In deze laatste aflevering gaat Robbert op bezoek bij een kosmoloog, een chemicus en een netwerkwetenschapper. Hoe zien zij de mens van morgen?

In deze aflevering

Wij zijn dromers, verkenners, makers, scheppers, denkers, zoekers, veroveraars. Eigenschappen van de mens die we eerder in the mind of the universe voorbij zagen komen. Maar ons vermogen om onszelf en onze kennis met elkaar te verbinden is misschien wel de belangrijkste eigenschap van de mens. Toen Isaac Newton zijn natuurkundige ontdekkingen wereldkundig maakte schreef hij: 'Als ik verder heb gezien dan anderen, komt dat doordat ik op de schouders van reuzen stond.' Onze kennis is verbonden met de kennis van de mensen voor ons. De mens is een verbinder. Deze laatste aflevering van the mind of the universe is anders dan de voorgaande. Hierin gaat Robbert Dijkgraaf zelf op bezoek bij drie wetenschappers die proberen met hem een blik te werpen op de toekomst van de mensheid.

Netwerkverbinder Jennifer Chayes

Jennifer Chayes (VS, 1956) groeide op in New York, als kind van twee Iraanse immigranten. Als jong meisje deed ze niets liever dan wiskundepuzzels en -raadsels oplossen. Die liefde voor wiskunde bleef. Als student leefde ze op een dieet van aardappelen en pasta. Het geld dat ze hiermee uitspaarde, spendeerde ze aan wiskundeboeken. Met een doctorsgraad in de mathematische fysica van Princeton University op zak, zette ze in 2008 het Microsoft Research New England laboratorium op. Later volgde een dependance in New York. Net als andere tech-giganten proberen Chayes en haar team te doorgronden hoe zichzelf organiserende netwerken, zoals het internet en sociale netwerken, doen wat ze doen. Netwerken die in toenemende mate een impact hebben op ons leven. Hoe zijn netwerken verknoopt? Kunnen we hun gedrag voorspellen? Wat zal de impact ervan zijn op onszelf en de samenleving?

Chemieverbinder George Whitesides

George Whitesides (VS, 1939) groeide op als zoon van een chemisch ingenieur. Via zijn vader kwam hij al jong in contact met wetenschap, wanneer ze bijvoorbeeld samen teer door een gaatje lieten druipen om de viscositeit ervan te meten. Zomaar een zondagmiddagactiviteit. Sinds jaar en dag werkt hij als – de meest geciteerde – chemicus aan Harvard University waar hij zich bezighoudt met onder meer zelf organiserende moleculen, nieuwe energievormen, het ontstaan van het leven en goedkope medicijnen voor ontwikkelingslanden. Nanotechnologie is wat al deze onderwerpen met elkaar verbindt. Deze tak van onderzoek naar alles wat zich op de kleinste schaal afspeelt, verandert de wereld in rap tempo. Of het nou gaat om nieuwe materialen met exotische eigenschappen op de nanoschaal of nanotechnologie in de elektronica. Whitesides is een gerenommeerd wetenschapper en een eloquente spreker. Een man met humor en rap van tong. Over de rol van technologie voor de toekomst van de mens is hij optimistisch: ‘Ik geloof dat de mens over duizend jaar een betere versie van zichzelf zal zijn dan nu.’

Kosmisch verbinder Martin Rees

Martin Rees (Groot-Brittannië, 1942) is de knuffelwetenschapper van het Verenigd Koninkrijk, de Britse Robbert Dijkgraaf zeg maar. Een briljante kosmoloog en astrofysicus met een waslijst aan prestigieuze prijzen, in staat om over zijn vakgebied (en dat van anderen) in de volle breedte te praten, met humor en in gewone mensentaal. Hij bekleedde vele vooraanstaande functies, waaronder die van hoofd van de Britse Royal Society. Functies die hij zelf zo ‘onbeduidend’ noemt 'dat je ze postuum zou kunnen uitvoeren'. The Lord Rees of Ludlow - in 2005 werd Rees verheven in de adelstand - is een geliefd en gerespecteerd wetenschapper. Hij werkte aan een grote verscheidenheid aan kosmologische onderwerpen, variërend van quasars en zwarte gaten tot gammaflitsen. Hij gelooft dat ons universum er een van vele is, en houdt het zelfs voor mogelijk dat wij in een computersimulatie leven die wordt gestuurd door hyperintelligent buitenaards leven. Al is die kans klein. Rees noemt zichzelf een ‘technological optimist’; hij gelooft dat technologie met oplossingen kan komen om de negen miljard mensen die in 2050 op onze aardbol leven een redelijk acceptabele levensstandaard te geven.