In het toepasselijke decor van reisboekenwinkel Pied à Terre aan de Amsterdamse Overtoom werd vrijdag 20 april jl. voor de vierde maal de VPRO Bob den Uyl Prijs uitgereikt.

Genomineerd voor de VPRO Bob den Uyl Prijs voor het beste reisboek van het afgelopen jaar waren Hans Steketee (Eiland tussen de oren), Abdelkader Benali (Berichten uit een belegerde stad), Betsy Udink (Allah & Eva) en Jannie Regnerus (Het geluid van vallende sneeuw). Alleen Benali en Regnerus konden de uitreiking met hun aanwezigheid opluisteren. Udink, op reis in Koerdistan, werd vertegenwoordigd door haar dochter.
De prijs ging naar 'dark horse' Regnerus, wier boek voordat het door de jury werd genomineerd, nauwelijks was opgemerkt. Regnerus nam de prijs, bestaande uit een plastiek en een bedrag van vijfduizend euro, in ontvangst uit handen van juryvoorzitter Maarten van Rossem, die de volle zaal even daarvoor vermaakt had met een speech waarin hij het belang van het fenomeen reisboek ter discussie stelde. Van Rossem bleek niet alleen een hekel te hebben aan reizen, ook veel reisboeken hadden wat hem betreft onuitgegeven kunnen blijven.
Regenerus’ boek werd door de jury, die verder bestond uit Volkskrant-recensent Hans Bouman en chef buitenlandredactie NRC Handelsblad Renée Postma, geprezen omdat het zonder expliciet te oordelen toch een heldere, persoonlijke toon wist te treffen. Regnerus beschrijft in Het geluid van vallende sneeuw hoe zij als beeldend kunstenaar een jaar doorbrengt in Kitayushu, een oerlelijke en dodelijk saaie Japanse provinciestad.