De VPRO maakt zich grote zorgen over de financiering van de publieke omroep. Het kabinet kondigt een stabiele financiering aan en een stapsgewijze invoering van een reclamevrije omroep die niet ten koste gaat van de programmering. Maar de financiële kaders zijn onhelder. Er is onduidelijkheid over het mediabudget van volgend jaar. De brief kondigt structurele bezuinigingen aan omdat de jaarlijkse kosten van de publieke omroep ruim 40 miljoen hoger liggen dan het beschikbare budget. Maar het is onduidelijk hoe die kosten worden berekend en of bezuinigen kan zonder de programmering te raken.
De VPRO vindt dat de verhoudingen tussen de publieke omroep en de buitenproducenten met de plannen van het kabinet scheef beginnen te lopen. De rechtstreekse toegang tot de NPO bij film en drama, het verschuiven van budget voor televisiefilms en documentaires van het CoBO naar het Filmfonds en de verhoging van het aandeel buitenproducties naar 25 procent dreigen de omroepen te marginaliseren. De VPRO bepleit daarom meer mogelijkheden voor volwaardige coproducties en een level playing field voor eigen omroepproducties.
De VPRO is voorstander van een publieke omroep die onafhankelijk van STER-inkomsten programmeert. Dat versterkt het publieke karakter. We vragen ons wel ernstig af of het gekozen scenario zonder reclame online en reclamevrije netten tot 20.00 uur verstandig is. De kans is groot dat de druk op primetime reclame-inkomsten hierdoor alleen maar toeneemt en de publieke omroep de facto commerciëler gaat programmeren. Zeker als de STER de reclameopbrengsten direct gaat afdragen aan de NPO. De VPRO zou graag andere vormen van een reclameluwe omroep onderzoeken waarbij juist de primetime programmering reclamevrij zou kunnen zijn, het weekeinde, specifieke netten en zenders en de kinderprogrammering.
De VPRO vindt dat de lagere STER-inkomsten moeten worden gecompenseerd of opgevangen door andere inkomstenbronnen om een redelijk mediabudget in stand te houden dat past bij de publieke opdracht. We vinden het kabinet daarbij aan onze zijde maar maken ons zorgen over de voorgestelde afbouw van de STER-reclame en de compensatie die wordt aangeboden. Wat het wegvallen van een groot deel van de STER-inkomsten betekent voor de begroting is daarmee nog onduidelijk.
Jongeren dreigen het kind van de rekening te worden van de plannen van het kabinet. De VPRO ondersteunt extra aandacht voor regionale journalistiek en versterking van de samenwerking tussen de landelijke en regionale omroep maar ziet geen heil in het ombouwen van NPO3 van jongerenzender met aandacht voor experiment en innovatie naar regionet. Daarmee dreigt een sterk lineair platform voor kinderprogrammering en jongeren te verdwijnen. Volstrekt onzeker is of voldoende budget en aandacht blijft bestaan voor programmering voor kinderen en jongeren. De VPRO pleit ervoor om het bereik van nieuwe generaties juist expliciet op te nemen in de mediaopdracht van de publieke omroep.