Amateurs aan de macht

You Tube-filmpjes op het IDFA

Gerhard Busch ,

Bij amateurbeelden denk je al snel aan 'funniest home videos' of politiek belangrijke opnamen als de Rodney King-tapes. Met de enorme populariteit van technisch matige werkjes op You Tube, lijkt de tijd rijp voor meer kunstzinnige amateurfilmpjes.

Een Franse voetballer die stiekem filmpjes schiet van de trainingen van het Franse team tijdens het WK van 2006; Oostenrijkse grensposten die uit verveling filmpjes maken waarin ze elkaar flauwe vragen stellen en Jackass-achtige capriolen uithalen; en een zoon die de oude amateurfilmpjes van zijn moeder bekijkt en tot de conclusie komt dat het huwelijk van zijn ouders allesbehalve gelukkig was.

De documentaire is allang niet meer uitsluitend het domein van de professionele filmer. Met de komst van de digitale camera, bijna tien jaar geleden, werd een revolutie voorspeld waarin de amateurs de macht zouden grijpen. Digitaal filmen is immers goedkoop, monteren kan op je eigen pc, dus wat stond de aspirant-filmmaker nog in de weg?

Die revolutie liet - op een enkele uitzondering na (meest treffende voorbeeld: Jonathan Caouette's schizofrene meesterwerk Tarnation) - nogal op zich wachten. De paar amateurfilmpjes die hun weg vonden naar de kijker waren ofwel grappig (de verschrikkelijke, maar vaak onweerstaanbare 'funniest home videos') of hadden nieuwswaarde (zoals de Rodney King-tapes). Kunstzinnige amateurfilmpjes zag je zelden.

Tot in 2005 clipsite YouTube werd gelanceerd. Het leeuwendeel van de filmpjes bestaat nog steeds uit clips van niesende panda's en kids die danspasjes maken op hun favoriete popsongs, maar tussen de 100 miljoen (!) filmpjes die dagelijks bekeken worden zitten ook - en steeds meer - ambitieuze werkjes.

Ook op het IDFA kom je steeds meer amateurfilms tegen. Opvallend is wel dat die filmpjes - hoe traditioneel - nog steeds zijn ingebed in een door een professionele filmmaker bedachte en vormgegeven omgeving.

Neem Substitute, een film van documentairemaker Fred Poulet en de Franse voetballer Vikash Dhorasoo. Poulet kwam op het lumineuze idee Dhorasoo tijdens het WK voetbal in 2006 een camera mee te geven. De Franse stervoetballer moest beelden schieten in het voor buitenstaanders verboden trainingskamp van het Franse elftal.

Dat blijkt nog niet zo eenvoudig, want Dhorasoo, die het hele toernooi maar een paar speelminuten zal krijgen, durft het in het begin niet echt aan zijn teamgenoten te filmen. Hij beperkt zich het liefst tot beelden van zijn troosteloze kamer, of pratend tegen zichzelf in de spiegel.

De handvol beelden die Dhorasoo schiet worden afgewisseld met beelden van Poulet, die af en toe met de voetballer afspreekt buiten de hoge muren van het kasteel waar het Franse voetbalteam gevestigd is.

Toch zijn juist Dhorasoo's heimelijk geschoten beelden de grote kracht van de film. Ze zijn onscherp en korrelig, en de camera schiet alle kanten op, maar er is altijd de suggestie dat er iets unieks gaat gebeuren. Die verwachting heeft veel te maken met de filmpjes die je op You Tube aantreft, even onscherp en korrelig, maar op You Tube gezet met een reden (grappig, verrassend, schokkend, etc), en daarom per definitie spannend en interessant.

De technische kwaliteit van beelden lijkt met het succes van de huis-tuin-en-keuken minifilmpjes op YouTube steeds minder belangrijk te worden. Nog maar vijf jaar geleden zouden de beelden van Dhorasoo nooit zijn opgenomen in een documentaire. Zijn impressionistische, bijna schilderachtige aanpak, kwam je nog wel eens tegen in Europese arthouse- films, maar werd daarbuiten veel te amateuristisch geacht. Technisch niet acceptabel. Uit de populariteit van de You Tube-miniatuurtjes blijkt dat technische kwaliteit voor de kijker misschien helemaal niet zo belangrijk meer is, en misschien ook wel nooit geweest.

In de Oostenrijkse documentaire Bilder aus dem Tagebuch eines Wartenden vormen de night vision opnamen van een groepje jonge soldaten het uitgangspunt voor een film over verveling en nutteloosheid. De kwajongens, die te ver van de Oostenrijks-Hongaarse grens zitten om illegale passanten op te pakken, doen van alles om wakker te blijven. Vooral filmpjes van elkaar maken. Hollend door het bos, of glibberend over het ijs. De filmpjes op zich zijn niet bijzonder, maar door de context waarin maakster Judith Zdesar ze zet, krijgen ze iets absurdistisch. En omdat de soldaten de beelden zelf geschoten hebben, voelen de beelden als een inkijkje in hun geheime werkelijkheid.

Om amateurbeelden hang sowieso de suggestie van ongefilterde werkelijkheid. Ze vormen immers geen onderdeel van een groter, door een filmmaker verzonnen plan, ze bestaan uitsluitend met één doel: het vastleggen van de werkelijkheid.

Dat de werkelijkheid zich niet zo eenvoudig laat vastleggen blijkt wel uit de korte film My Olympic Summer, van Daniel Robin. Robin stuitte op een oude ongeopende brief van zijn moeder aan zijn vader en een rol nog niet ontwikkelde film van haar reis - zonder zijn vader - naar Nederland. In de brief uit 1972 schrijft ze dat ze niet meer houdt van Robins vader, een Amerikaanse rabijn in Duitsland. Home-videobeelden waarop hij haar innig kust krijgen zo een heel andere betekenis. Net als de beelden van zijn moeder, naakt onder de dekens in bed, tijdens haar bezoekje aan Nederland . Wie schoot deze beelden? En wat betekenen ze? Haar zoon weet het niet. ' Beelden verhullen bepaalde zaken,' zegt hij in de documentaire, 'maakt ze onecht en incompleet.' Robin heeft natuurlijk gelijk, want het is de context die de betekenis van beelden bepaalt, en probeer die context maar eens vast te leggen.