Anne-Marieke Graafmans kreeg drie jaar geleden een postnatale depressie, iets wat een op de tien vrouwen overkomt. In haar documentaire De roze wolk laat ze ervaringsdeskundigen (en hun mannen) aan het woord over dit taboe.

2doc: De roze wolk
Maandag 26 september, 21.00 uur, NPO 2

De roze wolk is ‘Voor Janne’. Uw dochter?
Anne-Marieke Graafmans (41): ‘Ja. Zij is nu drie. De eerste twee jaar na haar geboorte heb ik een postnatale depressie [pnd] gehad, pas sinds een jaartje ben ik daar vanaf. Ik merkte dat wanneer ik er iets over zei, ik tegen een hoop onbegrip aanliep. Dat verbaasde me, ik dacht dat het een redelijke bekende ziekte was waar je als moeder vrij over kon praten. Maar toen bleek hoe groot het taboe is, wist ik dat ik over dit onderwerp een film moest maken. Overigens draag ik De roze wolk eigenlijk op aan alle kinderen van vrouwen die pnd gehad hebben. Het belangrijkste voor Janne en alle anderen is dat ze weten dat het niet aan hen ligt, maar dat er iets gebeurd is in het hoofd en lichaam van hun moeders, al dan niet aangewakkerd door hormonen. Het tijdelijk niet voelen van liefde wil niet zeggen dat het er niet is. Oftewel: pnd betekent niet dat je niet goed voor je kind zorgt, dat je je baby verwaarloost, dat je je kind niet waard bent. Ik hoop dat iedereen zich dat realiseert.’

In De roze wolk vertellen Vanessa, Geertje, Nienke en Femke hun verhaal. Hoe heeft u deze vrouwen gevonden?
‘Op internet kwam ik Eileen Engels tegen op haar website kraamtranen.nl. Een echte pionier, die inmiddels meer dan dertig jaar deskundige op dit gebied is. Zij doet al heel lang onderzoek naar de oorzaken en behandeling van pnd, of ppd: postpartum depressie, zoals het ook genoemd wordt. Zelfs onder hulpverleners is dit een taboeonderwerp, zei ze. Eileen stuurde iedereen uit haar bestand een bericht met de vraag of ze mij hun verhaal zouden willen vertellen. Ik werd, tegen mijn verwachting in, overspoeld met reacties. Vrouwen voelden zich eindelijk serieus genomen, kregen een stem en bleken niets liever te willen dan er door hun medewerking voor zorgen dat anderen zich niet, net als zij, zo alleen en in de steek gelaten hoeven te voelen. Want het is zo’n eenzame strijd die je voert wanneer je pnd hebt.’

‘Het is zo’n eenzame strijd die je voert wanneer je een postnatale depressie hebt’

Anne-Marieke Graafmans

Behalve de getroffen moeders komen hun echtgenoten, buiten beeld, aan het woord.
‘Dat je hen hoort terwijl je hun vrouw ziet, is om die eenzaamheid te benadrukken. Het was heel moeilijk voor de mannen om te praten over hun gevoelens en beleving. Niet omdat ze dat niet wilden, maar omdat het nooit aan ze gevraagd was. Tijdens de zwangerschap, de bevalling en het kraambed gaat bijna alle aandacht naar de vrouw en het kind. De mannen staan aan de zijlijn. En wat kun je doen, wat moet je doen met een depressieve vrouw? Er zijn zoveel onduidelijkheden. Ik ben zeer trots op deze vier die bijna allemaal voor het eerst echt uitspreken wat die periode voor hen betekend heeft. Bijzonder dapper.’

Kraamkolder, baby blues, pnd; er zijn nogal wat termen voor de psychische gevolgen van bevallen waarmee jonge moeders te maken kunnen krijgen.
‘Het belangrijkste is dat vrouwen die zich herkennen in een of meerdere symptomen, of gewoon een baalmoment hebben, weten dat ze geen slechte moeder zijn. Dat ze niet bang hoeven te zijn dat hun kind wordt afgepakt, dat ze veroordeeld worden of voor gek verklaard. Noem het beestje bij de naam: “Ik voel me kut en baal ervan dat ik een kind op mijn arm draag.” Maak het bespreekbaar en blijf open en eerlijk, tegenover iedereen: de huisarts, kraamzorg, verloskundige, gynaecoloog, maatschappelijk werker, thuiszorg, psycholoog, familie, vrienden, noem maar op. Vrouwen in deze situatie hebben het nodig dat er naar hen geluisterd wordt, en ze moeten merken dat er mensen zijn die hen kunnen helpen. Er is licht aan het eind van de tunnel.’

Rond deze documentaire organiseert de producent een campagne.
‘Alleen een film op televisie doorbreekt nog geen taboe. We zorgen ervoor dat De roze wolk na de uitzending op verschillende plekken in het land getoond wordt, waarbij we in dialoog zullen gaan met zorgprofessionals en ervaringsdeskundigen over oorzaken, gevolgen en hulpverlening rondom pnd. Ook kunnen mensen zelf vertoningen organiseren, we merken dat daar grote behoefte aan is. Verder hoop ik dat er een protocol komt: “Hoe herken je de vroege symptomen van pnd” en dat hulpverleners een consistent doorverwijzingsysteem gaan hanteren. Mijn vorige film, Volgens protocol, ging over het overprotocolleren van de zorg, maar deze rotziekte kan juist wel weer wat regelgeving gebruiken.’     

Sinds 1993 heeft u gewerkt als verpleegkundige, in 2011 rondde u de opleiding tot documentaireregisseur aan de Filmacademie af. Wilt u deze beroepen blijven combineren?
‘Onlangs had ik mijn laatste dienst op de spoedeisende hulp in het ziekenhuis, nu ben ik begonnen met een traject bij een huisarts die mij gaat opleiden tot Physician Assistant. Dat betekent dat ik hem over een tijdje kan ondersteunen door zelfstandig medische taken uit te oefenen. Ik wil dat zeker blijven doen naast het regisseren. Behalve dat het een financiële reden heeft, vind ik het prettig dat ik me in deze situatie niet voortdurend hoef af te vragen of ik wel voldoende ideeën heb, en dat ik kritisch kan blijven over de projecten waar ik mijn tanden in zet. Bovendien verrijkt het kunnen zorgen voor een ander me als mens en filmmaker, en houdt het me met beide benen op de grond.’

lees meer over de roze wolk