Liefdesmedium, spionage-instrument en dreuzelapparaat: de online expositie Crossed Lines viert de rol van de telefoon in de literatuur, vanaf de uitvinding aan het eind van de negentiende eeuw tot op de dag van vandaag.

De telefoon heeft ons heel wat legendarische filmscènes opgeleverd, maar ook in de literatuur is het apparaat niet te missen. Lezers van boeken, toneelstukken en poëzie werden door de Nottingham Trent University gevraagd om hun favoriete literatuurscènes in te zenden waarin een rol voor de telefoon is weggelegd. Het resultaat: een vermakelijke online expositie van zo’n honderd boeken, geschreven tussen 1877 en 2020, door schrijvers van over de hele wereld. 

‘De stem van de mens spreekt door de elektrische draad!’, leest het oudste voorbeeld uit de tentoonstelling. Het is afkomstig uit het gedicht The Telephone van de Amerikaan Jones Very. Hij schreef het in 1877, slechts enkele maanden nadat Alexander Graham Bell het patent op het apparaat kreeg. Een van de meer recente scènes komt uit Milkman van de Noord-Ierse schrijver Anna Burns, die voor dat boek in 2018 de Man Booker Prize ontving. Burns beschrijft daarin hoe de telefoon tijdens The Troubles in Noord-Ierland door een groot deel van de bevolking gewantrouwd werd, omdat men deze associeerde met staatscontrole en afluisterpraktijken.

Wanneer je op een boek uit de expositie klikt, kun je de passage of het gedicht lezen waar de telefoon in voorkomt, alsook een literaire analyse van het fragment, geschreven door de lezer die het boek heeft uitgekozen. Zo leren we dat de telefoon volgens Sylvia Plath een onaards en gruwelijk beest is, met snoeren als slangenstaarten, maar dat het voor Ron Wemel uit JK Rowlings De Gevangene van Azkaban niet meer voorstelt dan een onbegrijpelijk ‘dreuzelapparaat.’ 

'La Voix Humaine' van Jean Cocteau, een van de boeken uit de expositie.

Het leuke aan zo’n online expositie is dat hij nooit ‘af’ hoeft te zijn. Zo is het nog steeds mogelijk om via de website je eigen suggesties door te sturen. Wellicht dat er dus nog wat voorbeelden uit de Nederlandse literatuur bij passen. De schorre telefoonstem van de secretaresse uit Bordewijks Karakter? De Tinder-gesprekken van de hoofdpersoon uit Phillip Huffs Boek van de Doden? ‘Telefoon voor meneer Mulisch’?