Zeg je wooncommune, dan volgt er vaak ‘hippie’, ‘vrije seks’ en ‘ongeregeld zooitje’. Dat is het imago dat deze in de jaren 60 ontstane vorm van wonen met zich meedraagt. Maar anno 2022 bestaat de wooncommune nog steeds, hoewel gemoderniseerd.

Met een ongekend hoge woningnood grijpen veel mensen naar alternatieve vormen van wonen in groepen. Vormen waarbij je gezamenlijke ruimtes deelt, samen verantwoordelijk bent voor huishoudelijke taken, vaste lasten deelt en als kers op de taart er ook een leuk sociaal netwerk aan overhoudt. We beschrijven hier een aantal moderne vormen van wonen in groepen.

communes, woongroepen en woongemeenschappen

De termen worden regelmatig door elkaar gebruikt, maar betekenen net iets anders. Communes kwamen in de jaren 60 en 70 op onder invloed van de flowerpowerbeweging. Het idee was dat enkele volwassenen, eventueel met hun kinderen, samen leefden en geen individueel bezit hadden. Dat gold soms ook voor de relaties en kinderen - vandaar de veel voorkomende associatie met vrije seks. Die vorm bleek in de praktijk niet lang houdbaar. De drama/komedieserie De verschrikkelijke jaren tachtig, naar het gelijknamige boek van Tim Kamps, illustreert dat maar al te goed.

De woongroep, in tegenstelling tot de commune, kent meer balans tussen samen leven en privé. Meestal heb je wel een eigen (slaap)kamer en eigen spullen, maar deel je een algemene ruimte en sanitaire voorzieningen. Soms komen boodschappen ook uit een gezamenlijke pot, afhankelijk van de afspraken die je met elkaar maakt. Je leeft dus je eigen leven, maar hebt regelmatig contact met je medebewoners. Een woongemeenschap voegt daar nog een gezamenlijke ideologie aan toe die de bewoners met elkaar verbindt. Denk aan een uitgesproken duurzame levensstijl, geloofsovertuiging of culturele achtergrond.

jong geleerd...

Een eigen kamertje met een gedeelde algemene ruimte, badkamer en een corveeschema? Dat klinkt als een studentenhuis. Misschien wel de meest voorkomende vorm van een woongroep in Nederland. Of je nu woont op de campus, in een studentenflat, (anti)kraak of in een verenigingshuis, het bestaat bijna altijd uit deze constructie van (noodgedwongen) samenleven.

...is oud gedaan

Waar je als student nog niet helemaal op jezelf kan wonen, wordt dat in het laatste deel van je leven opnieuw lastiger. Nederland kent veel woongroepen voor senioren waarbij de nadruk op het sociale aspect ligt. Verpleeghuizen bieden soms ook woongroepen aan voor als de bewoner niet meer volledig zelfstandig kan wonen.

Deze nieuwe vormen zijn deels een antwoord op het verdwijnen van de door de staat gefinancierde bejaardentehuizen, die vanaf de jaren 60 dienst deden als woongroep voor ouderen, tot het kabinet in 2014 besloot dat ze moesten sluiten in het kader van bezuinigingen. Ouderen moeten langer zelfstandig blijven wonen, was het idee. Maar op hoge leeftijd is het niet zo makkelijk om afscheid te nemen van je vertrouwde omgeving, ook al kan er een nieuwe woongroep voor in de plaats komen. Dat laat de serie Uitgewoond goed zien, waarin regisseur Marijke Schonewille een jaar lang een aantal bewoners volgde van een verzorgingstehuis dat zijn deuren moest sluiten. ‘Duidelijk is dat allen zowel fysiek als mentaal een flinke klap hebben gekregen en niet meer de oude zijn geworden. De gezelligheid, de vertrouwdheid, de vriendschappen en de dagelijkse routines zijn allemaal weggevallen,’ vat ze de gevolgen samen.

Als je mentale of fysieke ondersteuning nodig hebt is zo’n cluster aan woningen met een paar gemeenschappelijke ruimtes ook erg praktisch voor therapeuten, artsen en begeleiders. Daarom bestaan er ook veel woongroepen voor mensen met een beperking. Maar denk ook aan jonge vluchtelingen die de Nederlandse taal en cultuur nog niet helemaal beheersen. Door nauw samen te leven helpen ze elkaar en bouwen ze een band op, ook met de Nederlandse begeleiders.

gelijkwaardig en gelijke waarden

Ook tussen de 25 en 60 kan je prima met andere mensen samenwonen die niet je directe gezinsleden zijn. Vaak gebeurt dat op basis van gelijke waarden, ideologieën of levensovertuigingen. Wie op elk willekeurig moment op woongroep.net kijkt voor lopende advertenties komt wel een oproep tegen in de trend van ‘huisgenoot voor queer woongroep gezocht’, ‘ruimte beschikbaar voor ouder met kind’ of ‘mede-eigenaar/bewoner spiritueel centrum’. Je woon hier niet alleen samen, je deelt een belangrijke visie op het leven waardoor je goed op elkaars leefritme bent afgestemd. Trouw rapporteerde onlangs nog dat het aantal christelijke leefgemeenschappen stevig groeit. Ergens tonen deze gemeenschappen overeenkomsten met de leefwijze in kloosters of communes uit de flowerpowertijd, maar dan met meer ruimte voor het individu.

tiny houses

Tiny houses zijn al jaren een groeiend fenomeen, hoewel er in Nederland maar beperkt ruimte voor is. Je mag hier immers niet overal een huisje neerzetten, wat in de uitgestrekte Verenigde Staten bijvoorbeeld veel eenvoudiger is. Met hulp van gemeenten vormt de tiny house-beweging toch steeds vaker een alternatief op het huizentekort. Stukken grond waar voorlopig niets mee gedaan wordt stelt de gemeente dan beschikbaar om enkele tiny houses te plaatsen. En zie daar: een woongemeenschap.

Bewoners ontwerpen en maken meestal zelf hun woning, en leven bij elkaar op een erf waarbij ze elkaar kunnen helpen en samen activiteiten kunnen doen. Zo’n gemeenschap vind je bijvoorbeeld op een leegstaand stuk industrieterrein in Delft en in het Betonbos in Groningen op een gekraakt stuk grond. Daar leidt Ilse met haar dochtertje een minimalistisch leven, zolang de gemeente dat toestaat, omgeven door natuur en een community: ‘Het geeft veel voldoening om niet in de ik-modus te zitten, maar in de wij-modus. Niet: “het gaat goed want ik heb geen honger”, maar “het gaat goed want wij hebben geen honger.”’

huren van jezelf

Zoek je in deze krappe woningmarkt naar een betaalbare oplossing én heb je een paar goede vrienden met dezelfde missie? Dan kan je altijd nog met z’n allen een groot huis bouwen en die aan jezelf verhuren. Het is een project van lange adem, maar het gebeurt steeds vaker. Duitsland is er al druk mee bezig en de gemeente Amsterdam ziet er heil in om een fonds op te zetten waaruit coöperaties een deel van de bouwkosten kunnen lenen. Het kost je nogal wat uitzoek- en regelwerk, en je bindt je natuurlijk aan een meerjarig project, maar uiteindelijk ben je wel je eigen huisbaas en heb je zelf je buren kunnen uitkiezen.

de commune is dood, lang leve de woongroep

In ons kleine regellandje waar individualisme heeft toegeslagen zal een commune zoals in de jaren 60 en 70 niet snel meer voorkomen, maar woongroepen en woongemeenschappen winnen aan populariteit. Of het nou komt door woningnood, behoefte aan een sociaal netwerk of een duurzame ideologie. Zit jouw perfecte vorm van wonen er nog niet bij? Hier lees je over nog meer alternatieve manieren van wonen in Nederland.