Een korte verhandeling over de gunst.

1. Een gunst is geen cadeau. Als je iemand een boekenbon van twintig euro geeft, verleen je diegene geen gunst, tenzij de ontvanger heel erg arm is en van boeken houdt. Als je tegen iemand zegt: ‘Ga maar voor’, terwijl je zelf enorme haast hebt, dan heb je diegene een gunst verleend.

2. Stel, je hebt de doodstraf gekregen, maar de president of de koning zegt: ‘Maak er levenslang van’ – is dat een gunst? Ik betwijfel het.

3. Als de gunst een tegenprestatie veronderstelt, wordt het nobele karakter van de gunst bezoedeld en voor je het weet heb je te maken met corruptie. De recensent die het werk van een vriend gunstig beoordeelt omdat de maker een vriend is, is corrupt, zelfs als er geen tegenprestatie wordt geleverd. Je zou nooit het werk van vrienden en vijanden moeten recenseren, alleen het werk van mensen die je onverschillig laten. In praktijk is dat moeilijk; straf en gunst gaan hand in hand.

4. Heeft degene die jou een gunst verleent macht over jou? Vaak wel. De agent verleent gunsten door een overtreder niet op de bon te slingeren. De leraar verleent gunsten door een leerling een proefwerk over te laten maken. De baas verleent gunsten als hij oogluikend toestaat dat een werknemer elke dag een halfuur te laat komt. Als je geld aan een bedelaar geeft, is dat een gunst? Nee, dat is een gift. Kan liefde een gunst zijn? Zelden, zelfs de hopelozen zullen liever geen liefde uit medelijden ontvangen. Gratie is de overtreffende trap van een gunst. Stel, een gelovige heeft kanker, hij smeekt God: ‘Genees mij.’ De man geneest. Dan zal hij niet zeggen: ‘God heeft mij een gunst verleend.’ Eerder zal hij over gratie spreken.

5. Een sadist is iemand die meent voortdurend gunsten te verlenen. De pijn die hij een ander aandoet, ziet hij als een gunst.

6. Wanneer hebt u voor het laatst iemand een gunst verleend? Wanneer heeft een ander ú een gunst verleend?

7. Pech is een chronisch gebrek aan gunsten. Ook het toeval verleent gunsten, alleen per ongeluk. Zolang wij de samenloop van omstandigheden ervaren als een gunst, kunnen wij ook het toeval als een verstrekker van gunsten zien.