De dictator sliep op D-Day
Aflevering 1
In de nacht van 5 juni 1944 nam Hitler een slaappil. Hij werd te laat wakker om D-Day stop te zetten. Het was het begin van het einde. Foutje, bedankt. Van het een kwam zo het ander: dankzij de dictator die een gat in de dag geslapen had, behaalden de geallieerden een grote voorsprong tijdens D-Day.
Nee, dat was het niet. Het grote succes van D-Day kwam heus niet alleen door Hitler’s achteloosheid. Grotendeels lag het aan de goede voorbereiding van de geallieerden. Luchtverkenningen, bodemmonsters, inlichtingen gewonnen via het verzet en zelfs vakantiefoto’s van Britse toeristen hielpen om het invasiegebied tot in het kleinste detail in kaart te brengen.
Bovendien slaagden de geallieerden erin de Duitsers te misleiden. Met de afleidingsmanoeuvre Operatie Fortitude lieten zij de Duitsers geloven dat zij elders in Europa zouden binnenvallen. Zelfs Moeder Natuur hielp die zesde juni een handje mee: het was hondenweer! Te slecht weer voor een grootschalige militaire actie, zo dacht de Duitse legertop.
Voorbereiding was het halve werk, brute kracht deed de rest. D-Day zou de grootste amfibische invasie in de geschiedenis worden. Een ongekende hoeveelheid soldaten en materiaal zou de Franse kust bereiken. De geallieerden wisten waar ze aan waren begonnen. Maar de Duitsers hadden geen idee. Zelfs na de eerste bombardementen, de eerste parachutelandingen en het opdoemen van schepen voor de kust, sloeg de Wehrmacht niet direct groot alarm.
We willen maar zeggen: zelfs als Hitler wél fris en fruitig was geweest die ochtend, is het onwaarschijnlijk dat hij D-Day had kunnen tegenhouden.
Operatie Fortitude:
Met Operatie Fortitude wilden de geallieerden de indruk wekken dat zij in Noorwegen, de golf van Biskaje en het Nauw van Calais in Frankrijk zouden binnenvallen. Dit om de Duitse aandacht af te leiden van de daadwerkelijke invasie in Normandië.
De geallieerden bestormen de Normandische kust op D-Day.
individu of structuur?
Dit kleine incident roept vragen op over in hoeverre de kleine, maar juist ook grote, beslissingen van individuen het verloop van de geschiedenis bepalen.
En die vragen gelden ook voor een andere Hitler-gerelateerde kwestie. Historici vragen zich af of de Holocaust ook zonder Hitler zou hebben plaatsgevonden. En zij zijn het heus niet eens. Mening één, ook wel intentionalisme genoemd, vindt de schuld geheel bij Hitler: hij had altijd al een masterplan. Mening twee zegt: nee joh, zijn ondergeschikten waren verantwoordelijk voor de Holocaust. Mening drie is die van de functionalisten. Zij kijken niet eens naar individuen, maar beweren dat de Holocaust zich met een structurele, haast organische geleidelijkheid ontwikkelde. Stukje bij beetje leidde de radicalisering van de Duitse samenleving, die zich economisch en mentaal minderwaardig voelde na de Eerste Wereldoorlog, tot een breed draagvlak voor het uitroeien van de Joden. Het individu Hitler was, volgens deze manier van denken, niet doorslaggevend.
Intentionalisme en functionalisme:
In 1981 bedacht de historicus Timothy Mason de termen intentionalisme en functionalisme om het vraagstuk over wie of wat er verantwoordelijkheid draagt voor de holocaust toe te lichten
WAT?!
Ja, dit is uiterst controversieel: hoe kan iemand nou beweren dat Hitler, met zijn absurde ideeën die leidden tot de bekendste en grootste genocide in de wereldgeschiedenis, toch niet zo belangrijk was?
Tuurlijk, Hitler’s verschrikkelijke rol in de geschiedenis mag en kan niet zomaar ontkend worden. Maar dat is ook niet wat deze theorieën beweren. Wat ze wel doen is vraagtekens zetten bij de interactie tussen menselijke actie en structurele processen.
Nog een keer?
Even toelichten: het gaat erom of beslissingen van mensen doorslaggevend zijn voor de gang van zaken in de wereld, of dat het eigenlijk diepere structuren zoals macht, economie of bevolkingsgroei zijn die de loop van de geschiedenis bepalen. We noemen dit ook wel de kwestie actie-structuur. Het is een van de grote vraagstukken binnen het vak geschiedenis, historici breken zich het hoofd hier al jaren over.
Hoe kan iemand nou beweren dat Hitler toch niet zo belangrijk was?
Toen het vakgebied geschiedenis nog in de kinderschoenen stond, aan het begin van de negentiende eeuw, hielden geschiedschrijvers zich vooral bezig met belangrijke individuen. In deze “grote-witte-mannen-geschiedenis” ging het erom hoe het charisma, de besluitvaardigheid of juist de waanzin van een koning of keizer de geschiedenis had beïnvloed.
Ook nu vinden we dit perspectief, dat hoort bij de diplomatieke geschiedenis, overal terug. Merkel heeft de toekomst van de Eurozone in handen. Obama scherpt in zijn uppie de Amerikaanse wapenwetten aan. En Osama was hoogst persoonlijk verantwoordelijk voor 11 september. Klinkt logisch, maar moeten we het wel zo zien?
Ja, deels natuurlijk wel. Dat iedereen invloed uitoefent op zijn eigen leven staat buiten kijf, toch? We zijn aansprakelijk voor onze acties, want die hebben invloed op onze directe omgeving. En hoe ver die omgeving zich uitstrekt, verschilt weer per persoon. Een dictator heeft, helaas, meer invloed dan een vuilnisman. Dit kan ook goed uitpakken: sommige mensen hebben zoveel macht dat zij de wereld kunnen veranderen. Yes they can.
In de actie-structuur kwestie legt deze “diplomatieke” manier van kijken naar geschiedenis de nadruk dus op actie. Maar, wanneer we wat dieper graven, naar langetermijnfactoren, zien we dat de impact van menselijke beslissingen al snel veel kleiner wordt. Niet alleen dat van het individu, maar zelfs dat van menselijke acties in het algemeen.
Een dictator heeft, helaas, meer invloed dan een vuilnisman
Sommige historici, zoals de eerder genoemde functionalisten, beweren dat niet mensen, maar juist diepere processen de geschiedenis voortduwen. Een marxistisch historicus zal zeggen dat de wereldgeschiedenis begrepen moet worden als één grote klassenstrijd, die draait om het ongelijke bezit van productiemiddelen. Een historicus van internationale betrekkingen die de stroming realisme aanhangt, beweert juist dat de geopolitieke machtsstrijd tussen landen de kern van de geschiedenis is. En een historicus die let op geografie, zal stellen dat klimatologische verschillen leiden tot historische verschillen tussen gebieden of landen.
Menselijke actie? Nee hoor, de geschiedenis draait om structuur!
Wanneer we deze langetermijntheoriën toepassen op D-Day, is niet alleen de slaappil van de dictator minder relevant, maar zelfs de slimme militaire strategie van de geallieerden.
Laten we even speculeren over dat het al in de - geopolitieke of economische - logica van de geschiedenis vaststond dat de Duitsers de oorlog zouden verliezen. Dan is D-Day opeens geen allesbepalend keerpunt meer, maar slechts één bouwsteen van een dieper, ongrijpbaar proces, waarin menselijke acties geen belangrijk verschil maakten.
Het is verleidelijk je zomaar bij alles neer te leggen, maar ook gevaarlijk. Als de geschiedenis wordt voortgestuwd door diepere, organische processen, dan maakt het toch geen bal uit wat we doen? Of het nou gaat om een persoonlijke frustratie of een maatschappelijk probleem - een oorlog, wie weet - ach, we kunnen er toch niets meer aan doen. Wanneer alles vast ligt, dan maakt niets meer uit. Wel lekker makkelijk, die ondoorgrondelijke wil van de geschiedenis.
Wel lekker makkelijk, die ondoorgrondelijke wil van de geschiedenis
De kwestie actie-structuur moet ons helpen uit te vinden wie of wat verantwoordelijk is voor keerpunten in het verleden. Daar gaat het toch om in de geschiedenis? Ja zeker. Alleen: hoe kunnen we ooit meten wat de precieze rol is van menselijke acties, en van ongrijpbare structuren? Helaas, het is nu eenmaal onmogelijk om in percentages vast te stellen wat Hitler’s bijdrage was aan het succes van D-Day.
Historici kunnen het vraagstuk actie-structuur dus niet zomaar oplossen. Maar eigenlijk hoeft dat ook niet. Veel interessanter is het om te kijken hoe actie en structuur met elkaar in samenspel zijn.
Het dichtst bij een antwoord komt het idee dat structurele factoren - economische processen, machtsverhoudingen, demografie - de onderliggende voorwaarden zijn. Ze zijn de voedingsbodem, waarin een specifieke samenstelling van aarde, water en vitaminen het mogelijk maakt om iets te laten groeien.
Vaak geven menselijke acties echter wel de doorslag: die zorgen dat er ook daadwerkelijk iets tevoorschijn komt. Maar wat? Dat verschilt per gebeurtenis en is altijd complex. Het een kan niet zonder het ander. En soms leidt deze samenloop van van alles en nog wat dan tot een kritiek keerpunt, zoals D-Day.
het is een grote, verwarrende puzzel van oorzaak en gevolg
Ja, dat is ingewikkeld en onbevredigend. Maar dat is het vak geschiedenis vaak ook. Het is een grote, verwarrende puzzel van oorzaak en gevolg, die moet vertellen hoe de wereld werkt. Het vraagstuk actie-structuur helpt bij het oplossen van deze puzzel. Zo laat het zien dat Hitlers slapeloze nacht toch niet een definitief keerpunt was voor het succes van D-Day.
Maar wacht, dat betekent ook niet dat dit een onbenullig verhaal is.
Wat is het dan wel? Een klein maar belangrijk puzzelstukje. Hitlers slaappil was misschien niet doorslaggevend, maar droeg wel bij aan de voorsprong van de geallieerden. Wanneer dit stukje ontbreekt hebben we slechts een incompleet beeld van de puzzel. Alleen door voortdurend te blijven zoeken naar alle stukjes, kunnen we proberen het verleden iets beter te doorgronden.
En verder? Wellicht was het naderhand ook gewoon een goed verhaal, lekker kort, voor in de kroeg: “Ja Freunden, die ene keer dat ik een slaappil nam verloor ik gelijk mijn Derde Rijk. Schade!”
verkeerde afslag, grote oorlog
In 1914 slaagde de student Gavrilo Princip erin om Franz Ferdinand te vermoorden. Zijn daad had grotere gevolgen dan hij ooit had durven dromen. Van het een kwam het ander: een door stom toeval gelukte aanslag leidde tot de Eerste Wereldoorlog.
Pats! En Algerije was bezet
In 1827 gaf de Dei van Barbarije de Franse ambassadeur een ferme tik met zijn vliegenmepper. Dat had hij beter niet kunnen doen. Van het een kwam het ander: pats! Een kortstondige driftbui leidde tot een koloniale overheersing die 132 jaar zou duren.
de bus die amerikaanse segregatie stopte
Op 1 december 1955 besloot Rosa Parks plots dat ze niet zou opstaan voor een witte medepassagier. Deze actie zette grote protesten in gang die jaren zouden duren. En ja hoor, van het een kwam het ander. Niet alleen schaften de Verenigde Staten de rassenscheiding in bussen officieel af in 1956; een paar jaar later, in 1964, ging de gehele Amerikaanse wetgeving rond rassensegregatie op de schop. Dat allemaal door die kleine daad!
de luitenant had een gek gevoel
Op 26 september 1983 rinkelden de alarmbellen in het Sovjetcommandocentrum voor nucleaire waarschuwingen op hun allerhardst. Toch hield Stanislav Petrov het hoofd koel. Zijn onderbuikgevoel zei: dit was vals alarm. Petrov besloot de Sovjet-legertop niet in te lichten, en gelijk had ie. Van het een kwam weer het ander. Petrovs beslissing om niets te doen behoedde de wereld voor een nucleaire oorlog.
Naar een idee van Anne van Mourik, Sophia Twigt en Daphné Dupont-Nivet
Anne van Mourik research en productie
Sophia Twigt illustraties
Daphné Dupont-Nivet longreads
Studio Plumeau animatie
Vincent Twigt muziek en mixage
Bashel de Vries sounddesign
Stijn van Vliet voice-over stem
Roy van Rosendaal opnames
Elly Scheele scenario advies
Iris Heusschen scenario advies
Nils von der Assen redactie longreads
©VPRO Dorst 2016