Back to 2015

Back to 2015

Hoe staat het met het Hoverboard? En de DeLorean? Vier vrienden die van jongs af aan fan zijn van de Back to the Future-reeks reizen af naar Los Angeles om met eigen ogen te zien welke sporen de filmreeks heeft nagelaten.

Matthijs van Rumpt & Yasmin Wegman

Tom Roes en Thomas Hogeling zijn al van jongs af aan groot fan van de Back to the Future-reeks. Voor de VPRO reizen ze samen met hun vrienden Robert Sluys en Alexander Brouwers af naar Los Angeles. Ze bezoeken de iconische locaties uit de films, spreken bloedfanatieke fans en zien hoe wetenschappers en slimme ondernemers tot op de dag van vandaag worden getriggerd door de culthit uit de jaren ‘80. Ze ontmoeten de actrice die Marty’s vriendinnetje speelde en nog dagelijks aan haar rol wordt herinnerd.

Als klap op de vuurpijl lukt het ze om hun grote held Bob Gale te spreken; de geestelijk vader en schrijver van de trilogie. Hoe vindt hij zelf dat het jaar 2015 uit de verf is gekomen? En hoe accuraat was de door hem bedachte toekomstvoorspelling nou eigenlijk?

Valerio showt zijn Back to the Future-nikes

interview met makers Tom Roes en Thomas Hogeling

Waarom een film over Back to the Future?
Tom: ‘Het zou zo zonde zijn om niets met de magische datum van 21 oktober 2015 te doen. Vroeger kwamen er maar een paar van die leuke films per maand op televisie, die je als kind dan helemaal te gek vond, zoals Indiana Jones en E.T. Daar hoorde Back to the Future zeker bij.’
Thomas: ‘Back to the future was echt zo’n film waarvan je dacht: wow, wat vet zeg. Tijdreizen in een DeLorean!’
Tom: ‘Toen Back to the Future II uitkwam was 2015 echt ver in de toekomst. Het was zo cool om te bedenken hoe alles er dan uit zou zien. Wat zouden we dan allemaal hebben en kunnen?

En toen gingen jullie naar Amerika.
Tom: Wij zijn Back to 2015 gaan maken omdat we benieuwd waren naar de locaties en de acteurs nu.  We waren benieuwd naar wat er terecht was gekomen van dat alles. Uiteindelijk hebben we daar het brein achter de film ontmoet, in een DeLorean door de stad uit de film gereden en een techniek ontdekt voor de hoverboard. Het is net als dat je als kind op een camping bent geweest en dertig jaar later weer een keer gaat kijken.
Thomas: Plus dat er ook nog eens een film is gemaakt over die camping, dertig jaar later. Zodat iedereen gewoon kan zien van wat is er van terecht gekomen. Ik vond het een goeie insteek.

En wat is er van de voorspellingen in de film terecht gekomen?
Tom: ‘Dat is soms wat ironisch. Marty McFly, gespeeld door Michael J. Fox, kon bijvoorbeeld in de film geen gitaar spelen omdat hij een auto-ongeluk had gehad, waar hij later door het tijdreizen aan weet te ontkomen. Maar nu heeft de acteur zelf Parkinson en kan hij alsnog geen gitaar spelen. Of Claudia Wells, die zijn vriendinnetje speelt in deel één, die zich continu afvraagt hoe ze er over dertig jaar uitziet. We bezochten haar en ze heeft nu een kledingwinkel in LA, waar ze voor 30 dollar haar handtekening uitdeelt.’

Was dat makkelijk om maar de plekken te komen en met mensen in contact te komen?
Tom: Absoluut niet. We hebben het wel echt geprobeerd, we dachten dat Doc en Michael J. Fox leuk zou zijn. Maar Michael J. Fox woont in New York. We konden het niet eens betalen om daarheen te vliegen, laat staan de 150.000 euro dat het kost om hem in te huren. De acteur die Biff speelt wilde er niets mee te maken hebben, dat zit ook in de film. Maar de bedenker van de film, Bob Gale, hebben we wel gesproken, dat was te gek. Aan het begin van de film bezoeken we een fan, hij heeft ons doorgestuurd naar Bob Gale.

In de docu gebruiken jullie geen beelden uit Back to the Future, maar spelen jullie scenes na. Waarom is dat?

Tom: Dat kost gewoon te veel geld. Ik heb dus heel lang contact gehad met Universal, dat zijn superarrogante mensen, die heel lang niet reageren, en uiteindelijk sturen ze je gewoon facturen die ze ook vragen aan de grote Amerikaanse zenders, het boeit ze echt niks. Ze zeiden ook, dat is wel exemplarisch: “helpt het nog, ” voor een kwartier film hè, “als we het van drie naar twee miljoen verlagen?”
Thomas: Toen hebben we het alsnog gedaan. [lacht]
Tom: We dachten dat als we toch op die locaties zijn, kunnen we het ook gewoon naspelen. Ik ben toch net zo klein als Michael J. Fox. Uiteindelijk was dat heel grappig.

Jullie zeggen in Back to 2015 dat de voorspelde toekomst meevalt maar ook teleur teleurstelt. Hoe precies?
Tom: ‘Nou, er is geen hoverboard.’
Thomas: ‘Het is de discussie in de hele documentaire. Het stelt teleur omdat wij als kind ons niks vetters konden voorstellen dan de wereld in Back to the Future II: hoverboards, zelfstrikkende schoenen. Alleen die hydraterende pizza’s leken me toen ook al niet te eten. Maar aan de andere kant kun je stellen dat de techniek nu veel verder is.’
Tom: ‘We kunnen het ook even filosofisch maken. Als je aan de toekomst denkt, denk je altijd aan een wereld zonder zorgen, net als dat je nostalgisch aan het verleden terugdenkt. Je denkt al snel dat in de toekomst je zorgen voorbij zijn. Maar zoals bedenker Bob Gale zei: “alles waar Shakespeare over schreef, heb je nu al en zal je over 100 jaar ook nog hebben.” In dit opzicht valt het zowel mee als tegen.’

Wat denken jullie dat er in 2045 gebeurt?
Thomas: ‘We hebben het aan veel mensen gevraagd. Het leuke is: of het nou een mislukte actrice is of een futuroloog, ze geven allemaal hetzelfde antwoord: er gaat niet veel veranderen. De menselijke behoeftes blijven namelijk hetzelfde. Spijkerbroeken zitten toch gewoon goed zo?’