Boeken

Willem Melching & Margaux Fragoso

De Amerikaanse schrijfster Margaux Fragoso geeft in ‘Tijger, tijger’ een ongekende inkijk in de ziel van de man die haar van haar jeugd beroofde. En historicus Willem Melching bezorgde de vertaling van de dagboeken van Hitlers spindoctor, Joseph Goebbels.

Vijftien jaar lang had Margaux Fragoso (1979) een relatie met Peter. Over deze relatie schreef ze het autobiografische werk Tijger, tijger. Dit boek wordt een van de meest controversiële literaire werken van de afgelopen jaren genoemd. De reden hiervoor? Toen de relatie tussen Margaux en Peter begon, was zij zeven jaar en hij 51. Ondanks zijn jarenlange misbruik noemt Fragoso de pedofiele Peter in Tijger, tijger haar ‘vriend, vader en minnaar’. Omdat ze de vreselijke details niet achterwege heeft gelaten, wordt het boek door verschillende recensenten als choquerend ervaren. Fragoso heeft dit echter bewust gedaan, in de hoop anderen te kunnen behoeden voor wat haar is overkomen.

Margaux Fragoso en haar moeder leren Peter kennen tijdens een bezoek aan het zwembad. Hij nodigt hen uit om een keer op bezoek te komen, en Fragoso’s psychisch instabiele moeder raakt bevriend met de hartelijke Peter. “Hij gaf mijn moeder veel aandacht, maar zijn doel was om dichter bij mij te komen,” aldus Fragoso. Met dat doel voor ogen gaat Peter steeds een stapje verder. Hij neemt de kleine Margaux steeds vaker mee naar zijn souterrain. In het boek staat beschreven: “De eerste paar keren dat we in het souterrain waren, wilde Peter per se heel lang zijn armen om me heen slaan en me op mijn mond kussen. De eerste keer dat we zo kusten, als volwassenen, was ik me er nog heel erg van bewust hoe groot zijn gezicht was zo van dichtbij, en hoe zijn huid aanvoelde.” Dit is de eerste stap in het misbruik.

Fragoso’s moeder heeft niets in de gaten, en de vriendschap tussen haar en Peter blijft hecht. Hierdoor heeft Fragoso zelden het gevoel dat er iets mis is met wat zich in het souterrain afspeelt. Haar moeder vindt Peter aardig en hij moet daarom wel een goed mens zijn, zo redeneert ze. “Mijn moeder noemde Peter weleens ‘de reïncarnatie van Jezus Christus’. Dat was de afbakening van mijn wereld.” Vanwege haar jonge leeftijd heeft ze alleen haar moeder als oriëntatiepunt. Fragoso: “Een kind heeft niets anders om de werkelijkheid op te baseren dan de constructie van volwassenen.”

Het misbruik eindigt pas als Peter zelfmoord pleegt. Hij is dan 66 jaar oud; Fragoso is 22. Ze raakt in een diep dal. De dood van Peter is voor haar aanleiding tot het schrijven van een boek over haar verleden. Het duurt uiteindelijk acht jaar om haar verhaal op papier te zetten. “Ik wilde eigenlijk niet schrijven over het seksueel misbruik, maar dan zou het een geïdealiseerd verhaal worden. Het was daarom toch nodig om dat in mijn boek te verwerken.”

In Tijger, tijger wordt niet alleen het misbruik beschreven, maar ook hoe Fragoso zich aan Peter hecht en bij hem in de buurt wilt zijn. “Peter had een duaal karakter: hij kon aardig en vriendelijk lijken, maar deed tegelijkertijd de meest monsterlijke dingen,” aldus Fragoso. Dualiteit is dan ook een van de hoofdthema’s van haar boek geworden. “Ik ben geïnteresseerd in hoe omstandigheden ervoor kunnen zorgen dat een identiteit verandert. Dat is waar mijn boek ook over gaat; de identiteitsveranderingen die in mijzelf plaatsvinden vanwege verschillende factoren in mijn leven, waaronder zijn aanwezigheid en zijn manier om de werkelijkheid te construeren.”

In 1923 krijgt Joseph Goebbels (1897-1945) van zijn toenmalige vriendin een opschrijfboekje cadeau. Hij besluit het te gebruiken om zijn gedachten op papier te zetten. Tot vlak voor zijn zelfmoord in 1945 gaat hij door met het schrijven in dagboeken, wat leidt tot duizenden pagina’s vol notities over zijn leven als minister in nazi-Duitsland. Historicus Willem Melching las de dagboeken nauwkeurig en maakte uit de duizenden pagina’s een selectie, die hij van commentaar voorzag en bundelde tot het werk Joseph Goebbels, Hitlers spindoctor. Het boek geeft inzicht in de ideeën en motieven, maar ook in de twijfels en angsten van de nazitop.

Nadat Goebbels tevergeefs heeft geprobeerd een carrière als schrijver op te bouwen, besluit hij rond 1923 als politicus aan de slag te gaan. Willem Melching vermoedt dat Goebbels ‘toevallig’ in nationaalsocialistische kringen belandde. “Goebbels schrijft in een van zijn boeken: ‘Het geeft niet waar je in gelooft, maar je móet ergens in geloven, en daar moet je dan helemaal voor gaan.’ En dat deed hij ook,” aldus Melching. Hij constateert dan ook dat Goebbels in zijn dagboeken geen blijk geeft van samenhangende politieke ideeën. Melching suggereert dat Goebbels aanvankelijk geen antisemitische denkbeelden had, maar deze aannam om in goede aarde te vallen bij Hitler.

Wanneer Hitler in de loop van de jaren twintig naar voren treedt als leider van de nationaalsocialisten, sluit Goebbels zich ondanks eerdere twijfels bij hem aan. Hij blijkt over uitzonderlijk retorische talent te beschikken en maakt razendsnel carrière binnen de NSDAP. In 1933 wordt hij door Hitler benoemd als Minister van Propaganda, en binnen deze functie groeit zijn macht snel verder uit. Toch was Goebbels volgens Melching beslist niet de ‘tweede man in het Derde Rijk’: “Voor een ‘tweede man’ was in het systeem geen plaats. De kern van de macht was de charismatische Hitler, en Hitler alleen. […] Goebbels leefde daarom in een voortdurende angst om de gunst van de Führer te verliezen en in ongenade te vallen. Elk humeurtje en elk complimentje van de Führer werden nauwkeurig genoteerd, ” aldus Melching en mederedacteur Marcel Stuivenga in de inleiding van Joseph Goebbels, Hitlers spindoctor.

Melching en Stuivenga kozen ervoor alleen dagboekfragmenten uit de periode 1933-1945 in het boek te verwerken - de periode waarin Goebbels werkzaam was als minister onder rijkskanselier Adolf Hitler. In deze periode schreef Goebbels vrijwel dagelijks over zijn belevenissen, gevoelens, besluiten en ambities. De teksten geven blijk van een grote bewondering voor en vooral ook een grenzeloos vertrouwen in Hitler. Dankzij deze vele persoonlijke ontboezemingen biedt Joseph Goebbels, Hitlers spindoctor een zeer bijzonder perspectief op de opkomst en neergang van nazi-Duitsland.