Hugo Blom

Op filmfestival Cinekid in Amsterdam werd de VPRO Cinekid Top 100 gepresenteerd. Een lijst met de allermooiste jeugdfilms die er maar zijn,
variërend van Charlie Chaplins The Kid (1921) tot Dikkertje Dap (2017). De zaal zat vol met kleuters, wat het persmoment enigszins bemoeilijkte, want zij waren voor de film Shaun, het schaap gekomen, en niet voor twee volwassenen op een podium.

De kleuters hadden bijna allemaal een oranje hesje aan, alsof ze net daarvoor nog met z’n allen op een groot kruispunt als verkeersregelaar aan het werk waren geweest. Veiligheid voorop, ook als je naar de film gaat. Wat was mijn favoriete jeugdfilm uit die lijst, werd me op dat podium gevraagd. Ratatouille, zei ik, een beetje naar waarheid en een beetje niet. Deze fantastische tekenfilm zag ik natuurlijk niet als kind, maar als vader van kinderen.

Van mijn echt favoriete jeugdfilm is in mijn hoofd nog maar één scène overgebleven, het slot van een film die ik zag toen ik een jaar of tien was, over een man (zwerver?) en een jongetje die samen waren opgetrokken en nu afscheid moesten nemen. De tranen brandden in mijn ogen, en gelukkig was er niemand anders in de kamer dus ik kon alles de vrije loop laten.

Na Cinekid liepen we terug naar de parkeergarage en stonden bij een stoplicht te wachten naast twee moeders met een stuk of vijf kinderen. Het voetgangersstoplicht sprong op groen, maar alle volwassenen bleven automatisch staan omdat er van links een ambulance met gillende sirenes aan kwam scheuren. Drie van de kinderen renden zomaar de straat op, de ambulance passeerde rakelings achter hen langs. Happy end.