Mijn werkgewoontes zouden worden gefilmd. Ik vond dat best, want ik had bijzonder veel schik in mijn werkgewoontes de laatste tijd. Ik zat in bed met de laptop op schoot voor de televisie, vingers op de toetsen.

Mijn werkgewoontes zouden worden gefilmd. Ik vond dat best, want ik had bijzonder veel schik in mijn werkgewoontes de laatste tijd. Ik zat in bed met de laptop op schoot voor de televisie, vingers op de toetsen. Zolang het werk me boeide stond het geluid van de televisie uit, zodra het werk me verveelde keek ik televisie en zette het geluid weer aan. Dus ze moesten me maar in bed komen filmen, tussen de troep, want die troep beviel me ook steeds beter.

Op een zondagavond, ik was net teruggekomen van een vakantie met mijn dochter, de koffers met vieze kleren lagen er nog, mijn dochter sliep eindelijk, ik lag moe in bed voor de televisie en ik was mijn bed helemaal zat en de troep ook. Ik wou een bank. Dat gehang in bed moest afgelopen zijn. Het was laat en ik was moe, maar mijn bedafkeer was groot. Tegen middernacht was mijn bed uit elkaar gehaald en waren mijn bedschotten achter de wasmachine weggewerkt. Alle rondslingerende boeken stonden terug in de kast. Van een matras had ik een bank gemaakt, ik zat er fris en rechtop op, de laptop op de salontafel ervoor en realiseerde me dat ze me dinsdag in mijn bed kwamen filmen. Het werd een scène met halfslachtig gehang op iets dat noch een bank noch een bed was.

Het toeval wilde dat mijn werkgewoontes de maand erop weer werden gefilmd. Rond die tijd miste ik mijn bed enorm, maar ik wilde ook een bank, dus moest er een tafel worden afgebroken. Het heropbouwen van het bed verliep niet voorspoedig.

Ik belde de filmmaakster en zei: ‘Het huis is in transitie, volgens mij is dat kenmerkend voor mijn werkgewoontes, kom dat maar filmen.’

‘Woon je hier net?’ vroeg de cameraman toen hij de troep zag.

‘Twee jaar,’ zei ik.

Na de opnames bouwde ik verder. De bedombouw bleek ik helemaal niet nodig te hebben, een bed hoort laag op de grond te zijn, er mag geen troep onder passen, hoe heb ik dat ooit anders kunnen zien? Het wasmachinehok stouwde ik vol met bedschotten en de afgebroken tafel. Ik maakte mijn huis strak en leeg, ik houd immers van strak en leeg. Mijn computer zette ik op mijn bureau.

Binnenkort kan iedereen op twee filmpjes zien hoe mijn werkgewoontes ooit waren. Ook deze column zal bij publicatie gedateerd zijn. Al deze veranderlijkheid is een prachtige vorm van privacy. Niemand weet hoe ik nu werk.