Hafid Bouazza houdt van Nederland. En vooral van de Nederlandse taal en literatuur. Juist vanwege de nauwkeurigheid waarmee onze taal zich uitdrukt. Deze passie heeft zijn sporen nagelaten in het bloemrijke oeuvre van de jonge schrijver.
Bouazza werd geboren in Oujda, Marokko en kwam in oktober 1977 als zevenjarige jongetje naar Nederland. Tot hij zijn studie Arabische taal en letterkunde in Amsterdam ging volgen, woonde hij bij zijn ouders in het dorpje Arkel, nabij Gorinchem.
In 1996 debuteerde hij met De voeten van Abdullah, waarvoor hij de E. du Perronprijs kreeg. Daarna volgden de romans Momo en Salomon, in 2001 het boekenweekgeschenk Een beer in bontjas, de toneelbewerkingen Apollien, De slachting in Parijs en Othello en de kameropera Het monster met de twee ruggen. In 2001 trok hij de aandacht met een paar felle betogen waarin hij de naïeve houding van Nederland ten opzichte van de gevaren van de Islam bekritiseerde.
(Foto: Thom Hoffman)