verhoren zonder folteren

Herman Schulte Nordholt ,

De afgelopen drie jaar hebben Nederlandse juristen op verzoek van de Chinese autoriteiten in stilte meegewerkt aan een uniek project: hoe kunnen we de Chinese politie leren om verdachten te verhoren zonder te folteren.

Om bekentenissen te verkrijgen wordt er door de Chinese politie nog op grote schaal gemarteld. Hoogleraar detentierecht Gerard de Jonge (Universiteit Maastricht) deed veldonderzoek en bezocht huizen van bewaring in de Volksrepubliek. Hij sprak met Chinese politiebeambten, juristen en procureurs. In Buitenhof legt hij uit waarom China iets aan deze folterpraktijken wil doen en hoe groot de kans van slagen op verandering is.

Weibo 

Waar het hier over gaat: verdachten die hersenletsel hebben opgelopen omdat ze zogenaamd ‘gevallen’ zijn. Of die in een mortuarium liggen met water in de longen, omdat ze ‘te veel koud water’ hebben gedronken. “Wat mij aantrok, was de grote openheid van mijn Chinese collega wetenschappers aan de Renmin universiteit in Beijing om over foltering te spreken”, zegt De Jonge. “Men erkent dat het een groot probleem is. Natuurlijk mocht ik ook de kans niet laten liggen om binnen te komen in de kanshou, het gesloten systeem van detentiehuizen die onder de Chinese politie vallen.”


Martelen door de politie is niet wettelijk toegestaan in China. Maar volgens De Jonge komt men er zelden achter dat het gebeurt: “Foltering is nu vooral een probleem als het in de publiciteit komt. De motivatie om er wat aan te doen is niet zozeer humanitair maar vooral pragmatisch. De partij ziet in dat onvrede over misstanden bij de politie uiteindelijk een bedreiging vormt voor de politieke stabiliteit van het land. En via het Chinese twitter, Weibo, wordt die onvrede ook snel gekanaliseerd”

Druk
Als reden voor de folterpraktijken ziet De Jonge een aantal factoren. Ten eerste wordt in China de bekentenis van een verdachte gezien als het hoofdbewijs in een strafzaak. Dus ligt er veel nadruk op het verkrijgen van die bekentenissen. Ten tweede is er grote druk op de Chinese politie om productie te leveren en wel zo snel mogelijk. De partij treedt hard op tegen criminaliteit en dat heeft als effect dat de politie vaak letterlijk een zaak probeert te kraken.

De Jonge: “Wat ook niet helpt is het ontbreken van een kritische advocatuur. Advocaten kiezen liever voor civiel recht of die tak van advocatuur waarmee geld valt te verdienen. Er is geen vergoeding voor Pro Deo zaken en als strafrechtadvocaat loop je voortdurend achter de feiten aan. Bovendien is het ook nog riskant.”

Met gevangenen zelf mocht De Jonge helaas niet spreken, maar wel met (hoge) beambten van de Chinese politie, security forces en justitie. “Het heeft tijd gekost om binnen de gevangenis te komen, dat lukte pas tijdens mijn vierde bezoek. Je moet eerst het vertrouwen winnen.”

Het project waaraan De Jonge meedeed is uitgemond in de publicatie 'Three Approaches to Combating Torture in China'. Ook in ruime oplage verkrijgbaar in Beijing.
 

informatie van amnesty

"Wat we weten is dat mishandeling door het hele strafrechtsysteem heen plaatsvindt, te beginnen bij de arrestatie", leert persvoorlichtster Nicole Sprokel. "De politie staat onder druk om bekentenissen af te dwingen en doet dat veelal met geweld. Het is geen uitgangspunt dat mensen in principe onschuldig zijn tot het tegendeel is bewezen in een eerlijk proces. Dit principe krijgt nu wel iets meer betekenis bij strafzaken waarbij de doodstraf kan worden opgelegd.
Mishandeling vindt vrij standaard plaats in zowel officiële als geheime detentiecentra. Hetzelfde geldt voor de situatie in administratieve detentie. Dat is het systeem van 'Re-education Through Labour', waar honderdduizenden mensen zonder tussenkomst van de rechter tot vier jaar kunnen worden opgesloten. De Communistische Partij liet daarover recentelijk weten dat het zou moeten worden afgeschaft, maar daar is niet veel opvolging aan gegeven." 

Meer info:

Submission to the UN committee on economic, social & cultural rights

Re-education through labour

Speciaal rapporteur inzake marteling van de Verenigde Naties