Het Nederlandse watermanagement moet op de schop. Het land dat van oudsher een harde strijd voert om water buiten te houden, moet nu het water gaan omarmen.

Vorige maand maakte drinkwaterbedrijf Vitens bekend dat de drinkwatervoorziening in Nederland onder druk staat. Ze hebben dit jaar al enkele bedrijven drinkwater moeten weigeren om de particuliere toevoer te kunnen blijven waarborgen. 

Nu het klimaat verandert, verwacht het KNMI extremere verschillen in neerslag en temperatuur. Het gaat minder vaak, maar heviger regenen. Gevolgd door steeds langere perioden van droogte. Tegelijkertijd zorgen stijgende temperaturen ervoor dat water sneller verdampt waardoor er steeds vaker periodes zullen zijn waarin er minder zoet water beschikbaar is. Ons grondwaterpeil, waar veel drinkwater uit wordt gewonnen, is momenteel erg gevoelig voor periodes van droogte. Na de droge zomers van 2018, 2019 en 2020 was het grondwater pas na het natte voorjaar in 2021 weer terug op het oude peil. 

Om onze natuur, oogsten, biodiversiteit en drinkwaterbronnen te beschermen is het belangrijk om opnieuw na te denken hoe we met ons waterbeheer willen omgaan. Droogte is een natuurlijk verschijnsel en hoeft niet gelijk tot problemen te leiden. Het probleem wordt echter groter wanneer het Nederlandse waterbeleid er niet op is ingericht. Wat moet er veranderen?

Het waterbeheer in Nederland wordt geregeld door Rijkswaterstaat en de waterschappen, maar ook de provincies en gemeenten zijn betrokken. Ze zorgen dat Nederland beschermd is tegen overstromingen, maar ook dat er altijd voldoende water beschikbaar is. 

Rijkswaterstaat werkt aan het beheer van de grote wateren zoals de zee en rivieren. Ze beheren en onderhouden bijvoorbeeld de stormvloedkeringen, dijken en uiterwaarden. 

De waterschappen richten hun werk meer op de regionale wateren. Ze streven naar een goede waterkwaliteit in meren, kanalen en sloten. Ook beschermen ze het land tegen overstromingen en beschermen de belangen van de landbouw, natuurbeheer en de industrie in hun beleid.

Een structureel probleem

De droogte legt extra nadruk op een probleem dat eigenlijk al veel langer speelt: ons huidige watersysteem is ingericht op het snel afvoeren van water. Dat constateert droogte-expert Marjolein Mens van onderzoeksinstituut Deltares. Voor een land dat grotendeels onder zeeniveau ligt, is het een logisch instinct om te focussen op de afvoer van water. Al onze typische slootjes, greppels en pompen zijn allemaal bedoeld om ervoor te zorgen dat onze bodem het water niet een paar maanden vasthoudt, maar slechts een paar weken. Dat wordt ook wel verdroging genoemd: het omlaag brengen van de grondwaterstand door water af te voeren.

Bovendien is de landbouwsector erbij gebaat als het grondwater niet te hoog staat. Dan is het land beter bewerkbaar en niet te drassig voor zware machines. ‘Maar dit moet je ook in perspectief plaatsen. In de jaren vijftig hadden we economische groei en voedselproductie nodig. We hebben daarom vrijwel ons hele land geschikt gemaakt voor landbouw. We hadden alleen nog niet door waar dit toe zou leiden op lange termijn,' aldus Mens. 

Die verdroging vormt nu een bedreiging voor de natuur, biodiversiteit en drinkwaterbronnen in ons land. Ons waterbeleid heeft ertoe geleid dat de schade die het veroorzaakt door de jaren heen aanzienlijk is toegenomen. De lage grondwaterstand bedreigt bijvoorbeeld ongeveer 40 procent van de inheemse planten in Nederland. De buffer tegen natuurlijke periodes van neerslagtekort is veel lager. Dijken kunnen uitdrogen en schade oplopen. En ontwatering zorgt voor bodemdaling, een groot gevaar voor de fundering van gebouwen en infrastructuur. 

De maatschappelijke kosten lopen op tot in de miljarden.  En ook de landbouw zelf staat inmiddels op de tocht. Door het tekort aan water wordt de kans op mislukte oogsten groter. Zo merken boeren zelf ook steeds meer de negatieve gevolgen van ons waterbeleid.

'Over het weer hebben we weinig te zeggen, maar het watermanagement ligt in onze eigen handen'

Het roer moet om

Door de lange droge periodes van de afgelopen jaren komen de problemen in de waterhuishouding weer hoger op de maatschappelijke agenda te staan. Om de verdroging van ons land te stoppen, en een betere buffer op te bouwen voor droge periodes, moeten we ons waterbeheer niet langer alleen op de belangen van de landbouw afstemmen, vindt Mens. Meer zoet water zal moeten worden vastgehouden.

Agrarische initiatieven als ‘het project Zoetwater boeren’ en ‘inlaat op maat’, dragen bij aan een slimmer waterbeheer door het bij elkaar brengen van boeren en waterbeheerders. De projecten focussen op een dynamischer waterbeheer waardoor het grondwater niveau op peil blijft. Zoet water moet op de juiste locatie en het juiste moment aanwezig zijn. 

Ook is het hoog tijd dat er een duidelijk landelijk beleid komt, vindt Mens. Het heeft weinig zin als het ene perceel water vast probeert te houden terwijl de buurman zijn land aan het ontwateren is. ‘Je moet dit gezamenlijk oppakken. Het grondwatersysteem kun je niet opdelen, het is een groot verbonden systeem. Dit vraagt om monitoring, onderzoek en modellen die voorspellen welke invloed de maatregelen hebben. En samenwerking, we kunnen hierbij niet langs elkaar heen bewegen.’ 

Over het weer hebben we weinig te zeggen, maar het watermanagement ligt in onze eigen handen. ‘Uiteindelijk is het een maatschappelijke keuze, hoe we het watersysteem in willen richten en waar we voorrang aan willen geven,’ aldus Mens. 'Dat biedt ruimte voor perspectief. Het is belangrijk te beseffen dat voldoende water niet vanzelfsprekend is. En opnieuw te beseffen hoe maakbaar ons land is. In de jaren vijftig werkten we actief om ons land te vormen voor de maatschappelijke behoeftes van toen. Het is nu tijd hier weer actief mee aan de slag te gaan. Met de kennis van nu kunnen we ditmaal nadruk leggen op de duurzaamheid van ons systeem op de lange termijn.'

meer zoals dit