Een onvoorwaardelijk inkomen voor iedereen in goede en slechte tijden. De roep om een basisinkomen wordt door de crisis steeds luider. Welke partijen in Den Haag hebben concrete plannen?

Nu de economische ongelijkheid door de crisis nog verder toeneemt, is het basisinkomen realistischer dan ooit tevoren. Wereldwijd is een aantal basisinkomenprojecten door de pandemie in een stroomversnelling geraakt. Zo keert Spanje al sinds het begin van de crisis een bedrag uit aan de armste 2,5 miljoen mensen. Zelfs in het hyperkapitalistische Amerika ontvangt de ‘gewone burger’ tijdens de crisis een extra bedrag om van te leven.

Krijgt het idee nu ook voet aan de grond in Nederland?

In de huidige crisistijd kan een basisinkomen, of een variant daarop, flink wat problemen oplossen. Het Sociaal en Cultureel Planbureau maakte recent de balans op in het rapport ‘Een jaar met corona’. Hoewel onze economie redelijk stabiel blijft, worden de verschillen in de samenleving steeds groter. Werkende praktisch opgeleiden en zelfstandigen krijgen de hardste financiële klappen. Het inkomensverlies is hoog: meer dan een kwart van de zzp'ers geeft in het rapport aan dat hun jaarinkomen met 40 procent is gedaald. 

Ook de toeslagenaffaire speelt een rol. Het complexe toeslagensysteem maakt duidelijk dat we eenvoudigere variant van sociale zekerheid nodig hebben. Door de jaren heen zijn er diverse termen langsgekomen, zoals het universele basisinkomen, de negatieve inkomstenbelasting en de basisbaan. We lopen de politieke plannen, per variant, langs. 

Het universele basisinkomen

Een maandelijks inkomen voor iedereen, zonder vragen of verplichtingen. Het universele en onvoorwaardelijke basisinkomen is 'simpelse' variant die er bestaat. Met dit plan heeft elke Nederlander - ongeacht inkomen, huishouden of tegenprestatie - recht op een bepaald bedrag om van te leven. 

Toch stuit het universele basisinkomen ook op kritiek. Zo kwam ook aanjager (en historicus) Rutger Bregman terug op het universaliteitsprincipe. Als we iedereen geld geven, ontstaat er een grote rondpompmachine waar niemand blij van wordt. 

In een recent adviesrapport werden er verschillende varianten op het basisinkomen onderzocht. De twee planbureaus die het rapport opstelden gingen, in twee scenario's, uit van een universeel basisinkomen. De eerste is het fors doen afnemen van de armoede in Nederland, tot wel 60 procent. We kennen in Nederland een vrij grote groep werkende armen. Door een basisinkomen bovenop hun loon te geven, gaan zij er flink op vooruit en eindigen ze boven de armoedegrens.  

Deze tactiek klinkt aantrekkelijk, maar er zitten wat haken en ogen aan deze basisinkomenvariant. De prikkel om te werken neemt erdoor drastisch af, denken de planbureau's. Er klinkt een waarscchuwing in door voor de rondpompmachine: niet elk huishouden heeft een basisinkomen nodig. Om het eerlijk te houden en kostenefficiënt moet het fiscale stelsel worden aangepast, door bijvoorbeeld hoge inkomens zwaarder te belasten. Op deze manier geef je iedereen een basisinkomen, maar verklein je de welvaartsverschillen door achteraf hogere belasting te innen. 

Voorstanders van dit stelsel zijn onder meer Groenlinks en de Partij voor de Dieren (PvdD). In 2017 diende onafhankelijk Kamerlid Norbert Klein een motie in die pleitte voor een onderzoek naar de mogelijkheden van een universeel basisinkomen. De enige voorstanders in de Kamer waren Groenlinks en PvdD.

Lees hier de standpunten van de partijen ▾

Een negatieve inkomstenbelasting

Het tweede scenario, en andere veelgehoorde variant van het basisinkomen, is de negatieve inkomstenbelasting, ook wel bekend als het gegarandeerde basisinkomen. In tegenstelling tot het universele basisinkomen, maakt deze vorm van inkomen vooraf al onderscheid tussen arm en rijk. 

Mensen, al dan niet werkend en die onder een bepaald inkomensniveau zitten (bijvoorbeeld 1500 euro), worden onvoorwaardelijk tot dat bedrag aangevuld, in plaats van dat ze belasting moeten betalen. Belasting hef je alleen bij de groep mensen die genoeg verdient. Het staat daarom ook wel bekend als een 'korting'.

Belasting hef je alleen bij de groep mensen die genoeg verdient

De planbureaus namen de negatieve inkomstenbelasting, net zoals het universele basisinkomen, onder de loep. Een negatieve inkomstenbelasting blijkt goedkoper dan de universele variant. Ook heeft het minder negatief effect op de werkgelegenheid. Wel neemt de armoede 'maar' met 20 procent af. En dus niet met de eerder genoemde 60 procent in de andere variant.

Voorstanders van een negatieve inkomstenbelasting zijn onder andere D66 en de ChristenUnie. Al verschillen ze wel. Zo wil D66 op de lange termijn de negatieve inkomstenbelasting verhogen tot het 'bestaansminimum'. Dit bekent dat ze alle toeslagen afschaffen en opnemen in een totaalbedrag. De ChristenUnie pleit vooralsnog alleen voor een basiskorting (met behoud van de AOW en de bijstand).

Een kanttekening: beide partijen wezen vorig jaar een motie af van de PvdD om de negatieve inkomstenbelasting op te nemen in een onderzoek naar een nieuw belastingstelsel. 

Lees hier de standpunten van de partijen ▾

Basisbaan

Een idee dat steeds vaker wordt aangedragen als vervanger van de bijstand is de basisbaan. Een basisbaan is een (voltijds)baan tegen een minimumloon, vaak in de publieke sector zoals de zorg of het onderwijs. Denk aan een buurthuisbeheerder, schoolconciërge of hulp in de zorg.  

Door flexibilisering en technologie wordt onze arbeidsmarkt steeds onzekerder. De basisbaan is bedoeld voor mensen die, door deze ontwikkelingen, niet meer vanzelfsprekend werk kunnen vinden. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) adviseerde vorig jaar al om te gaan werken met basisbanen. Beter dan een basisinkomen, vindt de WRR. Werk is immers psychologisch en sociaal erg belangrijk. Mensen ‘afschepen’ met een basisinkomen of uitkering vinden ze in die raad een slecht idee.

Er lopen al wat pilots in Nederland. De gemeente Groningen heeft sinds vorig jaar mensen in dienst met een basisbaan. De banen variëren enorm: schrijven bij het wijkblad, trainen op de sportclub of actief zijn in een buurthuis. Zij ontvangen hiervoor een minimumloon.

De resultaten zijn positief: de leefbaarheid van de wijken gaat erop vooruit en de deelnemers ontvangen een hoger inkomen dan de huidige bijstand. Het grootste kritiekpunt: als we alle uitkeringsgerechtigden in Nederland een basisbaan moeten aanbieden, stuwt dat de kosten omhoog. En als werkenden blijven hangen in de basisbaan, is er geen uitstroom. 

Het CDA ziet in tegenstelling tot het basisinkomen een basisbaan wél zitten. Ook andere partijen zoals de Pvda, Groenlinks en D66 hebben de basisbaan opgenomen in het programma. Wel houden de politieke partijen er verschillende ideeën op na. 

In het advies van WRR wordt de basisbaan niet gezien als verplichting. Het zou een vrije keuze moeten zijn voor mensen met een uitkering. Toch zien sommige partijen het idee als vervanging van de bijstand. 

Lees hier de standpunten van de partijen ▾