenkomen. De huiskamer blijkt tegelijkertijd dienst te doen als kantoor van Koenders' transportfirma. Op de plek waar in andere huizen de eettafel staat, staat hier een groot bureau.
Als Bokoro Transport reed Koenders met zo'n vier a vijf vrachtwagens op Oost-Europa en werkte vooral met buitenlandse chauffeurs, twee Turken en een aantal Polen en Engelsen. Vorig jaar september ging Bokoro BV failliet, maar Koenders was in februari al met stille trom uit de BV vertrokken. Daarna verwisselde de BV in korte tijd nog drie keer van eigenaar. De laatste eigenaar zit op dit moment vast, omdat hij niet wil meewerken aan de afhandeling van het faillissement.
tekst 4.
Alles is hij kwijt, inclusief zijn huis, zo vertelt deze Turkse vrachtwagenchauffeur in een koffiehuis in Rotterdam-Zuid. Hij zit in grote financiële problemen, omdat hij nog steeds geld moet krijgen van zijn vroegere baas. En die baas is directeur Koenders van het failliete Bokoro Transport. De chauffeur woont al jaren in Nederland en heeft ook een verblijfsvergunning. Alleen moet die wel elk jaar opnieuw worden verlengd. Een Nederlandse kennis is met de Turkse man meegekomen om hem te helpen bij zijn verhaal.
tekst 5.
Op het kantoor van de vervoersbond FNV in Rotterdam praten we met vakbondsbestuurder Jo van der steen. Hij is zelf vrachtwagenchauffeur geweest en kent de transportwereld door en door. Al jarenlang houdt hij zich bezig met het lot van de Turkse chauffeurs. Hij komt net uit een bijeenkomst met drie Turkse chauffeurs en hun tolk. ze zitten in de problemen. Worden bijna het land uitgezet, omdat er weer een kleintje failliet is.
tekst 6.
Het verhaal is niet nieuw. al in 1986 haalden Turkse chauffeurs bij het beruchte bedrijf Stolk de publiciteit toen zij in staking gingen wegens wanbetalingen en cao-ontduiking. Stolk ging uiteindelijk failliet. De ex-Stolkchauffeurs werden door bemiddeling van de Vervoersbond FNV geplaatst bij andere transportbedrijven die met turken werken, zoals Centrum en Rynart.
tekst 7.
Directeur Rinus Rijnart van Rijnart-Trading is boos. Boos over het artikel in het blad van de FNV over de uitbuiting van Turkse chauffeurs door Nederlandse transportondernemers. Hij is vooral verontwaardigd over de suggestie dat de Turken bij zijn bedrijf maar een grijpstuiver zouden verdienen. Dochter Carola Rijnart, die in het familiebedrijf de administratie doet, is ook aangeschoven.
tekst 8.
Van alles wordt er bij gesleept om te bewijzen dat het bij Rijnart-Trading helemaal volgens de regels gaat: stortingsbewijzen van de kinderbijslag, tachograafschijven en zelfs de persoonlijke bankboekjes van de Turkse chauffeurs.
Maar de twijfels over Rijnart komen niet alleen van de FNV. Ook in eigen gelederen wordt het mooie verhaal van Rinus Rijnart door sommigen met een korreltje zout genomen. Bijvoorbeeld door collega-transportondernemer Koenders uit Krimpen aan de IJssel.
tekst 9.
…
tekst 10.
…
tekst 11.
De directeur van rynart trading bv. komt er niet helemaal meer uit. Toch blijft het voor de vervoersbond FNV moeilijk om te bewijzen dat bedrijven als rynart strafbaar zijn.