In Voetbalplaatjes maar niet van Panini presenteert muziekverzamelaar Jimmy Tigges tachtig bijzondere voetbal­singletjes uit zijn enorme collectie.

Wie is de betere zanger, Franz Beckenbauer of Johan Cruijff?
Jimmy Tigges: ‘Beckenbauer, die zingt het minst beroerd. Hij is ook geen goede zanger, maar het lijkt ergens op. Bij Cruijff hoor je dat er eerst drank in is gegoten om nog enigszins in het ritme te blijven. Beckenbauer heeft een mooie zachte stem en zingt romantisch.’
 
Wat is je laatste aanwinst?

‘“Wat een club is dat!”’ van Piet Kraak. Een oubollig, maar ook wel grappig liedje. Kraak was begin jaren vijftig de knappe doelman van het Nederlands elftal en zong samen met Max van Praag in een revue. Hij was enorm populair bij vrouwen en bij zijn optredens kon het publiek een gesigneerde single winnen. Maar twee weken na de première van zijn voorstelling maakte hij op het podium bekend dat hij van de KNVB niet meer mocht zingen. Hij zou misbruik maken van zijn bekendheid als voetballer en dergelijke commerciële activiteiten waren destijds niet toegestaan voor voetballers. Zijn zangcarrière is door de KNVB verboden.’ 

Welke selectiecriteria heb je gehanteerd voor dit boek?
‘Het is niet willekeurig, want er zitten liedjes in waarvan ik vond dat ze er zeker in moesten. “Hup Holland Hup”, de mars “Koning Voetbal” en “De voetbalmatch” van Louis Davids. Het idee was een greep uit mijn collectie en de uitgever vond dat “Ik hou van de winter” van Joan Haanappel er ook in moest.’
Beetje vreemde eend in de bijt. Net als ‘Ay-ay-ay! – die Caballero’.
‘“Caballero” werd bijna rond alle voetbalwedstrijden gedraaid in de jaren zestig. “Live is life” van Opus heb ik ook opgenomen. Gaat niet over voetbal, maar iedereen associeert het met de warming up van Maradona. Alles, behalve Haanappel, is voetbalgerelateerd en dat moet je ruim zien. Het zijn niet alleen zingende voetballers. Het is juist zo leuk dat je er alle kanten mee op kunt. Er staat ook veel goede muziek in van de Raggende Manne, The Nits en de Tröckener Kecks. Nummers die soms ook ergens over gaan.’
Zoals ‘Stille Willem’ van Henk Spaan en Harry Vermeegen.
‘Een cover van “Love of the Common People” van The Everly Brothers. Paul Young heeft dat ook gecoverd. Veel mensen denken dat het over Willem van Hanegem gaat, omdat het bij diens afscheid verscheen op een elpee met allemaal andere Willem-liedjes. Maar het is een ode aan de onbekende waterdragers die genoegen nemen met een bescheiden salaris en met opgestroopte mouwen heel goed voetballen. De Berry van Aerles, zeg maar. Volgens Theo Maassen was dat de enige PSV ‘er die contributie betaalde.’ 
Terwijl Johnny Rep in het Frans wordt toegezongen.
‘Door Mickey 3D in een prachtige sfeerschets. Stadionlampen aan, lichte regen, Rep hijst cool zijn sokken op en trekt zijn shirtje recht. Als een playboy die even heel relaxed een potje gaat voetballen. Rep was een grote held in Saint-Étienne en dat plaatje is lang na zijn vertrek daar gemaakt. Er staat ook een stukje wedstrijdverslag op waarin Rep drie doelpunten maakt. Op “Hey Johnny” is hij zelf te horen. Die opnamen gingen niet zo goed. Na een paar flessen wijn klonk zijn stem redelijk, maar vergat hij zijn tekst. Dat soort plaatjes kwamen vaak van slimme producers die gebruik maakten van de populariteit van voetballers. Daar zijn veel voorbeelden van. Dat Marco van Basten en Frank Rijkaard samen met De Havenzangers “Het is fijn om in Italië te zijn” hebben opgenomen, weet bijna niemand. Eerste regel: “Ik sta hier in het zonnetje, in een stadionnetje.” Dat is waarschijnlijk binnen twee seconden bedacht. Plaatjes uit de jaren zestig klinken weliswaar krakkemikkig en zijn ook niet al te hoogstaand, maar hebben wel charme. Later is het vooral lopendebandwerk geworden.’
Dat geldt niet voor de rock van Die Toten Hosen.
‘Zij hebben een behoorlijk punkachtig maar goed nummer gemaakt over FC Bayern München. Zogenaamd tegen de commercialisering waar Bayern het symbool van was. Een anti-lied, al is het de vraag of je daar energie in moet steken. Het is leuker om je club te eren. Het is vooral aardig omdat het zo ver ging: “Je haalt het toch niet in je hoofd om fan te zijn van zo’n schijtvereniging.” Veel mensen namen het serieus en maakten zich er zeer kwaad over. Grappig, want de band had ook maatschappijkritische nummers over veel belangrijkere thema’s. Daar nam niemand aanstoot aan, maar dit kon niet. Later verklaarde een bandlid dat ze fan waren van Fortuna Düsseldorf en die club werd jaar in jaar uit weggespeeld door Bayern. In Nederland bestaat veel antipathie ten opzichte van het arrogante Ajax, omdat die club na drie goede wedstrijden altijd enorm wordt opgehemeld. Gerard Cox kwam in 1970 met een liedje “Ajax is dood”, met als refrein “Moeder ik verzuip, de cup staat in de Kuip.” Tante Leen kwam toen direct met een tegenliedje. Cox heeft daar wel spijt van gehad, want het werd voor hem moeilijk om nog op te treden in Amsterdam.’ 
50plusser Henk Krol schreef ook voetbalnummers.
‘Ja “Bal” en “Voetbalknul” in 1980 voor FC Du Masher / De Gay Krant. Du Masher was een homobar in Eindhoven en hun voetbalteam werd gesponsord door De Gay Krant waar Krol hoofdredacteur was. Dat nummer is opgenomen in een studio die op een bepaalde dag gereserveerd was door de EO, maar toch niet door die omroep gebruikt werd. Grappig dat juist deze omroep de opname betaalde. Homoseksualiteit is nog steeds een taboe in de voetbalwereld en het komt zogenaamd niet voor. De teksten zijn dubbelzinnig met veel zelfspot. “We willen zonder meer nog even scoren,” en “We hadden ze binnen een kwartiertje helemaal plat.” En natuurlijk de nodige verwijzingen naar het douchen.’
 
De voetballer en latere Hints-presentator Frank Kramer had een echte hit.
‘Hij stond op 2 met “Standing on the Inside” van gelegenheidsformatie Full House. Die bestond uit twee mannen en drie vrouwen. Kramer wilde iets bij televisie gaan doen en dit leek hem een goede ingang. Hij kon het goed relativeren en erkende dat hij totaal geen ritme kon houden en dat zijn danspasjes mislukten. Zelfs het playbacken ging niet goed en daarom moest hij bij opnames altijd achteraan staan. Hij is een van de voetballers met het grootste muzikale succes tijdens de actieve voetbalcarrière.’
Bij slechts één single staat dat het een collectors item is.
‘“Football Song” van de Arnhemse punkband Speedtwins. Dat verscheen in 1978 rond het verzet van Bram en Freek tegen deelname aan het WK in Argentinië. Het hoesje, een oranje voetbalshirt met bloed en kogelgaten, lijkt ook naar de dictatuur te verwijzen. Maar als je het nummer draait hoor je constant “We hate football” en blijkt dat ze gewoon de pest aan voetbal hebben. Ze liften een beetje mee op de protestgolf.’ 
Zoek je nog iets?
‘Ik zoek nooit, maar vind altijd van alles. Er is een door Johnny Hoes opgenomen single van Cor van der Hart. Dat liedje heet “Dat kan alleen Fortuna!” en was in 1964 voor het eerst te horen bij Fortuna-Ajax (2-1), de openingswedstrijd van het seizoen. Van der Hart kon behoorlijk zingen en het toeval wil dat ik als kleine jongen die wedstrijd heb gezien. Wij waren daar in de buurt op vakantie en met mijn vader ben ik naar het stadion van Fortuna, toen een heel goede ploeg, geweest. Enfin, het wordt tijd om te gaan luisteren. Wat wil je horen? Deze b-kant van de band Frans is goed. Limburgers die zingen “Beckenbauer, du bist nur ein Würstchen.”’
 
Jimmy Tigges
Voetbalplaatjes maar niet van Panini