Er is een groot tekort tekort aan technici. Hoe leiden we genoeg vakmensen op die kunnen werken aan de grootste verbouwing van Nederland?

Help, vakmensen gezocht voor de energietransitie!

Er is een groot tekort tekort aan technici. Hoe leiden we genoeg vakmensen op die kunnen werken aan de grootste verbouwing van Nederland?

Daan Kuys - 22 oktober 2021

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op een goede dag draait spoedloodgieter Mo Talbi tussen de 500 en 1000 euro omzet. Bang voor concurrentie hoeft hij niet te zijn. De behoefte aan vakwerk in Nederland is zo groot dat hij welkom is bij de meest rechtse clubjes mensen, zo zegt hij in de Tegenlicht-aflevering De nieuwe elite. ‘Als je goed met je handen kan werken, kun je meteen beginnen.’

We staan aan de vooravond van de grootste verbouwing van Nederland ooit. Dijken moeten verzwaard, windmolens geplaatst, warmtepompen geïnstalleerd. Gouden tijden voor vakmensen zoals Talbi. Maar is een groot probleem: we missen zo’n 20.000 technische mensen die die verbouwing daadwerkelijk kunnen gaan uitvoeren. Mensen die goed met hun handen kunnen werken. Ook de bouw mist zo’n 40.000 werknemers. Een tekort dat de komende jaren alleen maar oploopt als we er niets aan doen.

De vernieuwing komt van onderop

Dus wat te doen? In Dordrecht staat sinds tien jaar de Duurzaamheidsfabriek, een gebouw van mbo-school het DaVinci-college en de gemeente Dordrecht, waarin onderwijs samenkomt met het bedrijfsleven uit de regio. Denk bijvoorbeeld aan de maakindustrie of de maritieme sector. Bedrijven kunnen aankloppen bij de Duurzaamheidsfabriek en aangeven welke uitdagingen voor de toekomst zij zien. ‘Bedrijven hebben vaak een plek buiten hun eigen deur nodig om te vernieuwen,' zegt Daan Wortel, directeur van de fabriek. 'Onze jongeren zijn juist geschikt om met deze bedrijven mee te denken.'

Zo werken jongeren, die veel meer weten van nieuwe technologie dan de oudere generatie, samen met de met pensioen gaande medewerkers van een maritiem lasbedrijf om het laswerk te automatiseren. De ervaren lasser vertelt wat goed laswerk is, de student helpt door met die kennis een lassende robot te bouwen. Zo blijft het werk toch nog behouden voor de regio ondanks de vertrekkende werknemers. Andere studenten helpen bedrijven weer om warmte en koude uit water te halen (aquathermie) om gebouwen te verwarmen en verkoelen. Of om sensoren te ontwikkelen waarmee luchtkwaliteit gemeten kan worden.

Ook ander onderwijs, van vak- tot hogeschool, kan terecht bij de Duurzaamheidsfabriek. ‘Wij zijn ook een soort bemiddelaar die fysieke ruimte en apparatuur bieden,’ aldus Wortel. Er lopen programma’s voor basisscholieren, maar ook voor universitaire studenten. Hbo- en mbo-studenten werken er volop samen. 

Het resultaat mag er zijn. ‘Steeds meer bedrijven worden wakker en komen bij ons op bezoek. Er ontstaat nieuwe aanwas van studenten die op basisschoolleeftijd al in contact kwamen met de fabriek. De afgelopen zes jaar is het DaVinci-college in leerlingen gegroeid met zo’n tien procent.’

Ook merkt Wortel dat er inmiddels anders naar vmbo- of mbo-onderwijs wordt gekeken; het stigma verdwijnt, niet in de laatste plaats omdat er op dezelfde plek veel meer wordt samengewerkt met hbo-opleidingen. ‘Wat voor niveau erop wordt geplakt, maakt steeds minder uit. Zolang je later maar gewoon een goede baan hebt.’

De stad als leslokaal

Ook in Amsterdam wordt aan de weg getimmerd. In grote steden zoals Amsterdam of Utrecht staat techniek best ver van mensen af, zo zegt Joost van Elten. Let maar eens op de busjes ‘s ochtends vroeg in de grote stad; die hebben er soms al twee uur reistijd opzitten. Daarom ontwikkelde de gemeente Amsterdam samen met het onderwijs en het bedrijfsleven het Masterplan Techniek Amsterdam, dat als doel heeft om zoveel mogelijk jonge mensen op de basisschool en middelbare school in aanraking te laten komen met techniek.

Kers op de taart moet de Techcampus worden: een nieuwe vmbo-school waar vier Amsterdamse scholen hun techniekonderwijs bundelen. Maar ook een school waar alle vmbo-, havo-, en vwo-leerlingen een keuzevak techniek kunnen doen en waar samengewerkt wordt met het mbo en het bedrijfsleven. Een moderne school kortom, en dat voor de hele stad.

Het adagium is dan ook: de stad als leslokaal, zegt Van Elten. Alles - de brug waarover je rijdt, de straat waarop je loopt - is tenslotte techniek. ‘We nemen de leerlingen mee de schoolbanken uit, de echte wereld in.' Zo worden leerlingen betrokken bij het herstel van de Amsterdamse bruggen en kades bijvoorbeeld, en als er straks bruggen over ‘t IJ worden gebouwd, zijn de leerlingen van de Techcampus erbij.

Bedrijven doen ook mee. Woningcorporatie Ymere geeft studenten opdracht om een oude flat te verbouwen. En de directeur van KLM vraagt ze om een corrosieprobleem in een vliegtuig op te lossen, en dat te presenteren. ‘Dan zie je ineens heel ander gedrag. Leerlingen voelen zich serieus genomen en bloeien helemaal op.’ 

Drietrapsraket

Volgens Van Elten zijn er drie dingen nodig om het tekort aan vakmensen op te lossen:

  • Opleiden van jongeren
  • Opleiden van zij-instromers
  • Innovatie en slimmer inrichten van bedrijfsprocessen

Weg met het stigma

En dat is hard nodig. In Amsterdam daalde de afgelopen jaren het aantal leerlingen op het vmbo. Ouders zagen hun kinderen - vaak gestimuleerd door overheidsprogramma’s - liever op de havo. Gek eigenlijk, zegt Van Elten, want Nederland wordt economisch voor het grootste deel gerund door het midden- en kleinbedrijf. Veel eigenaren en werknemers van die bedrijven hebben een vmbo- en mbo-opleiding gedaan.

In 2023 moet de Techcampus van start op een tijdelijke locatie. In 2026 opent een spiksplinternieuw gebouw aan ‘t IJ, vlakbij de pont. De droom van Van Elten? Het schot weghalen tussen de verschillende schoolniveaus. In de praktijk werk je uiteindelijk ook samen, zo vindt hij. ‘Hoe mooi zou het zijn als je dat in het onderwijs ook hebt? Zo doorbreek je het kunstmatige onderscheid tussen hoofd- en handwerk. Dat onderscheid is altijd al overdreven geweest. Ook als je dingen maakt, moet je heel goed nadenken; zeker nu met alle nieuwe technologie. Juist het samenwerken in teams wordt een steeds belangrijkere vaardigheid.’

Zij-instromers

  • ‘Er werken 40.000 tot 60.000 mensen als uitzendkracht in de bouw. Dat zijn vaak mensen in eenvoudigere functies, die snel weer iets anders gaan doen omdat het beter betaalt of omdat ze een vaste baan kunnen krijgen. Als je die mensen zou vasthouden en opleiden, dan heb je ineens een enorm potentieel,’ aldus Hans Crombeen, bestuurder bij vakbond FNV.
     
  • Ook Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven, werkt hard aan oplossingen. Zo begon de vereniging het project ‘Van Bank naar bouw’, waarbij verveelde of overtallige bankiers kunnen overstappen naar de bouw- en infrasector.