A.L. Snijders heeft niet veel woorden nodig.

Ik zat op een gymnasium en werd door de buitenwereld als slim beschouwd, maar m'n medegymnasiasten vonden me dom, ik haalde de laagste cijfers van de klas.

Gelukkig had ik enige steun bij een mooi meisje dat net zo dom was als ik. Na feestjes bracht ik haar vaak naar huis. Ze woonde in een buurt met veel chocoladefabrieken. Op honderd meter van haar huis stonden we stil om elkaar te kussen. Deden we dat lang, dan stonken m'n kleren nog dagen naar chocola, en vroeg mijn moeder altijd of ik weer had staan kussen. 

De lage cijfers, de geur van chocola, het leunen op de fietsen, de prachtige, blonde haren van het meisje, dat Corrie heette, de korzelige vragen van mijn moeder. Waarom gaat je jeugd nooit voorbij? Waarom denk ik hieraan als het nieuws begint met de frontale aanval van Mark Rutte op Thierry Baudet. Waarschijnlijk door het woord 'zolderkamergeleerde'. Jammer dat zoiets nooit spontaan is. Altijd zitten er mensen achter die 'communicatie' gestudeerd hebben. Er zijn geloof ik al universiteiten waar niet meer over literatuur wordt gesproken, alleen over communicatie. Dus het is een afgestudeerde communicatiedeskundige die Mark Rutte 'zolderkamergeleerde' heeft ingefluisterd, en later het woord 'potjeslatijn'.

Ikzelf heb in de jaren vijftig nog degelijk Latijn moeten leren uit een speels schoolboekje. De eerste zinnen van les 1 om een kernindruk te krijgen van de Latijnse taal in de jaren vijftig: 'Het Latijn gebruikt niet meer woorden dan strikt nodig is. Een goed verstaander heeft aan een half woord genoeg; van deze waarheid zijn ook de Romeinen diep doordrongen en zij drukken deze ook uit in een spreekwoord, dat evenwel niet uit negen, maar uit slechts twee woorden bestaat: sapienti sat.' Sindsdien maken twee woorden meer indruk op me dan negen.