Winnaar van de Gaudeamus Prijs 2016: de New Yorkse componist Anthony Vine. Hij componeert akoestische en elektro-akoestische concertmuziek. Hij werkte al met tal van bekende moderne muziek-ensembles zoals het Minnesota Orchestra, Alarm Will Sound, en het Illinois Modern Ensemble.

Uit de 175 ingezonden partituren van componisten uit 28 verschillende landen nomineerde de jury, bestaande uit Seung-Won Oh (Korea), Pierre Jodlowski (Frankrijk) en Willem Jeths (Nederland), vijf componisten. De jury besloot unaniem de Gaudeamus Award 2016 toe te kennen aan Anthony Vine: “Anthony Vine creëert een solide, volwassen, prachtig vormgegeven fragiele klankwereld. Hij weet de identiteit van de verschillende bronnen van geluiden, zoals het gebruik van elektronica, op een uitzonderlijke manier te vervagen.”

Hieronder een interview en een opname van zijn 'Between Blue' door het Bozzini Kwartet. Onderaan de pagina vind je een lange versie van het interview.

Zijn compositie For Agnes Martin (2013) is geschreven voor een combinatie van 'gewone' instrumenten met cassettedecks en harmonica. Over dat laatste instrument vertelt Vine: 'De flexibiliteit van het instrument, de (vaak ontstemde) tonale constructie, de snerpende verschiltonen en de zwevende tonen zijn intrigerend. Al deze elementen worden ingezet voor de structuur van For Agnes Martin.' Vine geeft op die manier klank aan het werk van schilderes Agnes Martin, waarin verschillende lagen lijken te zweven.

Over een van de andere stukken die van hem gespeeld worden tijdens de Gaudeamus Muziekweek, From a Forest of Standing Mirrors, zegt hij: 'Terwijl ik bezig was met de opzet van de compositie stuitte ik op Umwelt, een choreografie van Maguy Marin waarin de dansers verschijnen en dan weer verdwijnen, bewegend tussen spiegelende platen. Zo onstaat een statische wereld, geïnspireerd door Samuel Beckett. Als ze kortstondig zichtbaar zijn, voeren de dansers steeds opnieuw alledaagse handelingen uit – van omkleden tot eten. Marins stuk begon mijn muziek al snel te beïnvloeden; ik richtte me steeds meer op bespiegeling en stagnatie.'