Bedrijven in heel Nederland voldoen niet aan strengere regels om luchtvervuiling tegen te gaan. Dat blijkt uit onderzoek van Argos. Sinds dit jaar moet grootschalige opslag van veel stoffen die kunnen verwaaien – zoals zand en verbrandingsassen – in een gesloten ruimte plaatsvinden, in plaats van in de buitenlucht. Honderden bedrijven, in elk geval in de metaal- en afvalbranche, voelen zich overvallen door deze nieuwe regel.

In de nieuwe Omgevingswet, die dit jaar van kracht is gegaan, staan strengere regels voor de opslag van zogenoemde ‘stuifgevoelige stoffen’. Dat zijn stoffen die bij wind en droog weer kunnen verwaaien over de omgeving, met risico’s als luchtvervuiling, overlast voor omwonenden en gezondheidsschade tot gevolg.

Honderden bedrijven in Nederland slaan zulke stoffen grootschalig op in de buitenlucht. Maar volgens artikel 4.1065 van het Besluit activiteiten leefomgeving, dat valt onder de Omgevingswet, mag dat sinds dit jaar niet meer. Om aan te sluiten bij Europese normen en de uitstoot van gevaarlijke stoffen te beperken, moet de opslag vanaf nu inpandig zijn. 

Verrast

De nieuwe regel is al in 2018 voor het eerst aangekondigd. Toch tonen bedrijven zich nu verrast. Zo laat de Vereniging Afvalbedrijven, waaronder veel bedrijven vallen die aan de nieuwe regel moeten voldoen, aan Argos weten dat nu blijkt dat de Omgevingswet mogelijk een veel grotere impact heeft op hun branche dan voorzien. “We gaan hierover met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg.” 

Bij een andere bedrijfstak is de impact van artikel 4.1065 wel doorgedrongen. De regel geldt ook voor de opslag van metaalschroot. Namens 700 bedrijven in deze bedrijfstak noemt de Metaal Recycling Federatie inpandige opslag een “onmogelijke eis”. Ze vragen het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om een uitzondering.

Aangekondigd

Dat bedrijven de nieuwe regels pas nu ontdekken, is opmerkelijk, zegt Cor Coenrady. Als onafhankelijk gerechtelijk deskundige op het gebied van omgevingsrecht is hij gespecialiseerd in de regels die gelden voor industriële bedrijven. “De nieuwe regels zijn al in 2018 voor het eerst aangekondigd. Deze regel is sindsdien niet gewijzigd.” Dat bedrijven er toch nog niet aan voldoen, komt volgens Coenrady omdat er nog niet op wordt gehandhaafd door de omgevingsdiensten. 

Alle bedrijven

De omgevingsdiensten, die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de inpandige opslag, weten niet voor hoeveel bedrijven de nieuwe regel geldt. Volgens koepelorganisatie Omgevingsdienst NL is de nieuwe lijst ‘stuifgevoelige stoffen’ zo uitgebreid, “dat misschien alle bedrijven waar wij toezicht houden onder dit regime vallen”. Daarbij is er “geen capaciteit” om bij alle bedrijven te controleren of zij zich eraan zullen houden.  

Ondanks dat bedrijven zeggen te zijn overvallen, houdt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vast aan de nieuwe voorschriften. In reactie op vragen van Argos laat het ministerie weten dat er voorheen veel uitzonderingen waren voor verschillende bedrijfstypen. “Nu is voor diffuse stofemissies overkoepelend beleid gemaakt.”