Jeroen van Kan spreekt met András Forgách over zijn nieuwe roman 'De akte van mijn moeder'. Ook te gast is Arno Geiger, hij vertelt over zijn nieuwste roman 'Onder de Drachenwand'.

VPRO Boeken
Uitzending: zondag 23 december, 11.20 uur, NPO 1
Presentatie: Jeroen van Kan

András Forgách

Jeroen van Kan spreekt met András Forgách over zijn nieuwe roman De akte van mijn moeder.

De ontdekking sloeg in als een bom. Bijna dertig jaar na de val van het communistische regime in Hongarije komt András Forgách erachter dat zijn geliefde moeder vanaf 1975 tot haar vroege dood in 1985 als 'Mevrouw Pápai' informatie aan de geheime dienst rapporteerde. Niet alleen over bekenden, maar ook over vrienden, haar man en haar kinderen. Hoe kon Bruria Forgách, geboren Avi-Shaul, tegelijkertijd een liefdevolle moeder, echtgenote, steun en toeverlaat én informant zijn?

De akte van mijn moeder beschrijft het pijnlijke proces om de geslaagde familiefaçade te doorbreken en de feiten, de leugens en de contradicties boven tafel te krijgen. Wat waren de drijfveren en motieven van Bruria Forgách om alles over haar politiek actieve zoon te rapporteren?

Is er naast de minachting voor de verraadster misschien ook zoiets als begrip mogelijk voor haar dubbelleven met al zijn afgronden en geheimen?

In deze emotionele spagaat tekent Forgách het portret van een mooie Joodse vrouw die heimwee heeft naar haar geboortestad Jeruzalem. Toch is zij gefascineerd door de utopie van het communisme met zijn sterke antizionistische ideologie. Het leven in het claustrofobische Hongarije botst met een voor Bruria Forgách ongrijpbaar verlangen. Maar naar wat? Een andere utopie, een veilig thuis? Geluk? Vrijheid? En er wordt nog iets zichtbaar: met het dossier van 'Mevrouw Pápai' verliest András niet alleen voor de tweede keer zijn moeder, maar ook zestig jaar aan familieherinneringen. Alles komt nu in een ander licht te staan.

Arno Geiger

Ook te gast is Arno Geiger. Zijn nieuwste roman Onder de Drachenwand gaat over de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog.

Het is 1944. Veit Kolbe brengt een paar maanden door in het bergdorpje Mondsee, onder de steile Drachenwand. Hij ontmoet hier twee vrouwen, Margot en Margarete. Kolbe is een soldaat met verlof; hij is in Rusland gewond geraakt. Wat de twee vrouwen met hem delen is de hoop dat ze ooit weer een gewoon leven kunnen leiden.

In Onder de Drachenwand schrijft Geiger over Veits verblijf in de bergen, over zijn nachtmerries en de tijdens de oorlog zeldzame normale momenten in dit Oostenrijkse dorpje. Een roman over de kracht van verhalen, over het individu en de oorlog, over de dood en over de overlevenden, en over liefde in duistere tijden.