Sharon Meijer (28) heeft paranoïde schizofrenie, maar meestal merk je niets aan haar. Ze werkt in de bakkerij op Dijk en Duin, een psychiatrische instelling in Castricum die geportretteerd wordt in de aflevering 'De geesteszieken'. Sharon is daarin een van de hoofdpersonen.

Cecile Elffers

Hoe was het om bezoek te krijgen van de hokjesman?
‘Hartstikke leuk. Hij is een heel sympathiek iemand: vol energie, en heel grappig. Hij is trouwens echt een wroeter: hij wroet net zo lang tot je je verhaal vertelt. Ik kende zijn programma nog niet, maar nu volg ik alles van hem.’

Waarom doe je mee aan het programma?
‘Omdat ik heel graag wil laten zien dat mensen in de psychiatrie ook bij de maatschappij horen. Iedereen heeft wel iets, en dat is niks om je voor te schamen. Wij zijn mensen die hard werken, mensen met liefde en gevoel. Iedereen kan het overkomen, iedereen kan in de psychiatrie terechtkomen. Zelfs professors. Je kan zomaar op een dag wakker worden en een psychose hebben.’

In de aflevering word jij geïnterviewd vlak na een psychose. Hoe vind je dat?
‘Ik vind het goed dat dat erin zit. Mijn haar zit wel heel slecht daar, haha, ik ben echt mezelf niet. Of ik ben wel mezelf, maar op een moeilijk moment. Toch vind ik dat stukje ontroerend om te zien. Omdat ik dan zeg dat ik zou willen dat ik kon vliegen. En omdat ik in de andere scènes juist heel helder ben. Ik heb ook tegen veel medebewoners gezegd dat ze zich niet moeten schamen om zichzelf te laten zien. Bijvoorbeeld Marja: die was eerst helemaal overstuur over haar eigen scène. Toen heb ik gezegd dat ze juist een kanjer is. ’

Was er ook iets moeilijk aan in dit programma zitten?
‘De laatste scène, waarin we met z’n allen zwaaien. Dat moest wel tien keer over!’

de hokjesman over deze aflevering

‘We wilden graag een gemeenschap die onvrijwillig was samengesteld, en zo kwamen we terecht bij de psychiatrische inrichting Dijk en Duin in Castricum. Zulke instellingen worden steeds vaker gesloten. Ik hoop dat die sufferds in Den Haag als ze dit zien denken: misschien toch geen slim idee dat iedereen zelfstandig op een flatje gaat wonen. Want deze patiënten hebben ook nog iets aan elkaar, en die rustige omgeving in de natuur is wel degelijk goed voor mensen. Ik heb heel vaak gedacht tijdens het draaien, als ik weer eens op de grens van overspannenheid zat: laat mij hier maar lekker een weekje achter.’