Op 30 oktober is het tien jaar geleden dat Harry Mulisch stierf, een van de meest geroemde, maar ook meest verguisde schrijvers van Nederland. Hoe kijkt een nieuwe generatie schrijvers en makers naar zijn werk?

Joost de Vries

Toen schrijver en literatuurcriticus Joost de Vries (37) tien jaar geleden zijn debuutroman Clausewitz uitbracht, werd hij plotseling in verband gebracht met Harry Mulisch. ‘Er zat een personage in mijn roman dat nogal wat overeenkomsten vertoonde met Mulisch. Dat was niemand ontgaan en dus werd ik, toen hij even later overleed, overal uitgenodigd om over hem te komen praten.’  

Een goed begin van De Vries’ carrière als schrijver dus, maar een groot voorbeeld zou hij Mulisch niet willen noemen. ‘Wel is hij op het gebied van de literatuur mijn eerste grote liefde, en daaraan blijf je trouw. Toen ik hem voor het eerst las, op mijn 17de, ging er een wereld voor me open. Mulisch schrijft over niets en alles: het gaat even makkelijk over een tandartsbezoek als over de hele kosmos. 

Mulisch heeft zo’n heeft duidelijk plezier in het nadenken en neemt de lezer mee zijn gedachtewereld in. Hij schreef niet van die typisch Nederlandse romans waarin niets gebeurt. Zijn werk heeft iets vrolijks, 'kijk eens wat ik allemaal heb bedacht!', in tegenstelling tot die ironische toon van Reve waar ik toen iets te jong voor was, of die ‘alles is vergeefs’-sfeer van Hermans. 

Mulisch is een van de meest gehate Nederlandse schrijvers omdat hij zo ijdel is, maar ik vind ijdelheid geen vervelende eigenschap. Lieve ijdel dan vals bescheiden. Je moet denk ik ook de ironie aanvoelen waarmee Mulisch zichzelf presenteerde.

Wat mij aan zijn romans inspireert, is dat hij niet bang is voor de grote greep. Hij durft zijn boeken enorm breed op te zetten, en alles met alles in verbinding te brengen. Niet bang zijn om groot te denken; dat is de les die ik als schrijver uit zijn werk trek. 

Daarnaast zet Mulisch ook gewoon heel bijzondere personages op papier. Toen in De aanslag herlas bijvoorbeeld, viel me op hoe ongeëvenaard hij de eenzaamheid van zijn hoofdpersoon neerzet. Los van het spannende plot, is het een hartverscheurend boek. En ik zou iedereen aanraden zijn autobiografie Voer voor psychologen (1961) eens te lezen, echt een uniek speels meesterwerk binnen de Nederlandse literatuur. Lees die afscheidsscène van zijn moeder maar eens met droge ogen.’ 

Daan Doesborgh

Schrijver en redacteur van Tirade Daan Doesborgh (32) maakt samen met Stefanie Liebreks en Johan Kuiper de podcast De Mulisch Tapes, te beluisteren vanaf 30 oktober. ‘Het idee ontstond toen Johan, die bij het Harry Mulisch Huis werkt, me vertelde dat er nog opnamebandjes van Mulisch’ dictafoon lagen. Ik sloeg daar meteen op aan, wat dat is natuurlijk geweldig materiaal voor een podcast. Er zit van alles tussen: notities aan zichzelf op reis, een interview met sterrenkundigen voor De ontdekking van de hemel. Er is ook een dagboek dat hij bijhield in 1982, dat gaat van lange bespiegelingen tot de korte mededeling dat hij het die dag zo druk heeft. Dat materiaal hebben we voor de podcast aangevuld met interviews met zijn weduwe, vrienden en kennissen. 

Ik had al eens eerder in Mulisch’ huis rondgeneusd, toen ik als student vrijwillig hielp zijn collectie van duizenden boeken te inventariseren voor de nabestaanden. Elke keer dat ik daar was, bekroop me een gevoel van: wauw, ik ben in het huis van Harry Mulisch, dit is de wc van Harry Mulisch, dit is het plakband van Harry Mulisch. Die status cultiveerde Mulisch zelf ook enorm. Ik denk dat als je aan hem gevraagd had: is deze paraplu bijzonderder omdat hij van Harry Mulisch is, hij gezegd had: ja, natuurlijk. Dat was ook een van de redenen deze podcast te maken: Mulisch liet je altijd alleen zien wat hij wilde dat je zag. Die arrogantie van hem, dat was volgens mij meer een soort spel, denk ik nu. Uit gesprekken met mensen die hem goed kenden, blijkt toch dat hij privé heel anders was: iemand die niet per se op de voorgrond hoefde te treden, die in liever observeerde en luisterde. Helemaal geen vervelende vent eigenlijk.

Johan Kuiper, Stefanie Liebreks en Daan Doesborgh

We moeten ons in de podcast natuurlijk ook verhouden tot de vraag wat Mulisch’ werk in onze tijd nog betekent. Hij heeft prachtige boeken geschreven, maar voor vooruitstrevende ideeën over gender of racisme moet je niet bij hem zijn, in die zin is zijn werk niet actueel te noemen. Het lijkt zich soms eerder op een andere planeet af te spelen, ver buiten de actualiteit. Maar ook dat is een waardevolle functie van de literatuur: het vermogen je even te laten vluchten uit de werkelijkheid. 

Emma Ringelding

Illustrator en striptekenaar Emma Ringelding (29) maakte voor de met de post verstuurbare reeks ‘kakkerlakjes’ een korte, getekende bewerking van Mulisch’ De ontdekking van de hemel. ‘In vergelijking met de eerdere romans die ik heb naverteld, van James Joyce, Jane Austen en Thomas Mann, was Mulisch’ werk een makkelijk onderwerp. De ontdekking van de hemel staat bekend als een hoogdravend, intellectueel werk vol moeilijke vragen, maar het is ook gewoon heel beeldend geschreven. Ik zag de scènes bij het lezen meteen voor me. Daarnaast is het een spannend en minutieus uitgedacht verhaal vol actie: we worden meegenomen naar Cuba, Rome, naar allerlei verschillende huizen… Perfect om te illustreren dus.

Ik heb me ook ingelezen in de sociaal-politieke situatie van de jaren zestig, die belangrijk is voor het verhaal, en in de verdere achtergrond van de roman. Zo ontdekte ik dat de hoofdpersonen Onno en Max los gebaseerd zijn op Mulisch en zijn vriend, de schaker Hein Donner, en heb ik dat meegenomen in mijn tekeningen. 

Wat ik van de persoon Harry Mulisch vind? Tsja, hij was erg slim en dat vond hij zelf ook. Hij schreef mooie boeken, maar ik ben altijd een beetje sceptisch tegenover dat beeld van de ‘grote drie’. Tijdens mijn studie Nederlands heb ik geleerd dat er nog zo veel meer interessants gebeurt in de literatuur. Als er dan alarm wordt geslagen omdat ‘niemand de grote drie nog leest’, denk ik: boeien!'