De VPRO moet van bestuursorganisatie NPO per direct stoppen met het maken van ‘ongecoördineerd media-aanbod’. Wat betekent dat?

De donderdag voor Kerst ontving de VPRO een brief waarin de bestuursorganisatie Nederlandse Publieke Omroep (NPO) de VPRO sommeert per direct te stoppen met VPRO Vrijplaats, VPROTV en Smaakmakers op vpro.nl. De NPO ziet dit als een nieuw aanbodkanaal. Mag niet. De NPO wil deze aanbodkanalen coördineren. Het podium voor nieuw talent en experiment wordt zo weggezet als ‘ongecoördineerd media-aanbod’. De NPO verwijt de VPRO onvoldoende uitvoering te geven aan de bereidheid tot samenwerking. De VPRO zou de publieke mediaopdracht schaden en solistisch optreden. Maar de VPRO komt op voor eigenheid en vernieuwing. Wat is dit ‘ongecoördineerd media-aanbod’ eigenlijk en waarom vindt de VPRO het belangrijk om ermee door te gaan?

zes dates

Op eigen initiatief en met eigen middelen maakten Daan Windhorst en Ivo van Aart afgelopen jaar de serie Zes dates, korte films waarin we twee mensen volgen die elkaar langzaam en ongemakkelijk leren kennen. Bedoeld voor internet. Maar waar zet je dit materiaal online en waar pikt een publiek het op – YouTube, Vimeo, elders? Windhorst en Van Aart kozen voor VPROTV. Waarom? ‘Het gevaar bestaat dat je iets moois maakt voor een groep geestverwanten die het nooit zullen ontdekken,’ verklaart Daan Windhorst. ‘Internet is een hol vat, per uur wordt er ongeveer zestig gigabyte op YouTube geüpload. Als maker verdrink je daarin. Een curator als VPROTV is dan erg fijn, zowel voor de kijker als voor ons als maker. VPRO-kijkers zijn ons soort mensen: ons werk past niet binnen de snelheidshype, we draaien lange shots en het verhaal is soms raar en onduidelijk. Door VPROTV hebben we een vaste schare fans gekregen. Het heeft ons ook veel connecties opgeleverd. We zijn nu met allerlei productiebedrijven en met VPRO Drama aan het praten over het ontwikkelen van nieuwe dingen, onder meer voor op Nederland 3. VPROTV is een voor mij fijne, laagdrempelige plek om binnen een bolwerk als een omroep te komen en iets uit te proberen.’

Daan Windhorst (l) en Ivo van Aart

Joost de Wolf van VPRO Drama pikte de verfrissende en speelse energie van Zes dates meteen op. VPROTV is voor hem een fijne plek om nieuw talent te scouten. Niet dat er geen andere mogelijkheden zijn waar jong filmtalent in de picture kan komen; One Night Stand bijvoorbeeld.
‘Maar dat is een lang traject met fondsen en commissies,’ weet De Wolf. ‘VPROTV helpt creatieve en innovatieve erupties,’ stelt hij. ‘Het is noodzakelijk dat zulke plekken blijven bestaan. Je wilt niet altijd over de snelweg rijden, maar ook wel eens over b-wegen en door onverwacht leuke dorpjes. Het media-aanbod moet niet teveel op elkaar gaan lijken.’
Dat is ook de angst van Windhorst, mocht VPROTV de nek worden omgedraaid. ‘Er is een neiging tot formattisering om maar kijkcijfers te behalen,’ hekelt het jonge talent. De term ‘ongecoördineerd media-aanbod’ is wat hem betreft een geuzentitel; de VPRO zou er trots op moeten zijn. ‘Chaos is juist belangrijk voor creativiteit en nieuwsgierigheid, en voor het totale media-aanbod.’

Tim den Besten presenteerde Zomergifjes vanuit de parkeergarage van de VPRO

tim den besten

Tim den Besten werd door de Volkskrant uitgeroepen tot een van de drie televisietalenten van 2014. Dat was te danken aan zijn succesvolle documentaire Een man weet niet wat hij mist en de ‘dingen die hij doet op internet’. Dat ongecoördineerde aanbod liep uiteen van het voordragen van de hashtags van Lieke van Lexmond tot het ontwikkelen en presenteren van Zomergifjes, een jongerenversie van Zomergasten.
‘Het lijkt wel een mop,’ is zijn reactie. ‘Ken je die van die omroepbaas die het internet wilde stoppen? Bijna alles wat ik voor de VPRO gemaakt heb, was online. Op die manier heb ik mezelf kunnen ontwikkelen. Ik heb veel vlieguren gemaakt. Ik heb filmfestivals gepresenteerd, reportages gemaakt en zelf programma’s bedacht. Als de VPRO geen online inhoud zou mogen maken, had dat allemaal nooit gekund.

Samen met Nicolaas Veul maakte Den Besten zijn eerste documentaire, Gay-K, over homo’s in de Oekraïne. De film was in eerste instantie alleen bedoeld voor internet. ‘Omdat we jonge en onervaren makers waren, vond men het een te groot risico om ons zendtijd op televisie te geven. Maar de documentaire werd zo goed ontvangen dat hij vier dagen later op televisie uitgezonden werd.’
Den Besten krijgt nu ook kansen op de ‘gewone’ televisie. ‘Maar dit is echt heel erg voor de toekomst van talent en van de VPRO,’ zegt hij. ‘Het is echt niet te verkopen aan iemand die het internet snapt. Als de publieke omroep nog een tijdje wil bestaan, is het noodzakelijk om het internet als platform voor experiment te behouden.’

de snijtafel

In De snijtafel bespreken Kasper C. Jansen en Michiel Lieuwma Nederlandstalige liedjes. Zorgvuldig analyseren ze de teksten, die vaak nogal absurd en tegenstrijdig blijken te zijn. Het concept is even simpel als doeltreffend en de filmpjes op YouTube trokken steeds meer kijkers. De analyse van het Koningslied is zelfs ruim 135.000 bekeken. Dat het concept vorm kreeg op internet, lag volgens de makers voor de hand. ‘We maakten de filmpjes thuis, met eenvoudige middelen,’ zegt Michiel Lieuwma.
De snijtafel wist een nieuw publiek te bereiken met een rake analyse van een discussie in De wereld draait door. ‘Dat is ook het leuke van internet: je hoeft je nergens aan te houden. Je kunt onvoorspelbare stappen nemen.’ Het filmpje kwam in de eerste aflevering van VPROTV terecht. Daarop legden Lieuwma en Jansen voor de VPRO ‘Dat ik je mis’ van Maaike Ouboter op de snijtafel. En de samenwerking krijgt een vervolg: er komen vijf nieuwe Snijtafels voor de VPRO. ‘We zijn best veel benaderd de afgelopen twee jaar, door verschillende partijen, bijvoorbeeld televisieprogramma’s,’ zegt Lieuwma. ‘Maar vaak zeiden ze: wat jullie doen vinden we leuk, willen jullie voor ons iets anders maken? Ze hadden al een concept waar we in moesten passen, of de filmpjes moesten veel korter. We zijn allebei vrij principieel. Ik ben blij dat we voet bij stuk hebben gehouden, volgens mij levert dat ook het meeste op. We blijven liever in onze vrije tijd zonder vergoeding filmpjes maken dan concessies te doen. De VPRO is de eerste die onze wens heeft gehonoreerd om vrij te zijn in vorm en inhoud.’

Lieuwma maakt zich geen zorgen over het verbod op ongecoördineerd media-aanbod. ‘Vernieuwing en experiment zijn noodzakelijk voor cultuur en zullen altijd hun weg wel vinden. En internet is het winnende medium, een aantal van mijn vrienden heeft niet eens meer een televisie. Als de NPO wil bepalen wat er te zien is, zegt dat vooral iets over de wanhopige positie waarin de NPO zich bevindt. Vernieuwing houd je niet tegen.’

henk hagoort

Voor wederhoor bellen we NPO-bestuursvoorzitter Henk Hagoort. Hij legt nogal wat op tafel bij de VPRO (de VPRO maakt zich schuldig aan eenmansacties, solistisch optreden en ongecoördineerd media-aanbod), daar zouden we graag een toelichting op hebben. We krijgen de voorlichter. Die ziet een gesprek met ons niet erg zitten, is al snel duidelijk. ‘Een ongecoördineerde mediaproductie voor de VPRO Gids? Dat wordt dus negatief voor de NPO.’ We leggen haar uit dat Hagoort dit deels zelf in de hand heeft door al dan niet in te gaan op ons journalistieke verzoek en door wat hij ons vervolgens te zeggen heeft. Een spervuur van argwanende vragen volgt: ‘Wie komen er nog meer aan het woord? Gaat u ook schrijven wat uw media-uitingen kosten? En wat het bouwen van uw website kost?’ ‘Sorry, maar u bent nu een interview met ons aan het afnemen,’ brengen wij in, ‘het is de bedoeling dat wij Henk Hagoort spreken en dat u ons met hem in contact brengt.’ ‘Stuurt u maar een mailtje,’ zegt ze.
Uiteindelijk krijgen we vijf minuten voor een telefonisch gesprek met Henk
Hagoort. De voorlichter zit ernaast, de telefoon staat op speaker en ze waarschuwt dat ze meeschrijft en eist dat ze onze weergave van tevoren te zien krijgt.

Wat is ongecoördineerd media-aanbod?
Henk Hagoort: ‘De omroepen maken met elkaar mooie programma’s. Die moeten op een bepaalde volgorde worden gezet op een zender – dat doen wij als NPO. Dat heet ordening. Die ordening is niet aan de omroepen. Anders krijg je een situatie dat er dingen worden gemaakt waar niemand om heeft gevraagd, of er komen dingen op een plek terecht waar het publiek niet wordt bereikt. Sinds de NPO het media-aanbod coördineert wordt het publiek beter bereikt.’
 
Jongeren niet, die bereikt de NPO matig tot slecht. Die kijken niet naar een zender, die zijn online. Is het dan niet dom om een online kijk-applicatie de nek om te draaien?
‘Dat jongeren onvoldoende worden bereikt, is een probleem van ons allemaal.’

 

De voorlichter komt er tussen. De vijf minuten zijn bijna om.

Wat vindt u nou eigenlijk zo erg, dat u een brandbrief stuurt naar de VPRO met een miljoenenboete?
‘Ik vind het ouderwets om VPROTV te starten. Mensen kijken niet meer een avondje VPRO. Programma’s ordenen langs de lijn van de afzender is achterhaald.’
 
VPROTV biedt wel een podium aan jonge makers om te experimenteren en vlieguren te maken. Op televisie is daar nauwelijks plek meer voor, met de macht van de netcoördinatoren en een uitzendschema waarbij op ieder moment van de dag een bepaald aantal kijkcijfers moet worden behaald. Als VPROTV verdwijnt, waar kun je hiervoor dan nog terecht?
‘Er zijn tal van mogelijkheden. Alle zenders gaan jaarlijks open voor nieuwe ideeën. Dat heet intekening. Er is ook TV Lab. Hoe meer ideeën, hoe beter. Daar hoeven omroepen geen eigen speeltuin voor te creëren.’