Op veler verzoek: Arjen Lubach beschrijft hoe zijn ZML-week eruit ziet.

Geen verzoek is mij vaker gedaan dan dat van een journalist of hij ‘een dagje mag meelopen’ op de redactie van Zondag met Lubach. Deze vraag kan inhoudelijk variëren van het voorstel om een ochtend ‘een vlieg op de muur’ te zijn, tot het bescheiden aanbod om drie weken lang ‘retegoeie grappen voor ons programma mee te schrijven’, en en passant een longread over de werkwijze van de Zondag met Lubach-redactie mee te typen op zijn smartphone, terwijl een fotograaf van elk redactielid een portret maakt in een geïmproviseerde fotostudio in de hal.

Hoe aanlokkelijk dat laatste ook mag klinken, tot dusver zijn we op geen enkel verzoek ingegaan. Ik heb gemerkt dat het team van Zondag met Lubach ongeveer zo functioneert als mijn eigen brein: een massa in beweging, waarvan het even kan duren voor er nieuwe richting of snelheid wordt geaccepteerd. Buitenstaanders vereisen vrij concrete aanpassingen in Het Systeem en voor die aanpassingen hebben we simpelweg geen tijd. Om de nieuwsgierigheid toch te bevredigen, volgt hier een onvolledig en fragmentarisch inkijkje in een doorsnee Zondag met Lubach-week.

woensdag

Onze maandag is woensdag. Dat levert ingewikkelde gesprekken op, omdat de vraag ‘wat je dit weekend hebt gedaan’ op twee manieren kan worden geïnterpreteerd. In mijn geval antwoord ik graag dat ik een televisieprogramma heb gepresenteerd (‘En jij?’), tot ongenoegen van de vragensteller, die eigenlijk wilde weten wat ik op maandag en dinsdag heb gedaan. Woensdagochtend is het moment dat iedereen zijn of haar ideeën pitcht, tijdens de ‘grote brainstorm’.

Onder leiding van de eindredacteur wordt er een eerste schets gemaakt van wat een paar dagen later de uitzending van Zondag met Lubach kan gaan worden. Sommige ideeën zijn concreet en al bijna af tijdens tien minuten dingen naar elkaar schreeuwen (‘Schlampen Barbie! Een reclame voor een sletterige Duitse pop!’) en moeten alleen nog worden gefilmd en gemonteerd, andere ideeën zijn zo vaag dat ze nog een paar dagen of weken schrijven nodig hebben (‘Was er niet iets in het nieuws met labradors?’). De rest van de woensdag wordt gebruikt om beginnetjes te schrijven en uitvoerig onderzoek te verrichten naar de verhalen die we willen vertellen.

donderdag & vrijdag

Deze dagen zijn de belangrijkste schrijfdagen. Terwijl Team Graphics (ik zou graag taalcorrect willen zijn en ze een Nederlandse naam geven, maar dan zou ik iets moeten verzinnen) aan de slag gaat met een eerste script voor een kort filmpje, onderzoeken wij schrijvers het idee voor wat we ‘het Grote Verhaal’ noemen. Een ander team verzamelt alvast ideeën voor het onderdeel ‘weekoverzicht’ en ‘de correspondent.’

De dagen worden onderbroken door de ZML-lunch die met Nasa-tijdcodes wordt aangekondigd in onze groeps-chat. (Lunch -> T = t minus 9). Wee de arme producer (hoi Saskia!) die om 12.31 pas de lunch heeft klaargezet en een volle minuut lang een meute hongerige schrijvers met Asperger-achtige aandoeningen van zich af moet vechten in de keuken. (‘Nu we 53 seconden te laat lunchen, loopt wat Team Weekoverzicht betreft de hele planning voor de middag in de soep. Just saying.’)

zaterdag

De zaterdag is de langste en intensiefste dag. Eerst wordt alles zo goed mogelijk afgeschreven, waarna er om 13.00 uur een eerste doorloop volgt. Was ik tot op dat moment nog gewoon een van de schrijvers, vanaf nu transformeer ik langzaam tot presentator. Tijdens deze doorloop lees ik de teksten voor, ondersteund door alle afbeeldingen en videofragmenten die op dat moment af zijn. Zo proberen we de grappen voor het eerst uit op nietsvermoedende producers, passanten en editors die alle fragmenten alleen nog maar zonder context voorbij hebben zien komen in hun montage-programma. (‘O, nu snap ik waarom je per se Plasterk nodig had, zijn neus snuitend, op een fiets, het Wilhelmus neuriënd!’).

Na deze doorloop wordt alle commentaar besproken en werken we aan een tweede versie van het script, die om 19.00 uur weer wordt doorgelopen, terwijl we worden gevoerd door mysterieuze vrouwen op bakfietsen met quinoa en Turks brood. Wat daarna gebeurt weet ik nooit precies, want ik word rond negen uur naar huis gestuurd, zodat ik er op zondag zo uitgeslapen mogelijk uitzie. In de chat verschijnen vaak cryptische flarden, waarvan ik pas de volgende ochtend zal begrijpen waar ze over gaan en even voel ik me weer acht jaar oud, als mijn ouders me naar bed sturen en ik ze door twee deuren heen hoor piano spelen of lachen met het bezoek.

zondag

De dag van de opname begint in theater Bellevue, Amsterdam. De meeste decorbouwers, cameramensen, regisseurs en geluidsmensen zijn al uren bezig om de grote theaterzaal om te bouwen tot de studio van Zondag met Lubach. De uitvoerend producent begeleidt de praktische zaken (doet het pijn als je 5000 pingpongballen op je hoofd krijgt?), terwijl er een afgeslankte redactie zelfs nog na de technische repetitie bezig is met het herschrijven van het script. Soms horen we boven onze hoofden het publiek al binnenstromen, als er nog zinnen worden geschrapt of toegevoegd. (‘Sorry, maar ik denk echt dat deze grap zonder Henk Kamp kan.’) Dan volgt de opname, een opgelucht biertje en vertrekken we naar het ZML-hoofdkwartier, waar de uitzending wordt gemonteerd. Tot op het laatste moment wordt eraan gesleuteld (‘Arjen, zou je nog even de letter T willen inspreken op je iPhone en naar mij mailen? Je zegt ergens “minisser-president”’).

 De journalist die nu nog de ambitie heeft om participerende journalistiek te willen bedrijven, zal dus een perfectionistische Asperger zonder zaterdagavondplannen, maar met verstand van Nasa-tijdcodes moeten zijn.
Vliegen op de muur worden al snel doodgemept.