Weinig na-oorlogse politici hebben zo veel tegenstrijdige emoties opgeroepen als Dries van Agt. Hij werd intens bewonderd of diep verguisd, een tussenweg was er niet.
Mr. A.A.M. van Agt (1931) komt uit een katholieke Brabantse ondernemersfamilie. Hij volgde het gymnasium bij de paters Augustijnen in Eindhoven. In 1955 voltooide hij cum laude zijn studie rechten aan de Katholieke Universiteit te Nijmegen. Zijn politieke carrière begon in 1971, toen KVP-voorman Piet Steenkamp hem naar Den Haag haalde als minister van justitie, eerst onder premier Barend Biesheuvel, daarna onder zijn grote politieke rivaal Joop den Uyl.
In 1978 werd hij – na mislukte formatiegesprekken tussen CDA en PvdA – de eerste CDA-premier van Nederland. Van Agt kreeg zware binnenlandse politieke kwesties voor zijn kiezen, zoals het gratieverzoek van de Drie van Breda, de Molukse gijzelingsacties, de verdwijning van oorlogsmisdadiger Pieter Menten en de bezetting van de abortuskliniek Bloemenhove.
In 1983 verliet hij de Haagse politieke arena, na 12 tropenjaren die in het teken van de polarisatie hadden gestaan. Hij werd commissaris van de koningin in Noord-Brabant. In 1987 vertrok hij naar Japan, als ambassadeur van de Europese Gemeenschap. Van 1989 tot 1995 bekleedde hij diezelfde post in Washington, waarna hjj terugkeerde naar Nederland. De laatste jaren laat hij regelmatig van zich horen: als pleiter voor de Palestijnse zaak, als tegenstander van de oorlog in Irak, en - net als in de jaren ’70 - als hoeder van christelijke normen en waarden.
(Foto: Thom Hoffman)