In de VPRO-documentaireserie Sunny Side of Spirit onderzoekt Sunny Bergman hoe andere culturen omgaan met geestelijke problematiek. In de VPRO Gids schrijft zij over haar eigen ervaring met intensieve meditatie tijdens een stilteretraite.

sunny bergman
In Taiwan – een grotendeels boeddhistisch land – onderzoek ik voor de serie Sunny Side of Spirit de effecten van meditatie op het brein en op geluksgevoelens. Ik mediteer zelf ook. Tijdens een burn-out begon ik, net als velen, met een cursus mindfulness. Na de tienweekse cursus was ik benieuwd naar een stilteretraite, waarbij je vijf dagen achtereen niet praat en via intensieve meditatie je eigen geest leert observeren.
 
Nog even en dan ‘gaan we de stilte in’. Ik heb nog vijftien minuten om te praten en panisch klamp ik de organisatrice aan. Mag ik nog wel roken? En mag ik bellen?
‘Tja,’ zegt de organisatrice bedachtzaam. ‘Probeer alles met aandacht te doen. Als je rookt, doe dat dan ook met aandacht. Onderzoek je motieven, waarom wil je bellen?’
‘Nou, ik heb kinderen,’ zeg ik.
Dan is het toch vanzelfsprekend dat je wilt bellen, lijkt me. Die kinderen willen soms ook contact met hun moeder, die moeten niet lijden onder mijn drang naar controle over de geest. Maar eigenlijk weet ik dat mijn kinderen niet per se willen bellen, ik wil een ontsnappingsclausule inbouwen. Want vijf dagen zonder verbale communicatie lijkt me een helse inspanning. 

In Taiwan onderzoekt Sunny de effecten van meditatie

Ik hoor vaak mensen zeggen: ‘Meditatie? Dat lijkt me lekker zen. Maar ik zou het nooit kunnen. Mijn hoofd zit zo vol!’ Dit is een misvatting: meditatie is niet enkel voor ‘rustige mensen’ weggelegd. Bijna ieders hoofd zit propvol gedachten, zo ook mijn hoofd. Maar regelmatig mediteren helpt me om mijn gedachten, die als onrustige klimplanten om elk te analyseren deelgebied heen woekeren, enigszins in rustiger vaarwater te leiden.

De bel gaat, de stilte begint en we gaan in de meditatiezaal op groene kussentjes zitten. We krijgen een lezing van onze retraiteleidster, Carol Wilson, een Amerikaanse die al twintig jaar lang stilteretraites leidt in de boeddhistische Vipassana-traditie.

‘We gaan eerst even contact maken met onze innerlijke motivatie. Waarom zitten we hier? Wat zijn onze verwachtingen?’ vraagt ze ons.

Ik weet waarom ik hier zit. Ik wil rustiger worden in mijn hoofd.

Maar dan vraagt Carol of we deze verwachtingen ook weer los kunnen laten. De kern van bewustzijnstraining is juist dat we geen doelen nastreven. Dat we in contact komen met wat er is, op dit moment.

Jahaa, denk ik ongeduldig. Dat weet ik wel, maar toch wil ik mijn geest de baas zijn. Ik wil af van mijn neiging om voortdurend aan mijn werkplannen te denken, te broeden, te analyseren, het lijkt soms of er een kampioenschap debatteren in mijn hoofd plaatsvindt. 

Dan gaan we mediteren, en ik zit er net goed in, mijn bewustzijn is bij mijn lichaam en ik denk: lekker is dit toch, zo zonder gedachten. Bingo, dat was een gedachte.  

sunny mediteert
De leidster legt ons de eerste stappen van de inzichtmeditatie uit. Het gaat erom overal bewustzijn omheen te creëren. Als we zitten voelen we ons lichaam, de zitbotjes op het kussentje, benen en knieën op de grond, de deken om je heen. We zijn ons bewust van de ademhaling, hoe die bij onze neus naar binnen gaat, en de buikwand omhoog duwt. Als we denken, dan registreren we gewoon dat we denken. Misschien kunnen we dat ook lichtjes benoemen, zo van ‘Oh, een plangedachte’ of ‘Oh, een angstgedachte’.
‘Als je opmerkt dat je denkt, wees dan niet ontmoedigd,’ zegt Carol, ‘maar complimenteer jezelf dat je je bewust bent van het denken.’
 
Dan gaan we mediteren, en ik zit er net goed in, mijn bewustzijn is bij mijn lichaam en ik denk: lekker is dit toch, zo zonder gedachten. Bingo, dat was een gedachte. Dus registreer: een gedachte, laat die gedachte doorwaaien. Doe alsof het een wolkje is, en mijn bewustzijn de stralende helderblauwe hemel. Is dat beeld ook een gedachte? Toch wordt dit beeld vaak gebruikt bij geleide meditaties voor de beginnende mediteerder waarbij een rustige ietwat weeïge stem je vertelt wat je moet doen. Boem stoppen, ik zit in een gedachtestroom. Ik ben me bewust van denken. Dan moet ik mezelf complimenteren. Maar als het bewustzijn de gedachte gaat benoemen, dan wordt dat bewustzijn toch ook weer een gedachte? O, stoppen, er is weer denken. En ik heb het weer gemerkt, heel goed. 
Het lichaam, voel het lichaam. Mijn knieën doen pijn. Concentreer je op de pijn. De pijn bonst daar bij mijn kuiten. Het prikkelt van binnen uit, en langzaam wordt de pijnlijke plek een amorfe massa die niet meer bij mijn lichaam lijkt te horen. Prima dat observeren van de pijn. Ik identificeer me helemaal niet met deze pijn. Ik kan dit ontzettend goed. Misschien word ik binnen een paar jaar ook wel zo’n meditatie juf, dan schrijd ik rustig, welwillend en vredig door het leven, met massa’s mensen die me ongelooflijk wijs vinden. O wacht, fantaseren. Politieagent bewustzijn trekt me weer bij de les.
De eerste meditatie wordt met een gong uitgeluid en we lopen allemaal naar de keuken, waar we zwijgend kruidenthee drinken. Er is één knappe man, maar ik vind hem niet aantrekkelijk, want hij doet te hard zijn best. Nadat de gong is gegaan, blijft hij nog even doormediteren – dat vind ik aanstellerig. Alsof hij geen pijnlijke knieën en slapende kuiten heeft na drie kwartier roerloos stil zitten.
Als we daarna weer gaan zitten in de meditatiezaal, zit ik voor de knappe man. Hij ademt vreemd en luidruchtig. Hij blaast keihard en kort uit, alsof hij stofjes in zijn neusgaten heeft zitten die eruit moeten. Ook ademt hij heel snel, het lijkt op hyperventilatie. Het is niet normaal constateer ik, deze ademhaling is door de hele zaal te horen. Ik doop de man tot de Ademhalist, ofwel de Incredible Breather, en ik fantaseer dat ik wijnkurken in zijn neusgaten prop die door zijn absurde uitadem met volle kracht door de meditatiezaal vliegen.
 
Naast mijn gemene grapjes blijkt mijn bewustzijn tijdens het mediteren een begeleidende soundtrack te produceren. Zo hoor ik plots keihard de lyrics van Donna Summers ‘Enough is Enough’ in mijn hoofd. Waar komt dat nummer opeens vandaan? Net als tijdens mijn bevalling, toen ‘Nachtmerrie (op hol)’ van Doe Maar op repeat in mijn hoofd stond.
En ik val vooral veel in slaap. Zittend. Langzamerhand bemerk ik de grens tussen de bewuste waaktoestand en de onbewuste slaaptoestand. De gedachten veranderen dan in beelden, puur associatief en vaak absurd. Soms, als je slaapt, kun je met een lichamelijke schok wakker worden, als je bijvoorbeeld droomt dat je struikelt. Zo voelt het in mijn geest, mijn bewustzijn zakt langzaam af in het onbewuste en dan glijdt het als het ware uit, en deng, met een klap ben ik weer aanwezig. Vaak glijdt mijn lichaam ook letterlijk uit, dan klapt mijn hoofd naar voren als ik in slaap val. Op een gegeven moment kan ik niet meer, ik sluip weg en ga spijbelen, in bed. 

Prima dat observeren van de pijn. Ik identificeer me helemaal niet met deze pijn. Ik kan dit ontzettend goed. Misschien word ik binnen een paar jaar ook wel zo’n meditatie juf, dan schrijd ik rustig, welwillend en vredig door het leven, met massa’s mensen die me ongelooflijk wijs vinden. O wacht, fantaseren. Politieagent bewustzijn trekt me weer bij de les. 

sunny mediteert
De volgende dag beginnen we vroeg, om kwart over zes gaat er een bel en worden we verwacht in de meditatie zaal. We zitten drie kwartier en daarna krijgen we ontbijt: gierstpap met gedroogde vruchten en zonnebloempitten. Zwijgend eten we en ik merk dat ik proef wat ik eet. Normaal eet ik mijn ontbijt terwijl ik mijn kinderen aanspoor om door te eten en nadenk over wat ik die dag moet doen. Nu probeer ik de pitten, de slijmerige papsubstantie en de abrikozen op te merken. Te voelen hoe ik het eten doorslik en het langs mijn slokdarm naar beneden glijdt.
’s Avonds krijgen we dharma talks: lezingen over inzichtmeditatie en het boeddhisme. Ontwaken, noemt onze lerares het: als je met bewustzijn leeft, leer je je minder te laten leiden door je stemmingen en de maalstroom van je leven. Als je je bewust bent van je negatieve gedachten, kan je deze accepteren voor wat ze zijn, en ze vervolgens weer los laten.
 
Als Carol zegt dat we ons teveel met onze gedachten identificeren, vind ik dat moeilijk te accepteren. Hoezo zijn mijn gedachten niet van mij? Als ik ze niet zou hebben, wat blijft er dan nog van mij over? Maar volgens Carol is het probleem dat wij, in het Westen, onze persoonlijkheid zo serieus nemen dat we het moeilijk vinden ons ego los te laten. Als we ons minder hechten aan ons ego zullen we meer verbinding met elkaar ervaren, en deze Metta – dat is boeddhistisch voor liefdevolle vriendelijkheid – zal ons uiteindelijk vervullen met gelukzaligheid.
 
We gaan mediteren met als opdracht om bij elke gedachte die opkomt te doen alsof ze van je achterbuur zijn. Tijdens de meditatie probeer ik mijn gedachte toe te schrijven aan een gezellig uitziende vrouw met kort haar en een open gezicht. Ineens vind ik mijn gedachten niet zo origineel meer. Kom jij ook aanzetten met die afgezaagde gedachtes over gedachtes, denk ik.

Ik schaam mij voor alle negatieve gedachten die ik over anderen heb gehad. Aan de hard ademende knappe man bied ik mentaal mijn verontschuldigingen aan. 

sunny mediteert
Er zijn verschillende valkuilen tijdens het langdurige mediteren. Zintuigelijke verlangens, I want, noemt Carol ze, zoals het verlangen naar lekker eten of een beter kussen om op te zitten. De tweede valkuil is aversie of kwaadwilligheid. Dit kan zich uiten in irritaties over mensen die bijvoorbeeld smakken tijdens het eten of een ergenis over een kamergenoot die te lang doucht. Ik schaam mij voor alle negatieve gedachten die ik over anderen heb gehad. Aan de hard ademende knappe man bied ik mentaal mijn verontschuldigingen aan.
Carol legt ons uit dat we, door ons bewust te worden van deze valkuilen, al bezig zijn met een transformatieproces. ‘Als je in de rij voor het eten ziet dat er nog maar een paar toetjes over zijn, en je bemerkt bij jezelf de gedachte “ik wil die bak vla!” dan kun je denken: “oh, daar is I want weer.” Daarna kun je die gedachte loslaten en gun je de persoon voor je die laatste bak vla van harte. En dan heb je I want getransformeerd in Metta.’
 
We eindigen de retraite met een Metta-meditatie. We moeten denken aan een persoon waar je veel liefde voor voelt. Daarna vraagt Carol ons om deze liefde uit te breiden naar iemand die je absoluut niet mag. Ik denk aan een vervelende collega en wens hem heel veel Metta toe. In mijn hoofd verandert hij van een betweterige neerbuigende eikel in een rustige, liefdevolle man. Dit is nep, denk ik. Zo is die man helemaal niet.
Maar tijdens de nabespreking zegt Carol dat we tijdens de Metta-meditatie leren om de ware boeddha-natuur van mensen te zien. Een vervelende collega of een hatelijk familielid heeft dezelfde wensen als eenieder: om vrij te zijn van lijden en gelukkig te worden. Deze herkenning is de kern van mededogen.

Sunny in Taiwan

Na de retraite ben ik geMettaficeerd, dat wil zeggen dat ik iedereen tegemoet treed met een open en liefdevolle houding. De retraite lijkt op sporten. Als ik op een cardioapparaat sta, kan ik vaak niet wachten tot de verplichte inspanning over is, maar daarna ben ik enkele uren vrolijk. De retraite zelf vind ik ook niet aangenaam, maar door de intensieve training van mijn geest heb ik daarna wel een opgeruimd kalm gevoel.
Dat gevoel blijkt beperkt houdbaar. Na een week ben ik weer terug bij mijn oorspronkelijke wisselvallige zelf. Juist als het dagelijkse leven druk is, vind ik het moeilijk de regelmatige meditatiesessies vol te houden.
Jezelf gelukkig maken blijft een kwestie van discipline.