Boeken

Peter Paul Verbeek & Thomas Verbogt

Schrijver Thomas Verbogt over zijn nieuwe roman 'Perfecte stilte'. Hoeveel moed heb je nodig om je verleden onder ogen te zien? En wetenschapsfilosoof Peter Paul Verbeek n.a.v. zijn boek 'De grens van de mens'. Over de nieuwe manier van mens-zijn.

Peter-Paul Verbeek is hoogleraar Filosofie van Mens en Techniek aan de Universiteit Twente. In die functie bestudeert en bediscussieert hij de ethische kant van onze relatie tot techniek. Techniek wordt steeds complexer en de ethische vragen die daaruit voortkomen worden dat vanzelfsprekend ook. Welke onderzoeken mag je bijvoorbeeld uitvoeren op ongeboren kinderen? En mag je de klachten van iemand met Parkinson met behulp van een hersenimplantaat verminderen als je weet dat het karakter van de patiënt daardoor volkomen verandert? In zijn boek De grens van de mens onderzoekt Verbeek de nieuwe manier van mens-zijn die het resultaat is van alle technologische ontwikkelingen om ons heen.

Mensen nemen volgens Peter-Paul Verbeek over het algemeen twee houdingen aan ten opzichte van nieuwe ontwikkelingen op technologisch gebied: ze vinden dat de mens zich moet overgeven aan de technologie of zijn juist van mening dat een dergelijke overgave levensgevaarlijk is. Volgens de filosoof zijn mensheid en techniek echter onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Vogels hebben vleugels om te overleven, vissen hebben vinnen en mensen hebben techniek,” geeft hij aan. Omdat hij van mening is dat hedendaagse mensen technische wezens zijn die niet meer zonder techniek kunnen overleven, verzet hij zich niet bij voorbaat tegen ingrepen in de menselijke natuur. Liever onderzoekt hij hoe we om kunnen gaan met de technologische ontwikkelingen om ons heen. We moeten ons richten, zo meent Verbeek, op de vraag hoe deze ontwikkelingen op een goede manier ingebed kunnen worden in onze samenleving.

Het beantwoorden van deze ethische vraagstukken is echter allesbehalve eenvoudig. Verbeek: “Aan de ene kant zie je dat de grens tussen mens en techniek heel moeilijk te trekken valt: we zijn immers wie we zijn dankzij de techniek die we hebben. Aan de andere kant; als we kunnen ingrijpen in zaken die we tot dusver als het lot moesten accepteren, vragen we ons toch af of we niet een keer moeten zeggen: tot hier en niet verder.” Waar ligt voor Verbeek zelf de grens? “Als je uitgaat van de gedachte dat we altijd al technische wezens zijn geweest, is de enige harde grens die je kunt trekken dat het ophoudt als je niet langer een vrije verhouding kunt hebben tot die techniek - als je geen vorm meer kunt geven aan je bestaan in interactie met die techniek.”

Hoeveel moed heb je nodig om je verleden onder ogen te zien? Deze vraag staat centraal in Perfecte stilte, de nieuwste roman van Thomas Verbogt. Hij schrijft over de documentairemaker David Kromweg, die op jonge leeftijd getuige was van de zelfmoord van een jeugdvriendin. Deze ervaring heeft hem geestelijk verlamd; hij neemt niet langer deel aan het leven, maar is toeschouwer geworden. Wanneer hij jaren later plotseling in een bedreigende situatie terechtkomt, besluit hij – geheel tegen zijn aard in - in te grijpen.

Hoe moedig bent u? Thomas Verbogt las deze vraag enkele jaren geleden in een tijdschrift. Het deed hem nadenken over het antwoord dat hij zelf op deze vraag zou geven. Die gedachtegang leidde op zijn beurt tot het verhaal dat in Perfecte stilte wordt beschreven: een man die getuige is van de mishandeling van een vrouw. Verbogt was al bezig aan de roman toen hij in een Amsterdamse kiosk een voorval meemaakte. Terwijl hij daar binnen was, begonnen klanten het winkelmeisje uit te schelden. Verbogt sprak de klanten hierop aan en werd vervolgens door hen geïntimideerd. Een bedreigende situatie – precies waarover hij aan het schrijven was.

Verbogt verwerkte niet zomaar een soortgelijk voorval in zijn boek. Hij windt zich enorm op over dit soort schofterig gedrag: “Ik heb last van de agressie, last van het cynisme, last van de onverschilligheid die er heerst,” zegt hij. “Er is overal een soort wat-kan-mij-het-schelen-mentaliteit. Dat vind ik heel erg beroerd en zorgwekkend.” Als het hoofdpersonage van Perfecte stilte, Kromweg, in een agressieve situatie terecht komt, besluit hij ondanks zijn passieve instelling in te grijpen. Verbogt: “Dat is iets waartoe hij zichzelf niet in staat had geacht.”

Precies dertig jaar geleden, in 1981, debuteerde Verbogt met zijn verhalenbundel De feestavond. Sindsdien heeft hij vele romans geschreven. Net als Perfecte stilte bevatten ook zijn andere werken autobiografische elementen. Verbogt geeft aan dat dit de enige manier is waarop hij kan schrijven: hij moet wat hij schrijft eerst meemaken in zijn hoofd. Verbogt: “Schrijven is voor mij herinneren wat ik al heb meegemaakt in mijn gedachten.”