Het lichaam, voel het lichaam. Mijn knieën doen pijn. Concentreer je op de pijn. De pijn bonst daar bij mijn kuiten. Het prikkelt van binnen uit, en langzaam wordt de pijnlijke plek een amorfe massa die niet meer bij mijn lichaam lijkt te horen. Prima dat observeren van de pijn. Ik identificeer me helemaal niet met deze pijn. Ik kan dit ontzettend goed. Misschien word ik binnen een paar jaar ook wel zo’n meditatie juf, dan schrijd ik rustig, welwillend en vredig door het leven, met massa’s mensen die me ongelooflijk wijs vinden. O wacht, fantaseren. Politieagent bewustzijn trekt me weer bij de les.
De eerste meditatie wordt met een gong uitgeluid en we lopen allemaal naar de keuken, waar we zwijgend kruidenthee drinken. Er is één knappe man, maar ik vind hem niet aantrekkelijk, want hij doet te hard zijn best. Nadat de gong is gegaan, blijft hij nog even doormediteren – dat vind ik aanstellerig. Alsof hij geen pijnlijke knieën en slapende kuiten heeft na drie kwartier roerloos stil zitten.
Als we daarna weer gaan zitten in de meditatiezaal, zit ik voor de knappe man. Hij ademt vreemd en luidruchtig. Hij blaast keihard en kort uit, alsof hij stofjes in zijn neusgaten heeft zitten die eruit moeten. Ook ademt hij heel snel, het lijkt op hyperventilatie. Het is niet normaal constateer ik, deze ademhaling is door de hele zaal te horen. Ik doop de man tot de Ademhalist, ofwel de Incredible Breather, en ik fantaseer dat ik wijnkurken in zijn neusgaten prop die door zijn absurde uitadem met volle kracht door de meditatiezaal vliegen.
Naast mijn gemene grapjes blijkt mijn bewustzijn tijdens het mediteren een begeleidende soundtrack te produceren. Zo hoor ik plots keihard de lyrics van Donna Summers ‘Enough is Enough’ in mijn hoofd. Waar komt dat nummer opeens vandaan? Net als tijdens mijn bevalling, toen ‘Nachtmerrie (op hol)’ van Doe Maar op repeat in mijn hoofd stond.
En ik val vooral veel in slaap. Zittend. Langzamerhand bemerk ik de grens tussen de bewuste waaktoestand en de onbewuste slaaptoestand. De gedachten veranderen dan in beelden, puur associatief en vaak absurd. Soms, als je slaapt, kun je met een lichamelijke schok wakker worden, als je bijvoorbeeld droomt dat je struikelt. Zo voelt het in mijn geest, mijn bewustzijn zakt langzaam af in het onbewuste en dan glijdt het als het ware uit, en deng, met een klap ben ik weer aanwezig. Vaak glijdt mijn lichaam ook letterlijk uit, dan klapt mijn hoofd naar voren als ik in slaap val. Op een gegeven moment kan ik niet meer, ik sluip weg en ga spijbelen, in bed.