Trudy Dehue (Den Bosch, 1951) is hoogleraar wetenschapsfilosofie en wetenschapsgeschiedenis

Trudy Dehue (Den Bosch, 1951) is hoogleraar wetenschapstheorie en wetenschapsgeschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dehue won in 2009 de NWO Eureka Boekenprijs 2009 voor haar boek De depressie-epidemie. Over de plicht het lot in eigen hand te nemen (Augustus, 2008). 
 
Na eerst een aantal jaren werkzaam te zijn geweest in de kinder- en jeugdpsychiatrie studeerde Trudy Dehue af in de psychologie (1983) en de filosofie (1985). Meer nog dan de menselijke psyche die psychologen bestuderen, bestudeert Dehue juist die psychologen zelf. Ze promoveerde cum laude op 'De regels van het vak' (Van Gennep 1990), een kritische studie van het ‘meten en tellen’ en de vooronderstellingen die bepalend zijn geworden voor psychologisch onderzoek. 
 
In 'De depressie-epidemie' analyseert Dehue hoe het kan dat juist in rijke en welvarende landen steeds meer mensen lijden aan depressie. Dehue laat zien dat wat in de loop van de geschiedenis als melancholie, neerslachtigheid of depressie beschreven is, steeds sterk tijdsgebonden is geweest. Heeft depressie bijvoorbeeld te maken met levensomstandigheden en is het iets wat ‘op de sofa’ behandeld kan worden, of eerder iets biologisch, wat met pillen bestreden kan worden? Dehue neemt ook de invloed van de farmaceutische industrie kritisch onder de loep. Haar opinieartikel in NRC Handelsblad over de mogelijke bijwerkingen van antidepressiva deed in 2009 veel stof opwaaien. 
 
In haar werk laat Dehue zien hoe de ‘depressie-epidemie’ verbonden is met het huidige maatschappelijke ideaal van het maakbare individu: we zijn zelf verantwoordelijk geworden voor ons lot: schoonheid en succes zijn een keuze geworden, en het antidepressivum steeds meer een ‘prestatiepil’. Dehue laat zien hoe een samenleving ervaart en bepaalt wat ‘normaal’ is en geeft daarmee niet alleen een analyse van depressie, maar ook van onze tijd.

(Foto: Kadir van Lohuizen)