In haar nieuwe column neemt Esther Gerritsen de verantwoordelijkheid voor de stoeptegel voor haar deur.

Een paar weken geleden alweer stapte ik mijn huis uit, had de voordeur nog niet eens gesloten, toen ik een vrouw bijna zag struikelen over een losse stoeptegel vlak bij mijn huis.

Ze bleef nog net overeind, keek mij boos aan en zei: 'De gemeente moet daar iets aan doen, maar ja, dat moet dan gemeld worden.' Ik knikte.

'Maar,' zei de vrouw terwijl ze me nog steeds boos aankeek, 'dat moet door iemand gedaan worden die hier woont en ik woon hier niet.' En ze liep alweer door, mij verbaasd achterlatend. Ik hoorde haar nog eens zeggen: 'Ík woon hier niet.'

Ik was nog geen twee seconden mijn huis uit en werd meteen beschuldigd van nalatigheid. Ik keek naar de wiebelende stoeptegel, en zou me haast weer omdraaien en mijn huis inlopen. Blijkbaar lagen hier buiten allerlei verantwoordelijkheden die ik niet nam, wie weet wat ik nog tegenkwam als ik een paar meter verder liep. Ik verloor mijzelf in mijn fantasieën, maar het kwam niet in mij op om gewoon de gemeente te bellen om iets aan die stoeptegel te doen. Aan mij had die vrouw ook niets. Alhoewel, had ik haar niet al een dienst geleverd? Want wat fijn eigenlijk dat ik daar net stond toen zij bijna struikelde. Ze kon moeilijk woedend worden op de stoeptegel, geweldig dus dat daar een nalatige bewoner stond, meteen in haar blikveld, op wie ze zich kon afreageren. Tevreden kon ik mijn dag vervolgen.

Toch kan ik sindsdien niet meer ongemerkt over de wiebelende stoeptegel stappen die me daarvoor nauwelijks was opgevallen. Ik denk bij dagelijkse ongemakken niet vaak: daar moet iets aan gedaan worden. Ik beschouw iets al snel als een onontkoombaar natuurverschijnsel, zo zijn er nu eenmaal tegels om rekening mee te houden, het is niet anders. Maar nu denk ik steeds: iemand zou dus iets aan deze stoeptegel moeten doen.

Ik kan de gemeente bellen, maar ik vermoed dat het telefonisch keuzemenu me langer bezig zal houden dan de tijd die ik nodig heb om die tegel zelf even recht te leggen. Ik zal het dus zelf doen, het is een klusje van niets. Maar denkend aan klusjes weet ik heus wel dat ik dan eerst eens het scharnier van mijn kastdeur eens moet repareren, want die deur staat er nu al drie weken naast. Het gevolg is dat de tegel waar ik eerst geen last van had me nu iedere keer doet denken aan de kastdeur die ik moet repareren, en dat is de schuld van die vrouw die in mijn zicht dreigde te struikelen.