Tegenlicht in de klas
Technologie als levensvorm
De overtuiging dat alles, dus ook het leven, niets meer is dan data lijkt op een nieuwe godsdienst en er zijn mensen die erin geloven.
Computersystemen worden steeds slimmer en kunnen met de huidige techniek, door middel van deep learning zichzelf dingen aanleren. Sommige mensen denken dat er een moment zal komen dat het menselijk brein wordt ingehaald door de computer en ze straks slimmer zullen zijn dan wij.
De expositie over AI: Artificiele Intelligentie in Groningen, gaat ook over dit thema.
Anders dan vroeger, kunnen we onze creaties echt tot leven laten komen. Daarbij leren en evolueren ze veel sneller dan wij en het wordt steeds belangrijker om ons af te vragen hoe ze zich tot ons verhouden.
Journalist Maghan O’Gieblyn schrijft over de relatie tussen technologie en religie.
Meghan is daarbij gefascineerd door één van de meest invloedrijke denkers op het gebied van AI, Ray Curtsweil van Google.
Volgens het Dataïsme is alles te vangen in data. Ook de veelzijdige menselijke geest. Als dat zo zou zijn, kunnen computerdatacenters in de toekomst ook zonder ons voortleven.
Elon Musk heeft een implantaat bedacht dat hersendata kan uitlezen. Het wordt getest op een varken.
Maar kan een computer ook het gevoel en het bewustzijn van het varken aflezen? Dat is een cruciale vraag voor het Dataïsme. Want pas als ook bewustzijn zelf op computers kan draaien, is digitaal leven eventueel mogelijk.
Computeringenieur en AI-wetenschapper Bernardo Kastrup denkt dat dat niet mogelijk is.
Sir Roger Penrose, één van de slimste wiskundigen ter wereld is het met hem eens. Hij laat dat zien aan de hand van een schaakopstelling die menselijke spelers meteen begrijpen, maar waar de slimste schaakcomputers niet uitkomen.
Bestaat het leven louter uit materie, zoals het Dataïsme ons doet geloven en zijn robots dan een volgende stap in de evolutie. Of is de mens toch uniek en hebben wij een onverklaarbaar inzicht dat niet in materie te vangen is? Het antwoord op die vraag lijkt nog ver weg.