De stille kreet van een schrijver.

Er was eens een jongen dat stilletjes de wereld verbetert

Ik heb laatst een stukje behang van mijn muur getrokken.
Om reactie uit te lokken.
‘Goh, wat een leuk concept, het geeft de kamer een nieuwe dimensie.’
Heb ik nog niet gehoord.
Behalve van mijn kunstacademievrienden.
En daar wil ik eigenlijk niks van horen.

Mijn ouders, mijn oma, mijn vrienden die niets weten van kunst.
Die moeten zeggen… iets in de trant van;
‘Goh, wat een artistieke muur.’
Precies.
Het is een artistieke muur.
Ik deed het met opzet, dat stukje behang laten afbladderen.
Zodat mensen de imperfectie zouden opmerken.
En dat ze dat dan kunstzinnig zouden vinden.
Maar tot zover heeft nog niemand dat gezegd.
Wel dat het zonde is van dat behang
en dat ik wel eens opnieuw mag behangen.
En dat mijn handschrift lelijk is.
En dat mijn handschrift niet op de muur hoort.
Vond ik ook wel iets artistieks hebben.
Heel groot, in sierlijke letters,
‘Er was eens een jongen dat stilletjes de wereld verbetert’
had ik erop geschreven.
Krijg enkel reactie dat het die jongen is.
Dat snap ik ondertussen wel.

Maar denk eens aan dat jongen verbetert.
Hoe …creatief dat klinkt.
Hoe erg je daarmee kan spelen.
‘Dat, jongen: verbetert!’ of gewoon dat jongen verbetert.
Maar dat wordt dan direct gezien als gebrekkig Nederlands.
Ik vind het spelen met taal.

Goed, wellicht deed ik het per ongeluk.
Maar zie je dat?
Zodra het is geschreven staat het er en is het expres.
En is het dus een soort van kunstzinnig.
Ik heb zelfs al hypnose geprobeerd
‘Schakel al je negatieve gedachten uit’
Dat schijnt te werken, zeggen ze.
Dus probeer ik dat in de echte wereld.
Daar faalt het.
‘Ik kan wel mijn negatieve gedachten uitschakelen, maar het blijft lelijk’
Kreeg ik van mijn vader te horen.
Allemaal van die mensen die zijn vergeten dat lelijkheid ook een vorm van kunst is.
Iets doet met mensen.
Expres lelijkheid, of misschien wel per ongeluk lelijkheid.
Maar nee.
Al de echte mensen kijken enkel naar de vorm.
Wat gek is.
Want voor de echte mensen maak ik de inhoud.
‘Wat een interessante woordspeling! Wat zegt dat afbladderen veel over het kunstwerk, zeg’
Daar zou ik zo blij van worden.
Of misschien helemaal niet eens dat.
Ik zou al blij worden als ze zouden lachen.

Er was eens een jongen dat stilletjes de wereld verbetert.
En dat deed hij met grammatica,- en spellingfouten.
Opdat men een keer zou denken ‘goh, wat artistiek, die fouten!’

Dit item werd eerder gepubliceerd op een van de vorige Dorst weblogs.