Na uitgebreid onderzoek van het door Willem Frederik Hermans zelf aangelegde archief, verschijnt nu het eerste deel van de biografie die Willem Otterspeer schrijft: De mislukkingskunstenaar. Het behandelt Hermans’ leven van zijn geboorte in 1921 tot aan 1951, het jaar dat hij Ik heb altijd gelijk publiceert.
Achttien jaar na zijn dood heeft nu ook, na Reve, de nummer twee van de ‘naoorlogse Grote Drie’ zijn biografie, geschreven door historicus en letterkundige Willem Otterspeer.
Van De mislukkingskunstenaar is – met enige vertraging – op 28 november het eerste, 800 pagina’s tellende deel verschenen, over de eerste dertig jaar uit het leven van Willem Frederik Hermans (1921-1995).
'Baldadig, aandoenlijk, cynisch, kwetsbaar, overgevoelig, bovenmatig intelligent, hyperbewust en melancholiek,' zo werd de schrijver onlangs raak getypeerd door historicus en schrijver Ewoud Kieft. Het zijn eigenschappen die mede werden bepaald door een naargeestige jeugd met bekrompen ouders, crisisjaren en een oorlog die zijn ontplooiing in de weg staan, en het naoorlogse herstel van drukkende verhoudingen die een bestaan als schrijver ernstig bemoeilijken.
Zijn misantropie, verongelijktheid, eenzaamheid en de angst om te worden tekortgedaan komen in elk geval niet uit de lucht vallen, zo blijkt uit De mislukkingskunstenaar. Een ongelukkige jeugd heet een goudmijn te zijn, maar welke schrijver zou met Hermans hebben willen ruilen? Neem de zelfmoord van zijn oudere zuster Corrie, in alles beter dan hij. Dit trauma kan de verbetenheid verklaren waarmee Hermans aan het schrijven sloeg.
Luister ook naar het gesprek dat Jeroen van Kan met Otterspeer in De Avonden voerde.
Achttien jaar na zijn dood heeft nu ook, na Reve, de nummer twee van de ‘naoorlogse Grote Drie’ zijn biografie, geschreven door historicus en letterkundige Willem Otterspeer.
Van De mislukkingskunstenaar is – met enige vertraging – op 28 november het eerste, 800 pagina’s tellende deel verschenen, over de eerste dertig jaar uit het leven van Willem Frederik Hermans (1921-1995).
'Baldadig, aandoenlijk, cynisch, kwetsbaar, overgevoelig, bovenmatig intelligent, hyperbewust en melancholiek,' zo werd de schrijver onlangs raak getypeerd door historicus en schrijver Ewoud Kieft. Het zijn eigenschappen die mede werden bepaald door een naargeestige jeugd met bekrompen ouders, crisisjaren en een oorlog die zijn ontplooiing in de weg staan, en het naoorlogse herstel van drukkende verhoudingen die een bestaan als schrijver ernstig bemoeilijken.
Zijn misantropie, verongelijktheid, eenzaamheid en de angst om te worden tekortgedaan komen in elk geval niet uit de lucht vallen, zo blijkt uit De mislukkingskunstenaar. Een ongelukkige jeugd heet een goudmijn te zijn, maar welke schrijver zou met Hermans hebben willen ruilen? Neem de zelfmoord van zijn oudere zuster Corrie, in alles beter dan hij. Dit trauma kan de verbetenheid verklaren waarmee Hermans aan het schrijven sloeg.
Luister ook naar het gesprek dat Jeroen van Kan met Otterspeer in De Avonden voerde.