Zuiderzeefilm (Acte 5)
Orion, D.J. van der Ven, 1928
5de deel van 7-delige film over de Zuiderzee en de plaatsen rondom. In deze aflevering: hooitijd, kinderklederdracht en volkskunst op Marken. BESCHRIJVING: 00.00 De haven van Marken met onberispelijk naast elkaar aan steigers afgemeerde botters. 00.15 Smal klinkerweggetje tussen de achtertuinen en de zee. 00.28 De hooimeiden op weg naar het gemeenschappelijk hooiland 00.37 waar zij het hooi aanharken en op hopen zetten. 00.57 Twee meisjes dragen een vracht hooi (=een boom) op twee lange stokken gestast, weg naar de waterkant van een sloot waar de boom van de stokken gekiept wordt. 01.10 Een "rook" gelijk aan drie bomen. Het gewicht is ca. 300 pond. 01.15 Met een mes wordt een kegeltje klei uit de grond gesneden. 01.32 De kegeltjes klei, die gebruikt worden om de te vervoeren roken aan te duiden (zie toelichting in de beschrijving van de auteur). 01.37 De meisjes plukken aan de wegkant een bloemetje en zetten dat op een grasspriet. De jongen, die de loting verricht, staat met zijn rug naar hun toe. 01.47 De jongen deelt de bloemetjes uit en bepaalt zo de volgorde van de draagsters en van de te vervoeren roken. 02.05 De hooimeiden, op hun knieen liggend, ontvangen van de jongen een lang stuk koek 02.18 alsmede bessenwijn, dat hij in witte kommetjes schenkt. 02.22 De meisjes genieten van de lekkernij. 02.31 Twee meisjes met speciale zonnemutsen op het hoofd. 02.39 Detailbeeld van een blonde schoonheid met prachtige zonnehoed. 02.44 Vruchtboom met takken vol bloesem. 02.48 Meisje plaatst een rijk-bloeiende paarse distel op de laatste te vervoeren vracht hooi. 03.03 De laatste, versierde vracht hooi op het waterschuitje, dat met een touw door de vaart getrokken wordt. 03.20 Panorama van de vaart met het schuitje en de slingerende landweg. 03.25 Hoog overhellend pannedak voor regenwaterafvoer. 03.41 De van uniform dragen vrijgestelde Marker postbode met een grote PTT-identiteitsplaat aan een ketting op de borst. 03.54 Vuurpot in ouderwetse vuurmand, 03.58 waaroverheen Marker vrouw laken spreidt en daarop kleertjes legt om die te verwarmen. 04.03 Het inbakeren van een Marker wisselkind, eerst de luier, dan een dekentje en dan weer een witte luier 04.42 vervolgens worden 5 (vijf)hoofdbedekkingen over elkaar op het hoofdje gezet: een witte onderdoek, twee voorhoofd lapjes, een wit kapje en tenslotte het "mussie" (mutsje). Tenslotte wordt het dekentje over het hoofdje geslagen en het wicht de camera getoond. 05.22 Het kind met speen in de mond ligt in de wieg. 05.28 Marker-kindje in de "droel-droel" een kaststoel. 05.35 Twee kinderen maken een praatje bij de stoel 05.40 waarin de peuter, in klederdracht, maar nu zonder hoofdbedekking met brede banden aan de rugleuning vastzit. 05.44 Trotse vader met zijn spruiten, temidden van Marker vissers. 05.57 Kinderen, spelend met speelgoed botters. 06.06 Detailbeeld van het rijk geborduurde mussie van een der jochies die geconcentreerd met een botterje speelt. 06.19 Van het tuinhek wordt met behulp van een zeil een echte botter geimproviseerd, waarin de kinderen naar hartelust spelen. 06.35 De kinderen varen mee in een waterschuitje. 06.42 Een op palen gebouwd woonhuis. 06.46 Drie meisjes kijken toe hoe Piet de Roos figuren snijdt in een paar klompen. 06.57 Een bewerkte klomp en het houtsnijmes, een spits geslepen scheermes. 07.03 Een paar bruidsklompen in kerfsnee bewerkt met de Turkse roos, de "driekrakeling" en de zevenroos. 07.07 Een paar bruidsmuilen met zilveren gespen en "gehakkelde randen" worden door een klein meisje getoond. 07.14 Een bewerkte kerkestoof met roosmotieven. Als het deurtje geopend wordt is het vuurpotje zichtbaar. 07.23 Een magelplank met de letters P.P.R. T.T.K., NND en het jaartal 1910. 07.40 Mangelen met behulp van mangelrol en mangelbord. 07.46 Op zondagochtend uitgehangen gordijnen. 07.47 Kind met donkere doek over het hoofd, de doek wordt afgenomen en de doopjurk wordt zichtbaar. 07.51 Detail van het doop-kleed met fijn borduurwerk, gevolgd door voorbeelden van excellente borduurkunst. 08.20 Een babbekist (soort bruidsdoos) vol met rijk versierde doekjes. 08.29 Babbekisten en kappedozen, eveneens bruidsdozen, bont beschilderd met bloemmotieven. 08.44 Een beschilderd bord met de tekst: Gelt is de Loos en een ander bord met Oost, West, thuis best. Dan een derde bord met tekst en een dikke familiebijbel met glanzende sluitingen, hangend aan een ketting. 08.52 Uit de laatste waterschuit wordt een boom hooi samengesteld en weggedragen. 09.13 Het laden van het hooi via een tussenplateau op de hooibeun, de Marker hooiberg op palen. 09.26 Hooimeisje maakt een boom hooi, die naar de weegschaal wordt gedragen en de driepoot op een houten raam gekiept. 09.46 De weegmeester zet twee gewichten op de basculeplank die prompt naar beneden zakt. Daarop wordt meer hooi toegevoegd aan de vracht op het raam. Als het gewicht is bereikt -25 kg- wordt het hooi van het raam gekiept. 10.02 Het hooi wordt op de botter geladen. 10.06 Drie hoogopgeladen botters achter elkaar naast de wal. 10.09 Met een sleepbootje wordt de botter de haven uitgesleept. 10.17 De hoogbeladen botter op de Zuiderzee. 10.24 Het schip bereikt de Vecht bij het Muiderslot. 10.34 De Marker hooiboer begeeft zich met een monster hooi op weg naar zijn klant, die hem hartelijk ontvangt, het monster terdege keurt en in orde bevindt, waarna de koop op handslag wordt gesloten. 11.05 Het hooi wordt van de botte op een boerenwagen van de koper geladen 11.16 die met een hoogopgeladen vracht over de ophaalbrug naar de boerderij verdwijnt. 11.28 Met een door een paard getrokken hooilift wordt het hooi naar boven in de hooiberg getransporteerd. Eerst wordt de liftbak volgegooid vanaf de boerenwagen; dan loopt de voerman met het paard een tiental meters weg, waardoor de lift, die met een touw over de hooiberg heen met het paard verbonden is, omhooggetrokken word. Na leging zakt de lift weer naar beneden. 12.29 Einde.